Fabrice de Bassecourt werd geboren in het zestiende-eeuwse Wallonië, dan nog deel van de Spaanse Nederlanden. Als derde zoon in een katholieke adellijke familie is hij voorbestemd om tot priester gewijd te worden. Maar als jonge pastoor raakt hij overtuigd van het gelijk van de calvinisten en laat hij zich omscholen tot dominee. Zijn standplaatsen liggen in Lotharingen, daarna in het Duitse Rijnland en vervolgens, vanaf 1617, in Amsterdam waar hij meer dan dertig jaar een vooraanstaand predikant is van de Waalse gemeente.
De belevenissen van Fabrice de Bassecourt worden beschreven in de context van kerkhistorische ontwikkelingen in de Zuidelijke Nederlanden, Frankrijk, Duitsland en de zeventiende-eeuwse Republiek. Het hoogtepunt van zijn biografie wordt gevormd door de hevige strijd tussen remonstranten en contraremonstranten tijdens het twaalfjarig bestand (1609-1621), waarin de Bassecourt een belangrijke rol speelt.
Het avontuurlijke leven van de Waalse emigré wordt meeslepend en toegankelijk beschreven en biedt een uniek perspectief op één van de woeligste periode van de Nederlandse geschiedenis.
Adriaan van Riemsdijk werkte bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en vervulde vervolgens management- en directiefuncties bij internationale bedrijven. Hij publiceerde eerder over Zwitserse regimenten in Staatse dienst (1600-1795). Van Riemsdijk is een verre afstammeling van Fabrice de Bassecourt.
