‘Ik mis haar. Ze is mijn grote liefde. Maar ze spreekt niet meer tegen me. Ze raakt me niet aan. Ik snap het niet. Ze waardeert me niet. Hoe moet ik nu verder?’, de Palestijnse man kijkt radeloos naar de grond. ‘Vrouwen, ik weet niet wat ik met ze aan moet...’ Muhammad zwijgt.
‘Ik vertrouw ze niet’, zegt Ihab, een andere Palestijn. ‘Ik ben altijd bang dat ze me manipuleren. Je geeft ze een vinger en ze pakken de hele hand. Ze willen altijd van alles met je, trouwen, kinderen krijgen, dure kleren kopen etc. Ik kijk wel uit. Ik blaas me nog liever op.’
‘Ja, dat is nog beter,’ beaamt Achmed.
‘Fijn, als jullie je nu opblazen, dan ga ik hier gezellig wat door Hebron wandelen, en de grafkerk van Abraham bezichtigen, wat jij, Amer?’
Amer kijkt me aan. ‘Ga jij maar naar de grafkerk, dan ga ik wel naar Amsterdam om een terrasje te pakken.’
uit: dagboek Gaza
‘Ik vertrouw ze niet’, zegt Ihab, een andere Palestijn. ‘Ik ben altijd bang dat ze me manipuleren. Je geeft ze een vinger en ze pakken de hele hand. Ze willen altijd van alles met je, trouwen, kinderen krijgen, dure kleren kopen etc. Ik kijk wel uit. Ik blaas me nog liever op.’
‘Ja, dat is nog beter,’ beaamt Achmed.
‘Fijn, als jullie je nu opblazen, dan ga ik hier gezellig wat door Hebron wandelen, en de grafkerk van Abraham bezichtigen, wat jij, Amer?’
Amer kijkt me aan. ‘Ga jij maar naar de grafkerk, dan ga ik wel naar Amsterdam om een terrasje te pakken.’
uit: dagboek Gaza