Jaap Ter Haar vertelt over een periode waarin achtereenvolgens Philips de Goede, Karel de Stoute, en Maximiliaan van Oostenrijk als vreemde vorsten heersten over de Nederlanden. Philips de Schone groeide op in Mechelen en voelde zich een Nederlandse vorst. Ook Gentenaar Karel V was geboren in de Lage Landen. Maar als Don Carlos wordt hij koning van Spanje en zijn zoon Filips II voelt zich geen Lage Lander meer. Pas met Willem van Oranje en Prins Maurits zijn er weer vorsten van eigen bodem. Maar dan zijn de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden inmiddels verdeeld... Maar tegelijkertijd lag hier de opmaat naar een nieuw tijdperk: kunst en cultuur reikten tot grote hoogten, de wetenschap nam een vlucht en ook in de kerk bleef niets bij het oude: de Reformatie werd ter hand genomen. In de van hem bekende, verhalende stijl voert Jaap ter Haar ons terug naar dit kruispunt der tijden en brengt hij de geschiedenis weer tot leven. Evenals in het eerste deel zijn in dit tweede deel vele illustraties opgenomen van Rien Poortvliet, J.H. Isings en Jack Staller.