Tijdens de Eerste Wereldoorlog bood de IJzer vanaf de zee bij Nieuwpoort de laatste bescherming aan de Belgen en de Franse Kanaalhavens, die het objectief waren van de Duitse militaire operatie in 1914. Door de IJzervlakte te inunderen, verijdelden de Belgen dat plan. Een strook duinen bleef echter een doorgang bieden, zodat de sluizen van Nieuwpoort van strategisch belang werden. Bijgevolg kwamen Franse legereenheden de kust verdedigen: Zouaven en Algerijnse tirailleurs in de duinen, en Bretoense marinefuseliers aan de sluizen. De Bretoenen bleken frisse knapen met zeemanstruien en een blauwe muts met rode dot. Vandaar hun bijnaam: ‘les demoiselles au pompon rouge’. Het waren ervaren frontsoldaten die hun strepen hadden verdiend bij Melle en Diksmuide.
Even onwaarschijnlijk als heldhaftig was de chauffeur van hun ambulance: een jonge Engelse vrouw van aristocratische afkomst, die tot 1917 dag na dag de Franse gewonden kwam weghalen. Het was gevaarlijk werk in precaire omstandigheden, waarvoor Lady Dorothie Feilding de bewondering wegdroeg van soldaten, van generaals én van vorsten. Dorothies brieven vertellen over de vechtlust van de Franse eenheden, terwijl de memoires van haar bewonderaars het verhaal vertellen van de toewijding en de onverschrokkenheid van een lady aan het front.
Patrick Vanleene is historicus gespecialiseerd in de Eerste Wereldoorlog. Naar aanleiding van de herdenkingen van de ‘Groote Oorlog’ is hij actief als project-coördinator ‘Nieuwpoort 2014-2018’.
