Richard Gardiner werd door slechts één wens gedreven: terug te keren naar de geborgenheid van een veilig burgerbestaan. Een korte terugblik op zijn felbewogen verleden is voldoende om te beseffen waarom. Augustus 1944, Parijs. Richard Gardiner wordt in Parijs aan de Gestapo verraden en op transport gesteld naar een van de Duitse dodenkampen. Hij weet echter te ontsnappen en na een tocht vol gevaren sluit hij zich weer aan bij zijn verzetsgroep in Rouen, waar hij voor de tweede keer aan verraad wordt blootgesteld. Het geluk is echter met hem en hij overleeft de op hem gepleegde aanslag. Negentien jaar later keert Richard Gardiner, nu een tamelijk succesvol jurist in een Engels provinciestadje, terug naar Frankrijk om daar van een zorgeloze vakantie te genieten. Op meedogenloze wijze wordt er echter met hem gemanipuleerd. Hij wordt weer met zijn verleden geconfronteerd, als hij in een van de hotelbedienden de man herkent wiens gezicht hij voor het laatst zag achter de voorruit van de auto die hem aanreed. En deze man, Alfred Dupuy, is nog steeds van plan hem te doden...
