Lezersrecensie
Een afschuwelijk verhaal, plezierig geschreven
Gebaseerd op waargebeurde verhalen en gebeurtenissen, heeft Colson Whitehead wederom mijn aandacht weten vast te houden. Zijn schrijfstijl vind ik erg prettig, hij gebruikt steeds nieuwe woorden om iets uit te leggen. Deze recensie is meer voor mezelf en daarom niet erg gestructureerd of allesomvattend.
De Nickel Academy is een afschuwelijke plek, waar rechtvaardigheid slechts in theorie bestond. Er is sprake van corruptie, geweld en willekeur.
Elwood Curtis, een slimme, rustige Frenchtown-jongen word opgevoed door zijn oma Harriet. Hij is goedgelovig en zo trekt hij vaak aan het kortste eind. Zo wint hij een wedstrijdje bordenwassen in de keuken van het Richmond Hotel waar hij altijd rondhing, en krijgt als winst een set encyclopedieën, maar deze bleken uiteindelijk misdrukken te zijn). Later werkt hij bij Meneer Marconi in de sigarenzaak en voelt de plicht om er iets van te zeggen als twee vroegere vriendjes citroensnoepjes willen stelen. Daarvoor wordt hem een lesje geleerd als hij terug naar huis fietst. Elwood is het type jongen dat tussenbeide komt als hij mensen ziet vechten, wat er ook voor zorgt dat hij op Nickel wordt meegenomen naar Het Witte Huis (of de Ijsfabriek, zoals het gebouw genoemd wordt door de witte jongens).
Er zijn vier manieren om Nickel te verlaten, en Elwood besluit dat er nog een 5e manier is: Nickel afschaffen. Hij schrijft een brief en probeert deze in de juiste handen te krijgen wanneer er invloedrijke mensen een kijkje komen nemen op Nickel.
Hij raakt bevriend met Turner, een jongen die al een keer eerder op Nickel had gezeten. Met Turner gaat hij klussen in huizen buiten het terrein van Nickel, wat hen handig uitkomt bij hun ontsnapping. Aan het einde blijkt wie van hen het overleefd en iets weet op te bouwen in het leven na Nickel: een vaste vriendin en een verhuisbedrijfje met personeel in dienst. Het eindigt nogal snel naar mijn zin, dit had iets langer mogen duren met meer uitleg. De wisseling in verhaaltijd voelt ook nogal plotseling.
Hier volgen een paar mooie zinnen die ik eruit heb gepikt.
In het stukje over Clayton Smith, een fameuze wegloper uit 1952: "Hij was het niet gewend zo lang alleen te zijn met zijn onrustige gedachten, die als dobbelstenen rondrammelden in zijn hersenpan."
In het stukje over het plezier van marathons kijken: "Te midden van het lawaai van gastoeters, bewonderend gefluit en gettoblasters die oude calypsodeuntjes uitbraakten. 'Zet hem op!' En 'je kunt het!' En 'Het gaat goed!' Al naar gelang waar de wind vandaan kwam rook het naar de hotdogkarretjes of de behaarde oksel van het grietje met het mouwloze T-shirt naast je. Vergelijk dat eens met die nachten op Nickel waar de enige geluiden kwamen van tranen en insecten, en waar je kon slapen op een zaal die was volgestouwd met zestig jongens en je nog steeds het gevoel kon hebben dat je alleen op de wereld was. Tegelijkertijd iedereen om je heen en niemand om je heen."
De Nickel Academy is een afschuwelijke plek, waar rechtvaardigheid slechts in theorie bestond. Er is sprake van corruptie, geweld en willekeur.
Elwood Curtis, een slimme, rustige Frenchtown-jongen word opgevoed door zijn oma Harriet. Hij is goedgelovig en zo trekt hij vaak aan het kortste eind. Zo wint hij een wedstrijdje bordenwassen in de keuken van het Richmond Hotel waar hij altijd rondhing, en krijgt als winst een set encyclopedieën, maar deze bleken uiteindelijk misdrukken te zijn). Later werkt hij bij Meneer Marconi in de sigarenzaak en voelt de plicht om er iets van te zeggen als twee vroegere vriendjes citroensnoepjes willen stelen. Daarvoor wordt hem een lesje geleerd als hij terug naar huis fietst. Elwood is het type jongen dat tussenbeide komt als hij mensen ziet vechten, wat er ook voor zorgt dat hij op Nickel wordt meegenomen naar Het Witte Huis (of de Ijsfabriek, zoals het gebouw genoemd wordt door de witte jongens).
Er zijn vier manieren om Nickel te verlaten, en Elwood besluit dat er nog een 5e manier is: Nickel afschaffen. Hij schrijft een brief en probeert deze in de juiste handen te krijgen wanneer er invloedrijke mensen een kijkje komen nemen op Nickel.
Hij raakt bevriend met Turner, een jongen die al een keer eerder op Nickel had gezeten. Met Turner gaat hij klussen in huizen buiten het terrein van Nickel, wat hen handig uitkomt bij hun ontsnapping. Aan het einde blijkt wie van hen het overleefd en iets weet op te bouwen in het leven na Nickel: een vaste vriendin en een verhuisbedrijfje met personeel in dienst. Het eindigt nogal snel naar mijn zin, dit had iets langer mogen duren met meer uitleg. De wisseling in verhaaltijd voelt ook nogal plotseling.
Hier volgen een paar mooie zinnen die ik eruit heb gepikt.
In het stukje over Clayton Smith, een fameuze wegloper uit 1952: "Hij was het niet gewend zo lang alleen te zijn met zijn onrustige gedachten, die als dobbelstenen rondrammelden in zijn hersenpan."
In het stukje over het plezier van marathons kijken: "Te midden van het lawaai van gastoeters, bewonderend gefluit en gettoblasters die oude calypsodeuntjes uitbraakten. 'Zet hem op!' En 'je kunt het!' En 'Het gaat goed!' Al naar gelang waar de wind vandaan kwam rook het naar de hotdogkarretjes of de behaarde oksel van het grietje met het mouwloze T-shirt naast je. Vergelijk dat eens met die nachten op Nickel waar de enige geluiden kwamen van tranen en insecten, en waar je kon slapen op een zaal die was volgestouwd met zestig jongens en je nog steeds het gevoel kon hebben dat je alleen op de wereld was. Tegelijkertijd iedereen om je heen en niemand om je heen."
1
Reageer op deze recensie