Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Lezen, herlezen, twijfelen en uiteindelijk accepteren

Geertje Otten 18 april 2017
"De wereld drong zich aan me op, en dat is precies wat ik wilde."


De vertelster van En toen aten we zeehond ziet haar leven als twee kamers. Ze weet dat de wereld bestaat, maar ze kent hem niet. Ze kent alleen haar eigen kamers, maar ze wil de andere kamer leren kennen en ruimte maken voor wat niet te relativeren is.

En toen aten we zeehond van Nicoline Timmer (1975) is een reisverslag van de reis die de vertelster maakt om de wereld te leren kennen. Niet alleen de letterlijke wereld, in de vorm van landen, maar ook de meer figuurlijke wereld van het leven zelf. Met in haar bagage de lessen van filosoof Ludwig Wittgenstein gaat ze op reis. Ze begint haar reis in Wenen, waar ze het echte manuscript van zijn lezing Lecture on Ethics zoekt. Aan de hand van citaten uit de lezing reist ze verder naar Parijs, Cambridge, Egypte, Zuid-Afrika en Groenland om een nieuw perspectief te verwerven dat ruimte laat voor verwondering en bezieling. Thuis in haar atelier probeert ze een vorm te vinden voor de betekenis van het bestaan.

En toen aten we zeehond is zo’n boek dat je leest, deels herleest en dat je uiteindelijk de conclusie laat trekken dat je de inhoud niet volledig hebt begrepen. Allereerst is er de vormgeving die vervreemdend werkt. Verschillende lettertypes, abstracte illustraties, ontbrekende hoofdletters en leestekens: Timmer laat je constant zoeken naar betekenis, zoals de verteller dat ook doet. Je ervaart de verwarring van het niet-weten, zoals de verteller dat ook ervaart. Daarbij is En toen aten we zeehond fragmentarisch opgebouwd, wat het niet eenvoudiger maakt. Sommige fragmenten zijn duidelijk en geven je houvast, veel andere fragmenten zorgen voor extra onbegrip, zoals de zin: "Dat de duiven veel statiger zijn in Wenen dan in Amsterdam." Een constatering, een losse zin, die bij de lezer verbazing wekt. Het verhaal is daarnaast vooral opgehangen aan citaten uit teksten van Wittgenstein. Wellicht krijgt een lezer die bekend is met deze filosoof, meer grip op dit boek. Naast de vormgeving is ook het veranderende perspectief een lastige factor in het boek. Timmer wisselt af tussen een vertellend-ik en een beschouwend-je, alsof de verteller naar zichzelf kijkt en registreert hoe ze aan het zoeken is.

Wie nu besluit om En toen aten we zeehond terzijde te leggen, doet zichzelf tekort. Timmer schrijft interessant, boeiend en nodigt de lezer uit tot nadenken over het leven. De constatering dat een groot deel van ons bestaan op termijn zal verdwijnen doordat data en e-mails niet meer leesbaar zullen zijn, er geen negatieven van foto’s meer zijn, vraagt om overdenking. Zijn we bezig om onze aanwezigheid uit te wissen? Zijn we straks voor ons nageslacht onvindbaar? Opgelost in het niets? 

Ook de prachtige schrijfstijl maakt dit boek tot een aanrader.

"De persoon zonder schild, die voor je staat, zodat je zelf niet langer een schild hoeft te dragen. De ruimte die er blijkt te zijn, wanneer je onbeschut naar voren stapt, iets dichterbij, en wellicht met heel veel te verliezen. De ruimte die ontstaat als je daar niet langer meer aan denkt -aan verliezen. Niet denkt maar doet."


of:

"Het besef dat je een lege plek niet telkens hoeft in te vullen met een verhaal, met betekenis. Dat je een leegte, een lege plek, soms simpelweg moet stutten."


Dit zijn zinnen die ertoe doen, zinnen die je laten nadenken. Zinnen die je leest, proeft, herleest en opnieuw proeft.

Hoewel En toen aten we zeehond vervreemdend werkt, weet Timmer met een subtiele woordkeuze precies weer te geven wat ze bedoelt. ‘Alleenheid’ is iets anders dan eenzaam zijn; ‘onverbonden’ en ‘onrusteloos’ zijn niet zomaar de tegenhangers van ‘verbonden’ en ‘rusteloos’, maar krijgen een eigen lading. Uiteindelijk geeft Timmer de lezer veel ruimte om een eigen invulling aan het verhaal te geven.

En toen aten we zeehond is een boek om vooral langzaam te lezen, soms weg te leggen om het te laten bezinken. Ongrijpbaar, maar tegelijkertijd fascinerend.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Geertje Otten