Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

De donkere kanten van onze geschiedenis zijn nog donkerder

Geertje Otten 22 maart 2021

In Het lied van de goden verwerkt Reggie Baay het leven van Flora van Makassar, een jonge 'zwartin' die opgegroeid is in het land van Wadjo, en eigenlijk Saromê van Tosora heet. Als jong meisje waagde ze zich alleen naar buiten, werd geroofd en na enige tijd door een VOC-koopman onder valse beloftes meegenomen naar de Republiek. Het is 1756 en Saromê kijkt terug op haar leven. Natuurlijk zoekt ze naar een betekenis voor het feit daar haar leven is gespaard, terwijl vele anderen stierven onder het juk van de slavernij. Haar verhaal wordt afgewisseld met brieven van Joachim van der Elst, regent van het Spinhuis en uiteraard uit op het maximaliseren van zijn macht en vermogen. Zijn plannen deelt hij met zijn zoon Godfried, die in Batavia woont.

Het eerste hoofdstuk, verteld vanuit Saromê, wekt wellicht bij sommige lezers enige wrevel. Onze taal is niet om aan te horen:

'Maar nooit hoekig, wrikkend en stotend als de taal waardoor ik mijn nu voortdurend omringd weet. Die bestaat uit woorden en zinnen die niet gemaakt lijken om gesproken te worden. Laat staan om ermee te liefkozen.'

Gevolgd door de conclusie:

'Weerspiegelt de taal van een volk niet diens aard?'

Tel daarbij op de lucht, het licht en de zon die ook nogal tegenvallend zijn en het frame is compleet: poeté's zijn niet vrolijk, onbarmhartig, rusteloos, gejaagd en in zichzelf gekeerd.

Ook Van der Elst wordt in zijn eerste hoofdstuk meteen duidelijk gepositioneerd. Op macht belust, manipulatief, narcistisch, racistisch, ver verheven boven het plebs van de stad. Hij en zijn vrouw hopen dan ook dan zoonlief het niet zal aanleggen met een zwartin, want dat zou zijn kansen op een mooie positie vast verkleinen.

Het verhaal van Saromê is niet nieuw en onbekend, maar het moest wel geschreven worden. We hebben inmiddels veel kunnen lezen over de rol van ons land bij de slavernij. Meestal gaat om verhalen over slaven vanuit Afrika of Suriname. Veel minder vaak lees je over mensen die werden meegenomen vanuit de Oost en mensen die in de Oost als slaaf werden gehouden. Het maakt daarbij uit vanuit welk perspectief je leest. Boeiend is de verbazing van Saromê als ze ontdekt dat er ook poeté-slaven bestaan: witte mensen die hun stoepjes schrobben, op het land werken en sjouwen. Allemaal zaken die in de Oost alleen door slaven worden gedaan.

Het relaas van Saromê maakt indruk, vooral door de manier waarop ze vertelt. Berustend, reflectief en soms vol verbazing. Tijdens haar ontvoering vindt ze al snel bescherming bij een jonge vrouw, Halîma, die ook van Wadjo afkomstig is. 'Wees onzichtbaar', is de boodschap die ze Saromê meegeeft en deze boodschap zal haar een tijdlang voor veel ellende behoeden. Toch ontkomt ze uiteindelijk niet aan een taak in het grote huis die haar uiteindelijk opnieuw op de slavenmarkt zal brengen.

Baay heeft in het verhaal een beeld geschetst van een sterke, jonge en vooral trotse vrouw die slachtoffer wordt van omstandigheden die toen als 'normaal' werden gezien. Van der Elst wordt als een karikatuur neergezet, blijft op grote afstand van het verhaal en het is bijna niet mogelijk om sympathie voor hem te krijgen. Ook als je het boek plaatst in de tijd waarin het zich afspeelt, zie je weinig anders dan een op macht beluste man, die ten koste van alles en iedereen wil groeien. Het moment waarop de verhalen van de beide hoofdpersonages elkaar raken, is voorspelbaar, maar in dit geval stoort het niet. Het is eerder een soort noodlot: onafwendbaar en vernietigend.

Baay vertelt met grote kennis van zaken over een periode die te lang onbelicht bleef. Het is echter de vraag of hij niet beter een andere vorm had kunnen kiezen. Een briefuitwisseling veronderstelt luisteraars die op zijn minst tijdgenoten zijn. De lezer is geen tijdgenoot van beide personages en hij/zij moet dus zaken uitgelegd krijgen die voor tijdgenoten bekend zijn. Hierdoor knelt de vorm af en toe, maar dat neemt niet weg dat het verhaal de lezer uiteindelijk diep zal raken. En dat is nu precies één van de functies van literatuur.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Geertje Otten