De aanslag

Het boek De Aanslag gaat over een jongetje genaamd Anton Steenwijk. Hij woont met zijn ouders en zijn oudere broer Peter in Haarlem. Op een avond wordt er een politieman die nsb-er is neergeschoten in hun straat en voor hun deur gelegd. De achtjarige Anton wordt gescheiden van zijn ouders en meegenomen door de politie en brengt de nacht door in de cel. Zijn broer Peter weet nog te vluchten. Hierna gaat Anton bij zijn oom en tante in Amsterdam wonen. Na de oorlog gaat hij nog een paar keer terug naar Haarlem om antwoord te krijgen op zijn vragen. Wie heeft die avond het lichaam van de nsb-er voor hun huis gelegd? Wat is er met zijn broer gebeurd? Het eerste gedeelte van het boek vond ik echt heel meeslepend geschreven en ik ging er ook snel doorheen. Een stukje dat ik specifiek mooi vond is wanneer Anton in de cel moest slapen en hij daar een jonge vrouw ontmoet. Zij spreekt hem hoop in. Ik herinner me dat ik dat stukje echt meerdere keer ademloos heb gelezen. De nasleep van de oorlog vond ik echt een stuk minder interessant om te lezen. Er gebeurd vrij weinig en je leest over een man die antwoorden zoekt over de avond van de aanslag. Dat ik het laatste stuk minder vond kan komen doordat ik echt echt zwaar onder de indruk was van het eerste stuk en dat dat gewoon niet te overtreffen was. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat dat de opbouw naar de antwoorden op Anton zijn vragen net te lang duurden waardoor ik het saai begon te vinden. Over het algemeen vond ik het wel leuk om het boek te lezen, hoewel ik moet toegeven dat dat echt kwam door het begin.