Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Brandnetels onder de abeel

Helena van D 30 juli 2018

Aan waardering heeft het schrijfster en vertaalster Martha Heesen (1948) niet ontbroken, aan bekendheid misschien wel. Voor haar kinderboeken heeft ze diverse Zilveren Griffels, een Gouden Uil en de Theo Thijssenprijs gewonnen. Ze schrijft voor zichzelf, omdat ze er plezier aan beleeft en treedt nauwelijks in de belangstelling.

Een kinderboek is Zeiseman allerminst, het boek zou gecategoriseerd kunnen worden op het snijvlak van een kleine roman en een poëziebundel, waarmee het een wel heel bijzondere positie inneemt. Hoofdpersoon van dit kleinood is de bejaarde Remigius (ook wel Remies genoemd) die met de zeis de brandnetels onder zijn abeel te lijf gaat en zijn werk af en toe onderbreekt om uit te rusten op zijn bankje, iets te drinken, wat schetsen te maken en ondertussen zijn leven te overdenken. Geleidelijk aan wordt op deze manier de gehele levensloop van deze eenzame man onthuld, van zijn vroegste jeugd als jong kind tot aan het moment dat zijn eenzaamheid voorgoed intrad. Hij is het allemaal, kind, vriend, jongeman, student, echtgenoot, vader en de lezer leert hem vooral impliciet via zeer lange en beschrijvende zinnen kennen:

“In het rode licht van de donkere kamer zit een man, hij ruikt naar gras en bladeren en aarde, naar zweet heel zwak, zelfs dat houdt op, geen sap meer in hem, hij ritselt van droogte, een opgevouwen poppetjesslinger, ze moesten hem maar uithangen, daar aan de drooglijnen boven zijn hoofd, de negatiefklemmen zitten er nog aan, feestelijk uithangen, alle mannen die hij was op een lange, lange rij en geen verschil.”


Tussen deze hoofdstukken door is er sprake van een soort engelenkoor, dat de dromerige wereld waarin Remigius zich bevindt op zangerige wijze verder aanvult voor de lezer:

“Niets dan zachtheid in het begin,
zachtheid, ja, wat heb je aan zachtheid zoal:
donzige wangen, springerig zacht haar en
zachte grijze ogen die ze neerslaat bij een
zachte glimlach, zachte handen, zachte truitjes
die ze zelf breit, geld is er niet, een vader
evenmin en je moet drie trappen op naar
waar ze woont. Een moeder en twee perziken
zusjes, kinderen nog, een lapjeskat, ook zacht.
Een zachte meisjesstem die zachte meisjesdingen
zegt, en luisteren dat hoeft niet echt. Wanneer –
let op Remigius – wanneer is dat harde dan
begonnen, die frons, die lijnen bitterheid,
die stille mond, wanneer, weet u het heus niet
meer? Wacht maar, wij helpen u wel even.”


Die herhaling van adjectieven zoals in bovenstaand citaat (zacht, zachte, zachtheid) komt veelvuldig voor in het boek, hetgeen een bepaalde verstilling creëert die heel veel sfeer geeft. Woorden als hard, frons, bitterheid en stille mond zorgen voor een contrast dat ook kenmerkend is voor het leven van Remigius. Onder de grote ritselende abeel staan steeds opnieuw brandnetels, die Remigius met zijn blote handen in de kruiwagen duwt. De blaren die hij daarbij oploopt zijn symbolisch voor de blaren die het leven hem hebben opgeleverd.

Zeiseman is een boek dat het verdient om met aandacht te worden gelezen. Heesen is een kunstenares met taal en maakt prachtig lange poëtische zinnen, soms met verwijzingen naar Bijbelpassages, die lezen tot een lyrische ervaring maken. Wanneer je aan het eind van het boek het leven van Remigius overziet, zou je het liefst naast hem plaatsnemen op zijn bankje, zijn hand vastpakken en er zacht, heel zacht in knijpen en tegelijkertijd Martha Heesen een hard, heel hard applaus willen geven voor deze buitengewone vertelling.

7

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Helena van D