Lezersrecensie
Zwarte komedie
Na De perzik van onsterfelijkheid lijkt Jan Wolkers met Brandende Liefde de trauma's uit zijn jeugd definitief achter zich te hebben gelaten. Geen verstikkend thuismilieu, geen starre vader en geen broer meer. In plaats daarvan een zwarte komedie met zowaar een soort van happy end.
Brandende liefde (de titel verwijst naar een felrood plantje) gaat over een beginnend kunstenaar, die gratis lessen Frans volgt bij juffrouw Bonnema, in het souterrain van haar huis komt te wonen en daar een opwindend avontuur beleeft met de mooie (getrouwde) Anna, terwijl hij de stervende vader van zijn hospita verzorgt.
Wolkers mag het dan over een andere boeg gooien, zijn thema's blijven voor een groot deel overeind. De dood is er (niet alleen bij de vader van juffrouw Bonnema, maar ook bij de verdorde juffrouw zelf) en contrasteert hier heel erg met de levendigheid van de ik-persoon. En natuurlijk is de seksualiteit ruimschoots aanwezig. Uit het motto van Joseph Conrad kun je wel afleiden dat Wolkers voor het boek inspiratie heeft opgedaan in zijn eigen leven, omdat hij zelf vindt dat hij niet het talent bezit om de boel volledig bij elkaar te liegen/bedenken.
De constructie van het boek is grotendeels lineair en door Wolkers minutieus uitgedacht, de stijl losjes en humoristisch, terwijl de mooie beeldspraak is gebleven. Briljant is dat de schrijver de handeling bijna volledig binnen de muren van het grote huis situeert en de buitenwereld buitensluit. Dat maakt het boek meteen tijdloos.
Brandende liefde (de titel verwijst naar een felrood plantje) gaat over een beginnend kunstenaar, die gratis lessen Frans volgt bij juffrouw Bonnema, in het souterrain van haar huis komt te wonen en daar een opwindend avontuur beleeft met de mooie (getrouwde) Anna, terwijl hij de stervende vader van zijn hospita verzorgt.
Wolkers mag het dan over een andere boeg gooien, zijn thema's blijven voor een groot deel overeind. De dood is er (niet alleen bij de vader van juffrouw Bonnema, maar ook bij de verdorde juffrouw zelf) en contrasteert hier heel erg met de levendigheid van de ik-persoon. En natuurlijk is de seksualiteit ruimschoots aanwezig. Uit het motto van Joseph Conrad kun je wel afleiden dat Wolkers voor het boek inspiratie heeft opgedaan in zijn eigen leven, omdat hij zelf vindt dat hij niet het talent bezit om de boel volledig bij elkaar te liegen/bedenken.
De constructie van het boek is grotendeels lineair en door Wolkers minutieus uitgedacht, de stijl losjes en humoristisch, terwijl de mooie beeldspraak is gebleven. Briljant is dat de schrijver de handeling bijna volledig binnen de muren van het grote huis situeert en de buitenwereld buitensluit. Dat maakt het boek meteen tijdloos.
1
Reageer op deze recensie
