Lezersrecensie
Geen enkele vrouw wordt als moeder geboren
Een dertigjarige vrouw bevalt van een gezonde baby, maar twijfelt hoe langer hoe meer of ze wel een goede moeder kan zijn. De baby weent voortdurend zodat ze nog nauwelijks kan slapen. Ze raakt in een zware depressie en vraagt zich af of de wereld niet beter af is zonder haar. Enkel het besef dat de baby haar nodig heeft houdt haar nog enigszins recht.
Nadat dit alles is gebeurd analyseert de hoofdpersoon, van wie de naam niet wordt genoemd, wat er allemaal is voorgevallen. Dit wordt weergegeven in verhalen geschreven in de ik-vorm, maar ook door een uitgetreden “ik” die vanop een afstand naar zichzelf kijkt.
De schrijfster gebruikt het verhaal van de Soemerische godin Innanna als sjabloon. Ze was de godin van de liefde en de vruchtbaarheid en daalde af naar de onderwereld. Ze moest hiervoor door 7 poorten en aan elke poort moest ze iets afgeven, waardoor ze aan de 7° poort volledig naakt stond. Het lukte haar uiteindelijk toch om terug naar de aarde terug te keren.
Er zijn heel wat parallellen tussen de realiteit waarin de vrouw zich bevind en het verhaal van Innana. De hoofdpersoon was voor de bevalling een jonge vrouw zonder problemen, maar door de bevalling wordt ze “gedwongen” de moederrol op te nemen, waar ze het moeilijk mee heeft. Ze wordt hoe langer hoe moedelozer, tot ze niet meer bestaat. Toch krabbelt ze terug recht.
Ze noteert haar belevenissen in korte, veelal poëtisch geschreven stukjes, zonder enige chronologie of samenhang. Soms zijn het slechts enkele woorden. Het zijn als stukjes geschreven in een dagboek, van dingen die u zijn bijgebleven. Dit kunnen concrete dingen zijn zoals het voortdurend wenen van de baby, dat ervaren wordt als een nauwelijks te verdragen aanklacht, de veranderingen in haar lichaam, maar ook filosofische beschouwingen over het leven of eigenaardigheden over fauna en flora.
Als lezer voel je bijna fysiek de voortdurende eenzame strijd van de hoofdpersoon, haar woede en onmacht, haar onbegrip waarom alles zo is, waardoor ze zich abnormaal vindt, dolend, ontspoort, gehavend, onbekwaam en vooral zeer angstig, wat uiteindelijk resulteert in zelfmoordgedachten.
Daar de hoofdpersoon alles alleen draagt komt het sterk binnen. Je kan je afvragen waarom er van geen hulp sprake is in dit verhaal, maar ik meen dat een postnatale depressie voor een zeer groot deel een eenzame strijd is van en in een vrouw, van wie iedereen verwacht dat ze de moederrol altijd zonder problemen kan opnemen.
Deze strijd wordt verwoord met mooie poëtische zinnen en een doordacht taalgebruik, met veel inleving en respect voor de moeder, die wordt neergezet als een sterke zelfbewuste jonge vrouw.
Een sterk werk over een gevoelig onderwerp, waarover toch nog een zeker taboe hangt, geschreven door een vrouw met een grote taalbeheersing. Grote klasse.
Nadat dit alles is gebeurd analyseert de hoofdpersoon, van wie de naam niet wordt genoemd, wat er allemaal is voorgevallen. Dit wordt weergegeven in verhalen geschreven in de ik-vorm, maar ook door een uitgetreden “ik” die vanop een afstand naar zichzelf kijkt.
De schrijfster gebruikt het verhaal van de Soemerische godin Innanna als sjabloon. Ze was de godin van de liefde en de vruchtbaarheid en daalde af naar de onderwereld. Ze moest hiervoor door 7 poorten en aan elke poort moest ze iets afgeven, waardoor ze aan de 7° poort volledig naakt stond. Het lukte haar uiteindelijk toch om terug naar de aarde terug te keren.
Er zijn heel wat parallellen tussen de realiteit waarin de vrouw zich bevind en het verhaal van Innana. De hoofdpersoon was voor de bevalling een jonge vrouw zonder problemen, maar door de bevalling wordt ze “gedwongen” de moederrol op te nemen, waar ze het moeilijk mee heeft. Ze wordt hoe langer hoe moedelozer, tot ze niet meer bestaat. Toch krabbelt ze terug recht.
Ze noteert haar belevenissen in korte, veelal poëtisch geschreven stukjes, zonder enige chronologie of samenhang. Soms zijn het slechts enkele woorden. Het zijn als stukjes geschreven in een dagboek, van dingen die u zijn bijgebleven. Dit kunnen concrete dingen zijn zoals het voortdurend wenen van de baby, dat ervaren wordt als een nauwelijks te verdragen aanklacht, de veranderingen in haar lichaam, maar ook filosofische beschouwingen over het leven of eigenaardigheden over fauna en flora.
Als lezer voel je bijna fysiek de voortdurende eenzame strijd van de hoofdpersoon, haar woede en onmacht, haar onbegrip waarom alles zo is, waardoor ze zich abnormaal vindt, dolend, ontspoort, gehavend, onbekwaam en vooral zeer angstig, wat uiteindelijk resulteert in zelfmoordgedachten.
Daar de hoofdpersoon alles alleen draagt komt het sterk binnen. Je kan je afvragen waarom er van geen hulp sprake is in dit verhaal, maar ik meen dat een postnatale depressie voor een zeer groot deel een eenzame strijd is van en in een vrouw, van wie iedereen verwacht dat ze de moederrol altijd zonder problemen kan opnemen.
Deze strijd wordt verwoord met mooie poëtische zinnen en een doordacht taalgebruik, met veel inleving en respect voor de moeder, die wordt neergezet als een sterke zelfbewuste jonge vrouw.
Een sterk werk over een gevoelig onderwerp, waarover toch nog een zeker taboe hangt, geschreven door een vrouw met een grote taalbeheersing. Grote klasse.
1
Reageer op deze recensie