Lezersrecensie
Mooie verdieping op het Tolkien-universum
Als je op internet gaat zoeken naar de 10 meest verkochte en/of meest gelezen boeken ter wereld, zal het niet verbazen dat de Bijbel meestal op 1 staat, maar in deze lijsten kom je meestal ook In de ban van de Ring, het meesterwerk van J.R.R. Tolkien tegen. En terecht, Tolkien was zo ongeveer de grondlegger van de fantasyliteratuur en de meetlat waar nog steeds alles aan afgemeten wordt. Wat veel lezers, en zeker zij die alleen de verfilmingen kennen, echter niet weten, is dat er achter BvdR een fenomenale mythologische wereld ligt, die al vaak met de Bijbel vergeleken is. Het verhaal van Frodo, Gandalf en de Ringen is maar een fractie van het hele universum dat Tolkien gecreëerd heeft (vergelijk het maar het verhaal van pakweg Mozes, dat ook maar een klein onderdeel van de Bijbel is). Tolkien was niet alleen schrijver, maar ook hoogleraar taal- en letterkunde. Zijn fascinatie voor talen en voor mythen en sagen heeft hem ertoe gebracht de wonderlijke wereld van Midden-Aarde en alles wat daarbij hoort, tot in de kleinste details uit te werken, van een compleet scheppingsverhaal met duizenden jaren geschiedschrijving en familie-stambomen, tot echt werkende talen en beschrijvingen van dieren, bloemen en planten aan toe.
Na het overlijden van Tolkien in 1973 heeft zijn zoon Christopher het tot zijn levenswerk gemaakt om alles wat Tolkien ooit over deze mythische wereld bedacht en opgetekend had, te verzamelen, bewerken, ordenen en publiceren. Inmiddels is ook Christopher zelf overleden, en zetten anderen dit prachtige werk voort. De Val van Númenor is hierin de nieuwste uitgave.
Het zou hier te ver voeren om de exacte achtergrond van het boek te vertellen, maar in het kort: Númenor is het eiland dat aan het begin van de Tweede Era in Tolkien’s tijdrekening door de Valar (de spirituele machten van de wereld) aan de Mensen geschonken werd als dank voor hun bijdrage in de strijd tegen het Kwaad. Sauron (die we kennen uit BvdR) zet echter de Mensen op tegen de Valar en tegen elkaar, met vele oorlogen als gevolg. In de verhalen lezen we over de diverse heersers van Numénor, hun reizen naar Midden-Aarde, en o.a. ook over het smeden van de Ringen van Macht, en de Ene Ring die de andere regeert ( de ring die Bilbo vindt in De Hobbit en die centraal staat in BvdR). Uiteindelijk loopt de hoogmoed van de Númenoranen zo hoog op dat Iluvatar, de schepper van de wereld, besluit in te grijpen, en daarbij gaat het eiland Númenor als een soort Atlantis ten onder.
Aan het begin van het boek wordt een tijdlijn van de Tweede Era weergegeven om alle gebeurtenissen in de juiste volgorde te plaatsen. Aan het einde vinden we 40 (!) bladzijden met voetnoten en verwijzingen naar andere boeken.
Het boek moet nadrukkelijk niet qua opbouw of stijl vergeleken worden met BvdR of Hobbit. Het is een verzameling van korte verhalen, samengesteld uit de hele nalatenschap van Tolkien. De verhalen zijn ruimschoots voorzien van kanttekeningen, verwijzingen en de al vermelde voetnoten, en het boek is daarmee beter te vergelijken met een geschiedenisboek dan met een roman. Verwacht dus geen boeiende dialogen (die ontbreken vrijwel volledig) of een duidelijke hoofdpersoon; Tolkien heeft duizenden karakters geschapen, en in dit boek komen honderden daarvan voorbij, die voor een flink deel volledig onbekend zullen zijn bij BvdR/Hobbit-lezers. De schrijfstijl is wat verheven, met heel veel malen het woordje 'en' om zinnen aan elkaar te smeden: "En uit het westen kwam 's avonds een grote wolkenmassa in de vorm van een adelaar ... en langzaam placht hij op te doemen, de zonsondergang uitwissend en dan viel de zwartste nacht over Númenor. En sommige adelaars droegen bliksem onder hun vleugels en donder weerkaatste tussen de zee en de wolken." Wie Tolkien's boek De Silmarillion gelezen heeft (of dat geprobeerd heeft; ik weet dat veel lezers de handdoek daar in de ring hebben gegooid) weet precies wat ik bedoel.
Ik maakte zelf kennis met Tolkien tijdens mijn studie tot leraar Engels, eind jaren ’70, en heb op dat moment in korte tijd zo ongeveer alles verslonden wat er tot dan toe door of over hem geschreven was (en dat was toen al heel wat). Voor mij voelt het lezen van het boek dan ook bijna als een reis terug naar mijn eigen jongere jaren, en een feest van herkenning. Wie Tolkien alleen kent van de Hobbit en BvdR zal dit boek waarschijnlijk snel aan de kant leggen, maar dat zegt dus niets over de kwaliteit.
Na het overlijden van Tolkien in 1973 heeft zijn zoon Christopher het tot zijn levenswerk gemaakt om alles wat Tolkien ooit over deze mythische wereld bedacht en opgetekend had, te verzamelen, bewerken, ordenen en publiceren. Inmiddels is ook Christopher zelf overleden, en zetten anderen dit prachtige werk voort. De Val van Númenor is hierin de nieuwste uitgave.
Het zou hier te ver voeren om de exacte achtergrond van het boek te vertellen, maar in het kort: Númenor is het eiland dat aan het begin van de Tweede Era in Tolkien’s tijdrekening door de Valar (de spirituele machten van de wereld) aan de Mensen geschonken werd als dank voor hun bijdrage in de strijd tegen het Kwaad. Sauron (die we kennen uit BvdR) zet echter de Mensen op tegen de Valar en tegen elkaar, met vele oorlogen als gevolg. In de verhalen lezen we over de diverse heersers van Numénor, hun reizen naar Midden-Aarde, en o.a. ook over het smeden van de Ringen van Macht, en de Ene Ring die de andere regeert ( de ring die Bilbo vindt in De Hobbit en die centraal staat in BvdR). Uiteindelijk loopt de hoogmoed van de Númenoranen zo hoog op dat Iluvatar, de schepper van de wereld, besluit in te grijpen, en daarbij gaat het eiland Númenor als een soort Atlantis ten onder.
Aan het begin van het boek wordt een tijdlijn van de Tweede Era weergegeven om alle gebeurtenissen in de juiste volgorde te plaatsen. Aan het einde vinden we 40 (!) bladzijden met voetnoten en verwijzingen naar andere boeken.
Het boek moet nadrukkelijk niet qua opbouw of stijl vergeleken worden met BvdR of Hobbit. Het is een verzameling van korte verhalen, samengesteld uit de hele nalatenschap van Tolkien. De verhalen zijn ruimschoots voorzien van kanttekeningen, verwijzingen en de al vermelde voetnoten, en het boek is daarmee beter te vergelijken met een geschiedenisboek dan met een roman. Verwacht dus geen boeiende dialogen (die ontbreken vrijwel volledig) of een duidelijke hoofdpersoon; Tolkien heeft duizenden karakters geschapen, en in dit boek komen honderden daarvan voorbij, die voor een flink deel volledig onbekend zullen zijn bij BvdR/Hobbit-lezers. De schrijfstijl is wat verheven, met heel veel malen het woordje 'en' om zinnen aan elkaar te smeden: "En uit het westen kwam 's avonds een grote wolkenmassa in de vorm van een adelaar ... en langzaam placht hij op te doemen, de zonsondergang uitwissend en dan viel de zwartste nacht over Númenor. En sommige adelaars droegen bliksem onder hun vleugels en donder weerkaatste tussen de zee en de wolken." Wie Tolkien's boek De Silmarillion gelezen heeft (of dat geprobeerd heeft; ik weet dat veel lezers de handdoek daar in de ring hebben gegooid) weet precies wat ik bedoel.
Ik maakte zelf kennis met Tolkien tijdens mijn studie tot leraar Engels, eind jaren ’70, en heb op dat moment in korte tijd zo ongeveer alles verslonden wat er tot dan toe door of over hem geschreven was (en dat was toen al heel wat). Voor mij voelt het lezen van het boek dan ook bijna als een reis terug naar mijn eigen jongere jaren, en een feest van herkenning. Wie Tolkien alleen kent van de Hobbit en BvdR zal dit boek waarschijnlijk snel aan de kant leggen, maar dat zegt dus niets over de kwaliteit.
3
Reageer op deze recensie