Lezersrecensie
Verfrissende fantasy, aanrader!
De dromenjagers is het tweede deel in de 4-delige serie De vogel die tranen drinkt, van de Koreaanse schrijver Young-Do Lee. Zie ook mijn bespreking van deel 1, De hartelozen
De vier reizigers Keigan, Ryun, Tynahan en Biyung zetten hun reis naar de tempel van Haïnsha voort. Ze worden daarbij achterna gezeten door een groep van 3000 demonen en door Ryun’s zus Samo Fei, die nog steeds een familie-eerwraak te vervullen heeft. Eenmaal in de tempel ervaren ze eindelijk waarom ze bij elkaar geroepen zijn en wat het doel van hun missie is. Enkele Hoeders van de nhaga’s hebben een complot gesmeed om de Grote Expansieoorlog nieuw leven in te blazen en de heerschappij over de hele wereld over te nemen. Het is nu aan Keigan en zijn gezelschap om te proberen dit te voorkomen. Om dat te verwerkelijken dient het noordelijke deel van de wereld een koning te krijgen, en dat wordt een opmerkelijke keuze.
Deze boekenserie wordt zoals in mijn bespreking van deel 1 al gezegd aangeprezen als “het Koreaanse antwoord op In de ban van de ring”. Wellicht heb ik me daardoor bij deel 1 wat teveel laten intimideren, want ik was er nogal terughoudend over. Eenmaal begonnen in deel 2 werd ik echter snel enthousiaster. Misschien is dit omdat ik het idee van de vergelijking met Ban van de Ring heb losgelaten; afgezien van het gegeven dat in beide boeken een gezelschap van verschillende rassen een missie heeft te volbrengen zijn er nl. in mijn beleving niet zoveel overeenkomsten. Door het boek puur op zijn eigen kracht te beoordelen wordt het vele malen positiever en kun je de (vaak droge of absurde) humor ook beter een plek geven en meer waarderen.
Lee zet in dit tweede deel zijn plezierige schrijfstijl voort. Het boek leest lekker weg, al blijft de indeling hier en daar wat vreemd; soms worden de verschillende verhaallijnen gescheiden door een Aziatisch aandoend symbool, soms ook niet, daar ontgaat de logica me. Wat blijft zijn ook de bijzonder illustraties die hier en daar in boek verwerkt zijn. Daarnaast begint elk van de hoofdstukken met een citaat uit een (vermeend) historisch werk, dat wat achtergrondinformatie geeft over de wereld waarin het verhaal zich afspeelt. Ook tussen de verhaallijnen door komt dit soort informatie vaak terug. Daarmee krijg je als lezer stukje bij beetje een beter beeld hoe de wereld in elkaar steekt en wat de achtergronden van de op handen zijnde oorlog zijn.
Hier en daar zou het verhaal wat compacter kunnen naar mijn gevoel. Lee wijdt graag uit, en zeker omdat je niet weet waar alles uiteindelijk toe leidt, komt dit soms over als wat veel van het goede.
Al met al is de serie een absolute, verfrissende aanwinst in het fantasy-genre, waar je dus wel even aan moet wennen. Als je die drempel eenmaal genomen hebt, is het een prachtig verhaal, goed voor vele uren leesplezier. Ik zie dan ook reikhalzend uit naar deel 3 (op het moment van schrijven nog geen publicatiedatum bekend).
De vier reizigers Keigan, Ryun, Tynahan en Biyung zetten hun reis naar de tempel van Haïnsha voort. Ze worden daarbij achterna gezeten door een groep van 3000 demonen en door Ryun’s zus Samo Fei, die nog steeds een familie-eerwraak te vervullen heeft. Eenmaal in de tempel ervaren ze eindelijk waarom ze bij elkaar geroepen zijn en wat het doel van hun missie is. Enkele Hoeders van de nhaga’s hebben een complot gesmeed om de Grote Expansieoorlog nieuw leven in te blazen en de heerschappij over de hele wereld over te nemen. Het is nu aan Keigan en zijn gezelschap om te proberen dit te voorkomen. Om dat te verwerkelijken dient het noordelijke deel van de wereld een koning te krijgen, en dat wordt een opmerkelijke keuze.
Deze boekenserie wordt zoals in mijn bespreking van deel 1 al gezegd aangeprezen als “het Koreaanse antwoord op In de ban van de ring”. Wellicht heb ik me daardoor bij deel 1 wat teveel laten intimideren, want ik was er nogal terughoudend over. Eenmaal begonnen in deel 2 werd ik echter snel enthousiaster. Misschien is dit omdat ik het idee van de vergelijking met Ban van de Ring heb losgelaten; afgezien van het gegeven dat in beide boeken een gezelschap van verschillende rassen een missie heeft te volbrengen zijn er nl. in mijn beleving niet zoveel overeenkomsten. Door het boek puur op zijn eigen kracht te beoordelen wordt het vele malen positiever en kun je de (vaak droge of absurde) humor ook beter een plek geven en meer waarderen.
Lee zet in dit tweede deel zijn plezierige schrijfstijl voort. Het boek leest lekker weg, al blijft de indeling hier en daar wat vreemd; soms worden de verschillende verhaallijnen gescheiden door een Aziatisch aandoend symbool, soms ook niet, daar ontgaat de logica me. Wat blijft zijn ook de bijzonder illustraties die hier en daar in boek verwerkt zijn. Daarnaast begint elk van de hoofdstukken met een citaat uit een (vermeend) historisch werk, dat wat achtergrondinformatie geeft over de wereld waarin het verhaal zich afspeelt. Ook tussen de verhaallijnen door komt dit soort informatie vaak terug. Daarmee krijg je als lezer stukje bij beetje een beter beeld hoe de wereld in elkaar steekt en wat de achtergronden van de op handen zijnde oorlog zijn.
Hier en daar zou het verhaal wat compacter kunnen naar mijn gevoel. Lee wijdt graag uit, en zeker omdat je niet weet waar alles uiteindelijk toe leidt, komt dit soms over als wat veel van het goede.
Al met al is de serie een absolute, verfrissende aanwinst in het fantasy-genre, waar je dus wel even aan moet wennen. Als je die drempel eenmaal genomen hebt, is het een prachtig verhaal, goed voor vele uren leesplezier. Ik zie dan ook reikhalzend uit naar deel 3 (op het moment van schrijven nog geen publicatiedatum bekend).
1
Reageer op deze recensie