Lezersrecensie
Matig interessante blik op de toekomst van het verleden
“We dienen ons er altijd van bewust te zijn dat wat nu in het verleden ligt ooit in de toekomst heeft gelegen.”
Met dit citaat van F.W. Maitland begint ‘München 1938’ van Robert Harris. In dit boek neemt Harris het op voor Neville Chamberlain, die in 1938 als premier van Engeland samen met de afgevaardigden van Frankrijk, Italië en Duitsland in München een verdrag sloot om een tweede grote oorlog te voorkomen. Door het (tijdelijk) veiligstellen van “peace for our time” werd hij destijds als grote held gezien, maar nadat de Tweede Wereldoorlog nog geen jaar later alsnog uitbrak werden het optreden van Chamberlain en het Verdrag van München verguisd.
In deze historische spionageroman schetst Harris hoe Engeland zich in september van 1938 voorbereidt op een oorlog met Duitsland. Hugh Legat, een fictieve privésecretaris van Chamberlain, vliegt met het gezelschap van de premier naar München voor onderhandelingen met Hitler. Hij heeft de opdracht gekregen contact te leggen met zijn oude studievriend Paul von Hartmann, een medewerker van het Ministerie van Buitenlandse zaken die in het geheim lid is van het verzet en die een dringende boodschap voor Chamberlain heeft waarvoor hij bereid is zijn leven te wagen.
Door zijn aandacht voor detail weet Harris de lezer mee te nemen naar de vier dagen in september 1938 die cruciaal waren voor het verloop van de oorlog. Hij verweeft de verzonnen personages en de fictieve verhaallijn over Von Hartmanns boodschap kundig met de historische feiten en wat we weten over mensen die destijds betrokken waren bij de onderhandelingen. Hij weet een redelijk overtuigend verhaal neer te zetten over wat had kunnen gebeuren. De keuze om te focussen op lagere ambtenaren is slim omdat het fictieve verhaal hierdoor aannemelijker wordt. De fictieve gebeurtenissen zijn zelfs zo goed ingepast in de werkelijkheid dat ze voor de leek prima bepaalde beslissingen kunnen verklaren.
Het sterk neerzetten van de omstandigheden en de tijdgeest zijn het beste punt van ‘München 1938’. De dreiging van een naderende oorlog is voelbaar. Daarbij wordt er vooral gefocust op hoe Hitlers heerszuchtigheid de levens van gewone werkende mensen in de war schopte. Het is schokkend hoe vergelijkbaar het leven van de ambitieuze Legat en Von Hartmann zijn met die van hoger opgeleiden nu. Hitlers denkbeelden en de manier waarop hij langzaam zijn zin weet door te drijven doen ook akelig actueel aan en laten je stilstaan bij de politieke situatie van dit moment. Onbewust vraag je je af wat er gaat gebeuren en hoe mensen achteraf met de kennis van dan zullen terugkijken op onze wereld en onze levens.
Hoewel de meeste personages weinig diepgang hebben zijn ze toch interessant door hoe ze zich tot elkaar verhouden. Iedereen heeft eigen belangen. Harris maakt subtiel duidelijk dat er zowel op dit moment als achteraf geen duidelijk “goed” bestond. Von Hartmann maakt deel uit van een groepering die al vroeg op wilde treden tegen Hitler en hoewel deze groep hun vaderlandslievendheid en hun afkeer van Hitler deelt, zijn er ook twijfels en verschillen de meningen over hoe het “probleem Hitler” aangepakt diende te worden. Tegelijkertijd zijn er Britten die om welke reden dan ook niet willen dat Legat de boodschap van Von Hartmann in ontvangst neemt of die er niet naar willen luisteren. Je krijgt begrip voor ieders standpunt en gaat zelfs enigszins begrijpen waarom het niet gelukt is Hitler voor de oorlog af te zetten en waarom niemand hem doodgeschoten heeft.
Bovenal slaagt Harrit erin om de ware betekenis van het citaat van Maitland tot de lezer door te laten dringen. We weten nu dat Hitler vrij spel kreeg door de afspraken in het Verdrag van München. Op het moment dat deze overeenkomst gesloten werd wisten alle partijen echter niet wat er later zou gebeuren en ieder handelde zo goed mogelijk naar eigen inzicht handelde naar de situatie van dat moment. Het heeft iets vervreemdends om met de kennis van nu twee personages over Dachau te horen spreken en je te realiseren dat de naam van deze plek en het woord “concentratiekamp” toen nog niet dezelfde gevoelens opriepen als nu.
Het motto van het boek heeft duidelijk vooral betrekking op Chamberlain: het is makkelijk hem achteraf te veroordelen, maar wat zijn daadwerkelijke gedachten ook waren, hij deed volgens Harris enkel wat hij het beste achtte voor zijn volk. De Britse auteur probeert begrip te kweken voor de toenmalig premier. Die wordt wel heel erg verheerlijkt, maar doordat het verhaal slechts deels vanuit de Engelse kant verteld wordt en er een Duits tegengeluid is, komt Harris hiermee weg.
Toch levert het allemaal ook een ietwat saai verhaal op dat langzaam op gang komt. Het begin is traag en kabbelend. Wat hierbij niet helpt is dat er veel namen genoemd worden, ook van minder prominente figuren dan Chamberlin en Hitler, en dat het lastig is om iedereen uit elkaar te houden. Ook in de rest van het boek gebeurt er niet veel. De grootste spanning zit in de dreiging van oorlog aan het begin van het boek en de vraag of het Von Hartmann zal lukken zijn boodschap over te brengen zonder ontmaskerd te worden als verrader. We weten immers al hoe het is afgelopen met de onderhandelingen en wat er daarna gebeurd is. Het boek moet het dus hebben van de onderhuidse spanning en het gevoel van urgentie in belangrijke scènes zoals de samenzweringsscènes van de groep van Von Hartmann, maar dat laatste ontbreekt. Datzelfde geldt voor de emotie. De enige uitspraak die echt binnenkomt is die van Von Hartmann over het lot van de bewoners van het Sudentenland.
Legat en Von Hartmann treden in afwisselende hoofdstukken als verteller op. In de latere hoofdstukken wordt het rommelig als het perspectief binnen hoofdstukken en soms zelfs fragmenten schuift. Het is, zeker omdat het een audioboek is, niet altijd duidelijk met wie we meekijken. Dit legt een ander probleem bloot: het gebrek aan een duidelijke eigen stem van de personages. Alleen in de fragmenten waarin ze samen zijn en het over politiek hebben wordt duidelijk wie ze zijn.
De flashbacks zijn prima verweven en zijn relevant voor het verhaal omdat ze de achtergrond van de personages duidelijk maken, maar ze vallen toch uit de toon. Datzelfde geldt voor de verhaallijn over het ongelukkige huwelijk van Legat. Die past niet bij het verhaal en krijgt ook te weinig aandacht om echt uit de verf te komen.
Ook het einde van het verhaal overtuigt niet. De kleine wending aan het eind werkt niet omdat een van de hierbij betrokken personages eerder niet genoeg uit de verf komt. Ook wordt er wel erg terloops vooruitgeblikt op hoe het afloopt met een van de personages. Van de ander komen we dat helemaal niet te weten, afgezien van hoe hij privé reageert op wat er in de vier dagen daarvoor gebeurd is en zijn reactie komt uit de lucht vallen en is onlogisch.
Het ontbreken van een nawoord van Harris is een groot gemis. Als lezer wacht je tevergeefs op zijn toelichting; wat is feit en wat fictie, wat gebeurde er hierna en wat heeft hij er eventueel zelf nog over te zeggen wat niet al uit het boek zelf te halen is?
Het audioboek is ingesproken door Jeroen Tjepkema. Zijn stem past bij het verhaal en is op zich prettig om naar te luisteren. Tjepkema leest netjes en degelijk voor; onopvallend en zonder gekkigheden – als hij er eenmaal ingekomen is tenminste, want in het begin beklemtoont hij iets te vaak woorden op de verkeerde momenten. Als je moe bent val je wel zo bij in slaap. In de eerste hoofdstukken worden enkele Duitse termen verkeerd uitgesproken, maar daarna zijn alle uitdrukkingen en zinnen in vreemde talen vlekkeloos.
Met dit citaat van F.W. Maitland begint ‘München 1938’ van Robert Harris. In dit boek neemt Harris het op voor Neville Chamberlain, die in 1938 als premier van Engeland samen met de afgevaardigden van Frankrijk, Italië en Duitsland in München een verdrag sloot om een tweede grote oorlog te voorkomen. Door het (tijdelijk) veiligstellen van “peace for our time” werd hij destijds als grote held gezien, maar nadat de Tweede Wereldoorlog nog geen jaar later alsnog uitbrak werden het optreden van Chamberlain en het Verdrag van München verguisd.
In deze historische spionageroman schetst Harris hoe Engeland zich in september van 1938 voorbereidt op een oorlog met Duitsland. Hugh Legat, een fictieve privésecretaris van Chamberlain, vliegt met het gezelschap van de premier naar München voor onderhandelingen met Hitler. Hij heeft de opdracht gekregen contact te leggen met zijn oude studievriend Paul von Hartmann, een medewerker van het Ministerie van Buitenlandse zaken die in het geheim lid is van het verzet en die een dringende boodschap voor Chamberlain heeft waarvoor hij bereid is zijn leven te wagen.
Door zijn aandacht voor detail weet Harris de lezer mee te nemen naar de vier dagen in september 1938 die cruciaal waren voor het verloop van de oorlog. Hij verweeft de verzonnen personages en de fictieve verhaallijn over Von Hartmanns boodschap kundig met de historische feiten en wat we weten over mensen die destijds betrokken waren bij de onderhandelingen. Hij weet een redelijk overtuigend verhaal neer te zetten over wat had kunnen gebeuren. De keuze om te focussen op lagere ambtenaren is slim omdat het fictieve verhaal hierdoor aannemelijker wordt. De fictieve gebeurtenissen zijn zelfs zo goed ingepast in de werkelijkheid dat ze voor de leek prima bepaalde beslissingen kunnen verklaren.
Het sterk neerzetten van de omstandigheden en de tijdgeest zijn het beste punt van ‘München 1938’. De dreiging van een naderende oorlog is voelbaar. Daarbij wordt er vooral gefocust op hoe Hitlers heerszuchtigheid de levens van gewone werkende mensen in de war schopte. Het is schokkend hoe vergelijkbaar het leven van de ambitieuze Legat en Von Hartmann zijn met die van hoger opgeleiden nu. Hitlers denkbeelden en de manier waarop hij langzaam zijn zin weet door te drijven doen ook akelig actueel aan en laten je stilstaan bij de politieke situatie van dit moment. Onbewust vraag je je af wat er gaat gebeuren en hoe mensen achteraf met de kennis van dan zullen terugkijken op onze wereld en onze levens.
Hoewel de meeste personages weinig diepgang hebben zijn ze toch interessant door hoe ze zich tot elkaar verhouden. Iedereen heeft eigen belangen. Harris maakt subtiel duidelijk dat er zowel op dit moment als achteraf geen duidelijk “goed” bestond. Von Hartmann maakt deel uit van een groepering die al vroeg op wilde treden tegen Hitler en hoewel deze groep hun vaderlandslievendheid en hun afkeer van Hitler deelt, zijn er ook twijfels en verschillen de meningen over hoe het “probleem Hitler” aangepakt diende te worden. Tegelijkertijd zijn er Britten die om welke reden dan ook niet willen dat Legat de boodschap van Von Hartmann in ontvangst neemt of die er niet naar willen luisteren. Je krijgt begrip voor ieders standpunt en gaat zelfs enigszins begrijpen waarom het niet gelukt is Hitler voor de oorlog af te zetten en waarom niemand hem doodgeschoten heeft.
Bovenal slaagt Harrit erin om de ware betekenis van het citaat van Maitland tot de lezer door te laten dringen. We weten nu dat Hitler vrij spel kreeg door de afspraken in het Verdrag van München. Op het moment dat deze overeenkomst gesloten werd wisten alle partijen echter niet wat er later zou gebeuren en ieder handelde zo goed mogelijk naar eigen inzicht handelde naar de situatie van dat moment. Het heeft iets vervreemdends om met de kennis van nu twee personages over Dachau te horen spreken en je te realiseren dat de naam van deze plek en het woord “concentratiekamp” toen nog niet dezelfde gevoelens opriepen als nu.
Het motto van het boek heeft duidelijk vooral betrekking op Chamberlain: het is makkelijk hem achteraf te veroordelen, maar wat zijn daadwerkelijke gedachten ook waren, hij deed volgens Harris enkel wat hij het beste achtte voor zijn volk. De Britse auteur probeert begrip te kweken voor de toenmalig premier. Die wordt wel heel erg verheerlijkt, maar doordat het verhaal slechts deels vanuit de Engelse kant verteld wordt en er een Duits tegengeluid is, komt Harris hiermee weg.
Toch levert het allemaal ook een ietwat saai verhaal op dat langzaam op gang komt. Het begin is traag en kabbelend. Wat hierbij niet helpt is dat er veel namen genoemd worden, ook van minder prominente figuren dan Chamberlin en Hitler, en dat het lastig is om iedereen uit elkaar te houden. Ook in de rest van het boek gebeurt er niet veel. De grootste spanning zit in de dreiging van oorlog aan het begin van het boek en de vraag of het Von Hartmann zal lukken zijn boodschap over te brengen zonder ontmaskerd te worden als verrader. We weten immers al hoe het is afgelopen met de onderhandelingen en wat er daarna gebeurd is. Het boek moet het dus hebben van de onderhuidse spanning en het gevoel van urgentie in belangrijke scènes zoals de samenzweringsscènes van de groep van Von Hartmann, maar dat laatste ontbreekt. Datzelfde geldt voor de emotie. De enige uitspraak die echt binnenkomt is die van Von Hartmann over het lot van de bewoners van het Sudentenland.
Legat en Von Hartmann treden in afwisselende hoofdstukken als verteller op. In de latere hoofdstukken wordt het rommelig als het perspectief binnen hoofdstukken en soms zelfs fragmenten schuift. Het is, zeker omdat het een audioboek is, niet altijd duidelijk met wie we meekijken. Dit legt een ander probleem bloot: het gebrek aan een duidelijke eigen stem van de personages. Alleen in de fragmenten waarin ze samen zijn en het over politiek hebben wordt duidelijk wie ze zijn.
De flashbacks zijn prima verweven en zijn relevant voor het verhaal omdat ze de achtergrond van de personages duidelijk maken, maar ze vallen toch uit de toon. Datzelfde geldt voor de verhaallijn over het ongelukkige huwelijk van Legat. Die past niet bij het verhaal en krijgt ook te weinig aandacht om echt uit de verf te komen.
Ook het einde van het verhaal overtuigt niet. De kleine wending aan het eind werkt niet omdat een van de hierbij betrokken personages eerder niet genoeg uit de verf komt. Ook wordt er wel erg terloops vooruitgeblikt op hoe het afloopt met een van de personages. Van de ander komen we dat helemaal niet te weten, afgezien van hoe hij privé reageert op wat er in de vier dagen daarvoor gebeurd is en zijn reactie komt uit de lucht vallen en is onlogisch.
Het ontbreken van een nawoord van Harris is een groot gemis. Als lezer wacht je tevergeefs op zijn toelichting; wat is feit en wat fictie, wat gebeurde er hierna en wat heeft hij er eventueel zelf nog over te zeggen wat niet al uit het boek zelf te halen is?
Het audioboek is ingesproken door Jeroen Tjepkema. Zijn stem past bij het verhaal en is op zich prettig om naar te luisteren. Tjepkema leest netjes en degelijk voor; onopvallend en zonder gekkigheden – als hij er eenmaal ingekomen is tenminste, want in het begin beklemtoont hij iets te vaak woorden op de verkeerde momenten. Als je moe bent val je wel zo bij in slaap. In de eerste hoofdstukken worden enkele Duitse termen verkeerd uitgesproken, maar daarna zijn alle uitdrukkingen en zinnen in vreemde talen vlekkeloos.
1
Reageer op deze recensie