Lezersrecensie
Wat is mijn geschiedenis. Wat is mijn biografie.
Vrij: opgroeien aan het einde van de geschiedenis – Lea Ypi
Dit vlot leesbare boek is een non-fictie. roman over de persoonlijke belevingen van Lea Ypi in Albanië. Het is een prachtig tijdsdocument van een land dat voor ons destijds ver buiten ons bereik, belangstelling lag. Het land had als een Noord-Korea van nu, zijn grenzen gesloten voor buitenland én binnenland. Albanië heeft geen vriendschappelijke banden meer met Joegoslavië, met de Sovjet Unie, met China. Over die gesloten grenzen kwam weinig tot geen informatie tot ons.
In dit land groeit Lea op. Op de basisschool vertelt juf Nora haar: wij hebben het socialisme en dat geeft ons vrijheid. Bovendien kameraad oom Enver staat achter ons. De 11-jarige Lea wordt door dit onderwijs zo geïndoctrineerd dat zij de mensenmassa in 1990 niet begrijpt, die “vrijheid democratie!” gillen. Als zij dit thuis vertelt, zijn zij zeer terughoudend met commentaar. Lea haalt haar uitleg bij juf Nora.
De studenten sluiten zich bij deze protesten aan en namen het initiatief over. Zij wilden politiek pluralisme, echte democratie en vrijheid.
Lea merkt dat haar liefde voor de partij niet door haar familie wordt gedeeld. Haar moeder kwam uit een rijke familie en die had (!) destijds veel bezit. Hoe kun je nu rijk zijn, twijfelt Lea, dat kreeg je toch alleen maar door kapitalistische uitbuiting!
Beide ouders kwamen uit een familie van intellectuelen.
Haar vader was de achterkleinzoon van de premier van Albanië: Xhaferr Ypi .
Hij werd de Albanese quisling, de landverrader. Hij was de vijand van het volk geworden, toen er in de jaren 1940 zuiveringen van links werden doorgevoerd. Veel van zijn familie is slachtoffer geworden van het communisme.
Lea leert om op school te zeggen dat die naamsgelijkheid die zij heeft met die ‘volksvijand’ puur toeval is.
Er wordt er veel van haar familiegeschiedenis verzwegen, men vindt het te gevaarlijk om het aan Lea te onthullen, totdat er in 1990 iets wezenlijks verandert. Door de twijfel van mijn ouders begon ik ook te twijfelen. Mijn wereldbeeld wankelde, was -wat ik had geloofd- wel de waarheid? Klopte alles wat ik dacht te weten over mezelf en mijn familie nog wel?
“… mijn levensverhaal werd het zoeken naar de juiste vragen, vragen die nog nooit in me opgekomen waren…”(p.41)
In december 1990 werd Albanië officieel een meer-partijen staat. Lea staart ongelovig naar de teevee… waarom is er een einde gekomen aan het socialisme. Haar grondvesten schudden.. Zij had er heilig in geloofd. Wat nu? Haar ouders zeggen nooit in de Partij te hebben geloofd.
Lea hoort dan het echte verhaal van haar ouders en haar grootmoeder, haar echte achtergrond van familie, overtuigingen, opleidingen. Dan hoort ze ook de bizarre waarheid achter ‘universiteiten, afstuderen’.
Lea is verbijsterd, zij twijfelt: dingen waren eerst het ene, toen het andere…. Ik was iemand, toen werd ik iemand anders…
Er kwamen vrije verkiezingen. Beide ouders verloren hun baan. Moeder werd met vervroegd pensioen gestuurd 46 jaar en het kantoor van vader werd gesloten. Mijn moeder werd lid van de oppositiepartij en leider van de Nationale Vrouwenbond. Zij was erg druk, gaf overal lezingen en stond vaker op het podium dan thuis om het eten klaar te maken.(p. 214)
Mijn vader kreeg een nieuwe baan in de haven. Hij werd algemeen directeur. Hij moest bezuinigingen doorvoeren.
“… in het verleden was hij schuldig geweest, hij was slachtoffer geweest…. Nu moest hij dader worden… slachtoffers maken… mensen ontslaan….? Hij heeft de ontslagen nooit doorgezet…” (p.270)
Lea krijgt zelf ook haar portie beproevingen. Haar grootmoeder Nini adviseert: Niet huilen, doe iets, zoek een bezigheid. Lea wordt vrijwilliger bij het Rode Kruis.
De crisis is nog niet voorbij. Albanië valt uit elkaar. De aanleiding voor de burgeroorlog in 1997 zijn de piramide-fondsen. In Albanië had iedereen hierin geïnvesteerd…. Iedereen raakte alles kwijt, de fondsen gingen bankroet.
Het land vervalt tot een burgeroorlog.
Lea vraagt zich af hoe ze hier verslag van moet doen en doet het via haar dagboek. Ze is een puber, tussen de gebeurtenissen door, lees je ook over haar verliefdheden. Dit staat schril tegenover de gebeurtenissen van haar ouders: haar moeder en haar broer vluchten (niemand wist ervan) haar vader komt terug uit Tirana.
Door een sterk stijlfiguur: de herhaling van ‘ik accepteerde ..’ dringt het diep tot de lezer door wat ze heeft door gemaakt, ze accepteert alles, ook al was het absurd!
Dit vlot leesbare boek is niet alleen maar kommer en kwel. Het schetst dan wel de teloor gang van het socialisme, de intense twijfels van Lea, maar er zitten ook vermakelijke verhalen tussen zoals
* de historie van het cola-blikje.
* de raad van grootmoeder Nini voordat ze aankomen in Griekenland: ”schrijf op wat je allemaal voor het eerst ziet!” en “laten we de lunchdoosjes bewaren. * het eindexamen met de zwarte humor: “Niemand gaat falen", zegt de leraar.
Lea gaat filosofie studeren. Ze vertrekt naar Italië. Ik ben nooit meer terug gegaan! (p.324)
Het motto is begrijpelijk :
“… mensen maken geen geschiedenis omdat ze dat willen. Maar ze maken wel geschiedenis…” (p.7)
Dit vlot leesbare boek is een non-fictie. roman over de persoonlijke belevingen van Lea Ypi in Albanië. Het is een prachtig tijdsdocument van een land dat voor ons destijds ver buiten ons bereik, belangstelling lag. Het land had als een Noord-Korea van nu, zijn grenzen gesloten voor buitenland én binnenland. Albanië heeft geen vriendschappelijke banden meer met Joegoslavië, met de Sovjet Unie, met China. Over die gesloten grenzen kwam weinig tot geen informatie tot ons.
In dit land groeit Lea op. Op de basisschool vertelt juf Nora haar: wij hebben het socialisme en dat geeft ons vrijheid. Bovendien kameraad oom Enver staat achter ons. De 11-jarige Lea wordt door dit onderwijs zo geïndoctrineerd dat zij de mensenmassa in 1990 niet begrijpt, die “vrijheid democratie!” gillen. Als zij dit thuis vertelt, zijn zij zeer terughoudend met commentaar. Lea haalt haar uitleg bij juf Nora.
De studenten sluiten zich bij deze protesten aan en namen het initiatief over. Zij wilden politiek pluralisme, echte democratie en vrijheid.
Lea merkt dat haar liefde voor de partij niet door haar familie wordt gedeeld. Haar moeder kwam uit een rijke familie en die had (!) destijds veel bezit. Hoe kun je nu rijk zijn, twijfelt Lea, dat kreeg je toch alleen maar door kapitalistische uitbuiting!
Beide ouders kwamen uit een familie van intellectuelen.
Haar vader was de achterkleinzoon van de premier van Albanië: Xhaferr Ypi .
Hij werd de Albanese quisling, de landverrader. Hij was de vijand van het volk geworden, toen er in de jaren 1940 zuiveringen van links werden doorgevoerd. Veel van zijn familie is slachtoffer geworden van het communisme.
Lea leert om op school te zeggen dat die naamsgelijkheid die zij heeft met die ‘volksvijand’ puur toeval is.
Er wordt er veel van haar familiegeschiedenis verzwegen, men vindt het te gevaarlijk om het aan Lea te onthullen, totdat er in 1990 iets wezenlijks verandert. Door de twijfel van mijn ouders begon ik ook te twijfelen. Mijn wereldbeeld wankelde, was -wat ik had geloofd- wel de waarheid? Klopte alles wat ik dacht te weten over mezelf en mijn familie nog wel?
“… mijn levensverhaal werd het zoeken naar de juiste vragen, vragen die nog nooit in me opgekomen waren…”(p.41)
In december 1990 werd Albanië officieel een meer-partijen staat. Lea staart ongelovig naar de teevee… waarom is er een einde gekomen aan het socialisme. Haar grondvesten schudden.. Zij had er heilig in geloofd. Wat nu? Haar ouders zeggen nooit in de Partij te hebben geloofd.
Lea hoort dan het echte verhaal van haar ouders en haar grootmoeder, haar echte achtergrond van familie, overtuigingen, opleidingen. Dan hoort ze ook de bizarre waarheid achter ‘universiteiten, afstuderen’.
Lea is verbijsterd, zij twijfelt: dingen waren eerst het ene, toen het andere…. Ik was iemand, toen werd ik iemand anders…
Er kwamen vrije verkiezingen. Beide ouders verloren hun baan. Moeder werd met vervroegd pensioen gestuurd 46 jaar en het kantoor van vader werd gesloten. Mijn moeder werd lid van de oppositiepartij en leider van de Nationale Vrouwenbond. Zij was erg druk, gaf overal lezingen en stond vaker op het podium dan thuis om het eten klaar te maken.(p. 214)
Mijn vader kreeg een nieuwe baan in de haven. Hij werd algemeen directeur. Hij moest bezuinigingen doorvoeren.
“… in het verleden was hij schuldig geweest, hij was slachtoffer geweest…. Nu moest hij dader worden… slachtoffers maken… mensen ontslaan….? Hij heeft de ontslagen nooit doorgezet…” (p.270)
Lea krijgt zelf ook haar portie beproevingen. Haar grootmoeder Nini adviseert: Niet huilen, doe iets, zoek een bezigheid. Lea wordt vrijwilliger bij het Rode Kruis.
De crisis is nog niet voorbij. Albanië valt uit elkaar. De aanleiding voor de burgeroorlog in 1997 zijn de piramide-fondsen. In Albanië had iedereen hierin geïnvesteerd…. Iedereen raakte alles kwijt, de fondsen gingen bankroet.
Het land vervalt tot een burgeroorlog.
Lea vraagt zich af hoe ze hier verslag van moet doen en doet het via haar dagboek. Ze is een puber, tussen de gebeurtenissen door, lees je ook over haar verliefdheden. Dit staat schril tegenover de gebeurtenissen van haar ouders: haar moeder en haar broer vluchten (niemand wist ervan) haar vader komt terug uit Tirana.
Door een sterk stijlfiguur: de herhaling van ‘ik accepteerde ..’ dringt het diep tot de lezer door wat ze heeft door gemaakt, ze accepteert alles, ook al was het absurd!
Dit vlot leesbare boek is niet alleen maar kommer en kwel. Het schetst dan wel de teloor gang van het socialisme, de intense twijfels van Lea, maar er zitten ook vermakelijke verhalen tussen zoals
* de historie van het cola-blikje.
* de raad van grootmoeder Nini voordat ze aankomen in Griekenland: ”schrijf op wat je allemaal voor het eerst ziet!” en “laten we de lunchdoosjes bewaren. * het eindexamen met de zwarte humor: “Niemand gaat falen", zegt de leraar.
Lea gaat filosofie studeren. Ze vertrekt naar Italië. Ik ben nooit meer terug gegaan! (p.324)
Het motto is begrijpelijk :
“… mensen maken geen geschiedenis omdat ze dat willen. Maar ze maken wel geschiedenis…” (p.7)
1
Reageer op deze recensie