Lezersrecensie
Vrienden voor het leven, kan dat?
Narcis - Judth Fanto
Vrienden voor het leven, kan dat?
Hermann, Manno in het dagelijks leven, woont met zijn moeder bij zijn oma in Haarlem. Zijn vader is Weens officier in het leger. In de zomer van 1916 overlijden vrij snel na elkaar zijn oma en zijn moeder. Vader kan niet voor hem zorgen. Dan eist zijn Oostenrijkse tante Edmonda hem op. Manno verhuist van een land in vrede naar in stad in oorlog.
“ In de stationshal in Oostenrijk op perron drie was mijn oude leven afgelopen. Een nieuwe akte in mijn leven begon.”
Tante Edmonda droeg een harnas van ‘parfum’. Zij geurde kwaadaardig naar 4711. Zij gaf Manno een harde opvoeding en huurde de heer Reines in, zijn thuisleraar, om hem ‘gründlich Deutsch’ te leren. Reines heeft in de gaten dat Manno heel goed kan tekenen. Op voorspraak van hem mag hij tekenlessen volgen, mits (is de eis van tante Edmonda) hij ook leert piano spelen. Daar mee wil zij de ‘blits’ maken.
Als Edmonda in de zomer naar Baden ‘verhuist’ mag ik naar het kinderpension van de familie Wittgenstein.
Daar leert hij nieuwe vrienden kennen, er vormt zich een hechte vriendengroep rondom Manno met een diversiteit aan achtergronden en overtuigingen.
Franzi en Max komen uit de Joodse gemeenschap, Béla is homo, Lotte en Bertl komen uit de gegoede burgerij. Deze laatste twee blijken later nazi sympathieën te hebben. Manno beweegt zich in het midden van deze groep, bijna als een spin in de web.
De vriendengroep weerspiegelt de verdeelde samenleving in Wenen. Daar komen zij elk jaar weer bij elkaar. Ze plannen een vakantie naar Altaussee in het laaggebergte. Een rotsachtig doods gebergte waar niets wil groeien. In de almen daarentegen treffen ze een paradijs aan wilde narcissen, wat een bedwelmende geur. Béla die bioloog en geurcomponist is, weet de vrienden te overtuigen van de mogelijkheid om deze bloemen in zijn parfums te gebruiken. Met paard en wagen trekken ze er later heen om de narciskopjes te oogsten.
Na de middelbare school solliciteert Manno bij de kunstacademie. De toelatingscommissie oordeelt: U bent een voortreffelijk tekenaar, maar geen kunstenaar. Schrijft u zich in bij de restauratie afdeling.
De vrienden verliezen elkaar uit het oog. Max studeert wel in Wenen natuur en scheikunde en Franzi: Engels
Ze organiseren een ontmoeting met de hele vriendenclub.
“… we keerden terug in het universum van onze jeugd, een wereld waarin ieder elkaar wederkerig beschermt, het beste gunt en het hart zijn spel speet onafhankelijk van het denken…” (p.82)
Dit vormt wel de kern van deze groep, maar of het voor altijd geldt?
De polarisatie van de samenleving dringt in de vriendengroep door. De kern van de rijken en de katholieke gemeenschap maken een socialistische onderklasse, waar o.a. de Joden toe behoren en waarin de homoseksuelen een outcast vormen. Racisme en vervolging door nazi’s is het gevolg.
De grondvraag van het boek is dan ook: Wat is vriendschap? Hoe ontstaat die chemische verbinding tussen mensen die een diepe hechte vriendschap maakt. En wat als die verbinding wordt verbroken? Mag je als vrienden geheimen hebben voor elkaar? Of ‘eist’ werkelijke vriendschap absolute openheid. Is het hebben van geheimen een grondrecht van elk lid van de groep?
Manno wil graag de band in stand houden, deze groep is als zijn familie. Hij ervaart het verlies van zijn oma en van zijn moeder als een trauma. De groep heeft, binnen deze roman, het ‘found family karakter’ en wordt instrumenteel ingezet om Manno beter uit de verf te laten komen.
Naast een intense vriendschapsband ervaart Manno ook een diep verdriet over de vervolging van homo’s, verdriet over Béla.Verdriet over het gemis van zijn Joodse vrienden. Dringt het verraad ook door binnen deze groep? Hoe stel je je dan op?
De bron van dit boek wordt gevormd door een van de vele verhalen binnen de familie Fanto. Een verhaal handelend over vriendschap, maar ook over verraad en hoe daar mee om te gaan.
Door de ogen van Manno, een nauwkeurige observator en beschouwer, leren we de historie van het Interbellum en het oprukkend nazisme kennen. Door zijn ogen, door zijn zintuigen neem je de wereld waar.
Zeker, er is ook sprake van een plot. Dat wordt zorgvuldig opgebouwd. Het sijpelt langzaam door. De verpletterende ontknoping blijft nog lang nazinderen!
Een prachtige roman. Aanbevolen!!
Vrienden voor het leven, kan dat?
Hermann, Manno in het dagelijks leven, woont met zijn moeder bij zijn oma in Haarlem. Zijn vader is Weens officier in het leger. In de zomer van 1916 overlijden vrij snel na elkaar zijn oma en zijn moeder. Vader kan niet voor hem zorgen. Dan eist zijn Oostenrijkse tante Edmonda hem op. Manno verhuist van een land in vrede naar in stad in oorlog.
“ In de stationshal in Oostenrijk op perron drie was mijn oude leven afgelopen. Een nieuwe akte in mijn leven begon.”
Tante Edmonda droeg een harnas van ‘parfum’. Zij geurde kwaadaardig naar 4711. Zij gaf Manno een harde opvoeding en huurde de heer Reines in, zijn thuisleraar, om hem ‘gründlich Deutsch’ te leren. Reines heeft in de gaten dat Manno heel goed kan tekenen. Op voorspraak van hem mag hij tekenlessen volgen, mits (is de eis van tante Edmonda) hij ook leert piano spelen. Daar mee wil zij de ‘blits’ maken.
Als Edmonda in de zomer naar Baden ‘verhuist’ mag ik naar het kinderpension van de familie Wittgenstein.
Daar leert hij nieuwe vrienden kennen, er vormt zich een hechte vriendengroep rondom Manno met een diversiteit aan achtergronden en overtuigingen.
Franzi en Max komen uit de Joodse gemeenschap, Béla is homo, Lotte en Bertl komen uit de gegoede burgerij. Deze laatste twee blijken later nazi sympathieën te hebben. Manno beweegt zich in het midden van deze groep, bijna als een spin in de web.
De vriendengroep weerspiegelt de verdeelde samenleving in Wenen. Daar komen zij elk jaar weer bij elkaar. Ze plannen een vakantie naar Altaussee in het laaggebergte. Een rotsachtig doods gebergte waar niets wil groeien. In de almen daarentegen treffen ze een paradijs aan wilde narcissen, wat een bedwelmende geur. Béla die bioloog en geurcomponist is, weet de vrienden te overtuigen van de mogelijkheid om deze bloemen in zijn parfums te gebruiken. Met paard en wagen trekken ze er later heen om de narciskopjes te oogsten.
Na de middelbare school solliciteert Manno bij de kunstacademie. De toelatingscommissie oordeelt: U bent een voortreffelijk tekenaar, maar geen kunstenaar. Schrijft u zich in bij de restauratie afdeling.
De vrienden verliezen elkaar uit het oog. Max studeert wel in Wenen natuur en scheikunde en Franzi: Engels
Ze organiseren een ontmoeting met de hele vriendenclub.
“… we keerden terug in het universum van onze jeugd, een wereld waarin ieder elkaar wederkerig beschermt, het beste gunt en het hart zijn spel speet onafhankelijk van het denken…” (p.82)
Dit vormt wel de kern van deze groep, maar of het voor altijd geldt?
De polarisatie van de samenleving dringt in de vriendengroep door. De kern van de rijken en de katholieke gemeenschap maken een socialistische onderklasse, waar o.a. de Joden toe behoren en waarin de homoseksuelen een outcast vormen. Racisme en vervolging door nazi’s is het gevolg.
De grondvraag van het boek is dan ook: Wat is vriendschap? Hoe ontstaat die chemische verbinding tussen mensen die een diepe hechte vriendschap maakt. En wat als die verbinding wordt verbroken? Mag je als vrienden geheimen hebben voor elkaar? Of ‘eist’ werkelijke vriendschap absolute openheid. Is het hebben van geheimen een grondrecht van elk lid van de groep?
Manno wil graag de band in stand houden, deze groep is als zijn familie. Hij ervaart het verlies van zijn oma en van zijn moeder als een trauma. De groep heeft, binnen deze roman, het ‘found family karakter’ en wordt instrumenteel ingezet om Manno beter uit de verf te laten komen.
Naast een intense vriendschapsband ervaart Manno ook een diep verdriet over de vervolging van homo’s, verdriet over Béla.Verdriet over het gemis van zijn Joodse vrienden. Dringt het verraad ook door binnen deze groep? Hoe stel je je dan op?
De bron van dit boek wordt gevormd door een van de vele verhalen binnen de familie Fanto. Een verhaal handelend over vriendschap, maar ook over verraad en hoe daar mee om te gaan.
Door de ogen van Manno, een nauwkeurige observator en beschouwer, leren we de historie van het Interbellum en het oprukkend nazisme kennen. Door zijn ogen, door zijn zintuigen neem je de wereld waar.
Zeker, er is ook sprake van een plot. Dat wordt zorgvuldig opgebouwd. Het sijpelt langzaam door. De verpletterende ontknoping blijft nog lang nazinderen!
Een prachtige roman. Aanbevolen!!
1
Reageer op deze recensie