Lezersrecensie
Met wisselende sleutels ontgrendel je het huis een prachtige leeservaring.
Wentelingen - Dietske Geerlings.
Met wisselende sleutels ontgrendel je het huis
een prachtige leeservaring.
Het lezen van een roman van Dietske Geerlings is altijd een rijke ervaring. Het zijn niet oppervlakkige verhalen en wat je leest laat je nadenken. Wat zou ik zelf gedaan hebben? Filosoferen over de inhoud. Hoe kom je in het huis van haar verhaal? Je gedachten gaan, alsof ze in het rad van de illustratie zitten… het draait maar door.
De roman begint met een gedicht van Paul Celan. Het werk van deze dichter ken ik niet, dus eerst een onderzoek gedaan naar zijn werk en de thema’s waar hij over dicht. “Celan voelde zich opgejaagd door schuldgevoel als overlevende van de kampen” lees ik. Dat zou me al op een bepaald lees-spoor kunnen zetten.
De gebeurtenissen in Wentelingen worden vanuit de personages met wisselend perspectief verteld. Hun overeenkomst is dat ze allemaal met een bepaalde gebeurtenis in hun leven worstelen. Zij kunnen er niet over spreken en sluiten ‘het’ in zichzelf op. Vindt maar eens de juiste sleutel.
Het is duidelijk wanneer de wisselingen plaats vinden en vanuit welk personage je leest.
Het lezen is als een ervaring in een reuzenrad. Je stapt in en, voor je het weet, is het rad gaan draaien. Je kunt er niet meer uit. Je kijkt naar de bakjes voor en achter je. Wie zijn de passagiers? Elisa en haar man Jozef, of elk apart. Elisa heeft een nauwe band met Raf, haar oudste en het kleine kind Vik. Ook Matthieu, de mede-kompel van Jozef, heeft een bakje!
Het rad wentelt door.
Het wentelt door het leven,
het wentelt door de levens van de personages.
Het wentelt het duister in naar licht naar donker naar licht.
Het wentelt als de trage rondgang van het lot!
Jozef en zijn kompels gaan de mijn in. Zijn zoon Raf (Rafael) mag voor de eerste keer mee. Beneden ontfermt Matthieu zich over hem. Het donker… een onvergetelijke ervaring. Maar dan denkt hij aan het gezicht van zijn vader:
Het rad draait piepend en krakend van donker naar licht naar donker naar licht. Het draait voor zijn ogen, toch geeft het hem volstrekte rust… (p.60) .
Jarenlang stapelen herinneringen zich op, vervormen zich door het gewicht en door hemzelf. Een totaalervaring vanuit het niets overdondert hem totaal!
In drie hoofddelen met een proloog en een epiloog wordt het verhaal verteld.
Alle delen lopen in elkaar door, maar duidelijk is bij wie het hoofdaccent ligt. In prachtige poëtische taal ben je deel van de gebeurtenissen. Voel je hun verwarring, voel je hun bedoelingen.
Het is als de dichtkunst van Celan. Dat wordt wel hermetische dichtkunst genoemd. Het is hard werken om het te begrijpen. Zijn gedichten zijn: als vallen en opstaan. Als een draaiend rad?
Elisa is op weg, ze loopt de heuvel op naar de kapel. Daar wil ze haar rust vinden. Ze wil tekenen schilderen, maar er verschijnt niet wat ze wil. Ze ‘vernietigt’ het. Laat het zich vernietigen? Elisa loopt naar buiten en ziet een hert. Het hert is een spiritueel teken om je eigen pad te volgen. Meerdere keren komt het hert tevoorschijn.
Matthieu is op weg:
“… lopen… hij wil lopen… lopen geeft hem de tijd terug… zoveel jaren die hij terug moet lopen… terug… terwijl hij verder stapt in de tijd.
“… de tijd wordt vloeibaar…”(p.19)
Raf is op weg. Hij is moe, gaat even zitten. Dan voelt hij het ‘beest’ in zijn nek!
“… in een fractie van een seconde tuimelt hij door een barst in de tijd de diepte in…”(p.21)
Stap als lezer mee in dit rad, maak wentelingen, verwonder je over de symbolische taal, geniet van de prachtige poëtische zinnen en beelden.
Het is weer een ‘Pareltje’ dat Dietske Geerlings geschreven heeft.
Met wisselende sleutels ontgrendel je het huis
een prachtige leeservaring.
Het lezen van een roman van Dietske Geerlings is altijd een rijke ervaring. Het zijn niet oppervlakkige verhalen en wat je leest laat je nadenken. Wat zou ik zelf gedaan hebben? Filosoferen over de inhoud. Hoe kom je in het huis van haar verhaal? Je gedachten gaan, alsof ze in het rad van de illustratie zitten… het draait maar door.
De roman begint met een gedicht van Paul Celan. Het werk van deze dichter ken ik niet, dus eerst een onderzoek gedaan naar zijn werk en de thema’s waar hij over dicht. “Celan voelde zich opgejaagd door schuldgevoel als overlevende van de kampen” lees ik. Dat zou me al op een bepaald lees-spoor kunnen zetten.
De gebeurtenissen in Wentelingen worden vanuit de personages met wisselend perspectief verteld. Hun overeenkomst is dat ze allemaal met een bepaalde gebeurtenis in hun leven worstelen. Zij kunnen er niet over spreken en sluiten ‘het’ in zichzelf op. Vindt maar eens de juiste sleutel.
Het is duidelijk wanneer de wisselingen plaats vinden en vanuit welk personage je leest.
Het lezen is als een ervaring in een reuzenrad. Je stapt in en, voor je het weet, is het rad gaan draaien. Je kunt er niet meer uit. Je kijkt naar de bakjes voor en achter je. Wie zijn de passagiers? Elisa en haar man Jozef, of elk apart. Elisa heeft een nauwe band met Raf, haar oudste en het kleine kind Vik. Ook Matthieu, de mede-kompel van Jozef, heeft een bakje!
Het rad wentelt door.
Het wentelt door het leven,
het wentelt door de levens van de personages.
Het wentelt het duister in naar licht naar donker naar licht.
Het wentelt als de trage rondgang van het lot!
Jozef en zijn kompels gaan de mijn in. Zijn zoon Raf (Rafael) mag voor de eerste keer mee. Beneden ontfermt Matthieu zich over hem. Het donker… een onvergetelijke ervaring. Maar dan denkt hij aan het gezicht van zijn vader:
Het rad draait piepend en krakend van donker naar licht naar donker naar licht. Het draait voor zijn ogen, toch geeft het hem volstrekte rust… (p.60) .
Jarenlang stapelen herinneringen zich op, vervormen zich door het gewicht en door hemzelf. Een totaalervaring vanuit het niets overdondert hem totaal!
In drie hoofddelen met een proloog en een epiloog wordt het verhaal verteld.
Alle delen lopen in elkaar door, maar duidelijk is bij wie het hoofdaccent ligt. In prachtige poëtische taal ben je deel van de gebeurtenissen. Voel je hun verwarring, voel je hun bedoelingen.
Het is als de dichtkunst van Celan. Dat wordt wel hermetische dichtkunst genoemd. Het is hard werken om het te begrijpen. Zijn gedichten zijn: als vallen en opstaan. Als een draaiend rad?
Elisa is op weg, ze loopt de heuvel op naar de kapel. Daar wil ze haar rust vinden. Ze wil tekenen schilderen, maar er verschijnt niet wat ze wil. Ze ‘vernietigt’ het. Laat het zich vernietigen? Elisa loopt naar buiten en ziet een hert. Het hert is een spiritueel teken om je eigen pad te volgen. Meerdere keren komt het hert tevoorschijn.
Matthieu is op weg:
“… lopen… hij wil lopen… lopen geeft hem de tijd terug… zoveel jaren die hij terug moet lopen… terug… terwijl hij verder stapt in de tijd.
“… de tijd wordt vloeibaar…”(p.19)
Raf is op weg. Hij is moe, gaat even zitten. Dan voelt hij het ‘beest’ in zijn nek!
“… in een fractie van een seconde tuimelt hij door een barst in de tijd de diepte in…”(p.21)
Stap als lezer mee in dit rad, maak wentelingen, verwonder je over de symbolische taal, geniet van de prachtige poëtische zinnen en beelden.
Het is weer een ‘Pareltje’ dat Dietske Geerlings geschreven heeft.
1
Reageer op deze recensie