Wie kan het raadsel oplossen?

Een eerder lange proloog schetst het begin van het verhaal.
Een groepje avonturiers haalt in 1995 in de Middellandse Zee een schat uit een oud Romeins vrachtschip boven. Een zekere Ronald Croessens zal zorgen voor de ‘afhandeling’ en de verdeling. Hoe minder personen er overblijven, des te makkelijker gaat de verdeling. En laat Croessens nu net zijn kost verdienen als huurmoordenaar.
Twintig jaar later verlaat diezelfde Croessens de gevangenis. Hij wil uiteraard zijn vroeger vergaarde rijkdom terug. Personen die hem daarbij in de weg staan, worden koelbloedig uit de weg geruimd, meestal met een bijzonder wapen, een handboog met dartspijltjes.

Het eigenlijke verhaal gaat over het echtpaar Steven en Anna Vanderwal, de nieuwe eigenaars van Croessens’ oude villa die ze grondig willen verbouwen. Steven is als privédetective getriggerd door de geheimzinnigheid die er rond de oude villa en het gedrag van zijn opdringerige buurman Gilbert hangt. De dementerende oude Croessens geeft zijn informatie enkel via cryptogrammen prijs.
Kan Steven het laatste cryptogram van Croessens ontcijferen? Was er werkelijk sprake van een verborgen schat? En waarom wordt het rijtje eigenaardigde moordgevallen alsmaar langer?

Swertvaegher heeft een spannend verhaal neergezet. Het personage Steven wordt aanvankelijk een beetje als een kluns afgeschilderd, maar als lezer kan je alleen maar sympathie voelen en meegaan in zijn zoektocht naar de ware toedracht van het hele schat-verhaal.
De gebruikte taal - met een aantal typisch Vlaamse woorden en zegswijzen - geeft het verhaal een dynamiek die tot de laatste bladzijde weet te boeien. 
De personages zijn mensen van vlees en bloed en worden gedetailleerd beschreven.
De veelvuldig gegeven details doen geen afbreuk aan de kern van het verhaal, maar maken het geheel juist heel levendig.