Lezersrecensie
Gijsen had haast
Wim Gijsen debuteerde eind vijftiger jaren in de literatuur. Daarna volgde een lange carrière, waarin hij gedichten, romans en verhalen publiceerde. Hij was naast Bert Bakker de eerste mederedacteur van Maatstaf. Gijsen werd gefascineerd door het spanningsveld tussen geloven en weten en dat maakte zijn leven tot een lange zoektocht, die hem bracht bij de oosterse geloven met al hun paranormale aspecten (reïncarnatie, aura’s etc.). Dat leidde ook tot boeken over die onderwerpen, waaronder twee dikke bundels met interviews (Over dood en hiernamaals en Over leven na de dood, beide Ankh-Hermes). Al was Gijsen in 1933 geboren, in literair opzicht was hij een kind van de jaren zestig.
Eind jaren zeventig wilde hij een historische roman schrijven, maar omdat hij geen tijd en geld voor bronnenonderzoek had, maakte hij er een fantasy-roman van. Dat resulteerde in De Eersten van Rissan (1980), een ontwikkelingsroman in een jasje van science fiction en fantasy. Al snel beperkte hij zich geheel tot het fantasy-genre, een vorm waarin hij zijn preoccupaties uitstekend kwijt kon, en bijna een decennium lang, tot zijn dood in 1990, was hij de enige Nederlandstalige auteur van science fiction en fantasy die werd gepubliceerd. Zijn totale productie bestond uit veertien SF/fantasy-boeken. Een hoogtepunt in dat oeuvre vormt de Deirdre-trilogie, waarvan Keerkringen het eerste deel is.
Het verhaal van Deirdre, die vanaf haar jeugd vragen stelt en daardoor is veroordeeld tot een leven op zoek naar antwoorden. Het verhaal begint feitelijk wanneer de dood van haar vader haar uit de tempel roept, waar ze priesteres was. De Godin heeft een bedoeling met haar, daar raakt ze al snel van overtuigd. Maar welke? Ze denkt dat doel te vinden in de stad Chelle, waar ze zich van berooide arbeidster opwerkt tot een vooraanstaande zakenvrouw, de leidster van een collectief van armen en arbeiders. Om vervolgens heel diep te zinken. De aloude boeddhistische opvatting dat wereldse zaken moeten worden achtergelaten om de ziel te vinden, om de eigen plaats in het rad van geboorte en hergeboorte te ontdekken.
Het verhaal wordt breed geschilderd, met vaak lange, nauwelijks door leestekens gestructureerde zinnen (Gijsen had haast). Daardoor is het verhaal misschien af en toe wat traag. Sommigen zullen zich soms wat storen aan de predikende toon. En ook is in de wereld die wordt getoond onze eigen wereld duidelijk te herkennen. De lezer die zich voor dit verhaal de rust geeft, zal echter toch worden gepakt door de sfeer van de jaren zestig die in dit boek aanwezig is, de sfeer van de huidige New Age fantasy. En door de liefde waarmee Gijsen zich in zijn vrouwelijke hoofdpersoon inleeft. Nog meer dan fantasy is dit eerste deel een verhaal over emancipatie, hetgeen wellicht ook verklaart dat de trilogie opnieuw is uitgebracht in de eXperience-reeks, die zich op vrouwen lijkt te richten.
Het abrupte einde van dit eerste deel lijkt aan te geven dat Gijsen twee delen op het oog had, zoals dat bij zijn eerste vier boeken ook het geval was, maar dat de uitgever het eerste deel in tweeën heeft geknipt. Nu de hele trilogie als goedkope pockets beschikbaar is, maakt dat minder uit: je koopt ze allemaal en leest gewoon door.
Eind jaren zeventig wilde hij een historische roman schrijven, maar omdat hij geen tijd en geld voor bronnenonderzoek had, maakte hij er een fantasy-roman van. Dat resulteerde in De Eersten van Rissan (1980), een ontwikkelingsroman in een jasje van science fiction en fantasy. Al snel beperkte hij zich geheel tot het fantasy-genre, een vorm waarin hij zijn preoccupaties uitstekend kwijt kon, en bijna een decennium lang, tot zijn dood in 1990, was hij de enige Nederlandstalige auteur van science fiction en fantasy die werd gepubliceerd. Zijn totale productie bestond uit veertien SF/fantasy-boeken. Een hoogtepunt in dat oeuvre vormt de Deirdre-trilogie, waarvan Keerkringen het eerste deel is.
Het verhaal van Deirdre, die vanaf haar jeugd vragen stelt en daardoor is veroordeeld tot een leven op zoek naar antwoorden. Het verhaal begint feitelijk wanneer de dood van haar vader haar uit de tempel roept, waar ze priesteres was. De Godin heeft een bedoeling met haar, daar raakt ze al snel van overtuigd. Maar welke? Ze denkt dat doel te vinden in de stad Chelle, waar ze zich van berooide arbeidster opwerkt tot een vooraanstaande zakenvrouw, de leidster van een collectief van armen en arbeiders. Om vervolgens heel diep te zinken. De aloude boeddhistische opvatting dat wereldse zaken moeten worden achtergelaten om de ziel te vinden, om de eigen plaats in het rad van geboorte en hergeboorte te ontdekken.
Het verhaal wordt breed geschilderd, met vaak lange, nauwelijks door leestekens gestructureerde zinnen (Gijsen had haast). Daardoor is het verhaal misschien af en toe wat traag. Sommigen zullen zich soms wat storen aan de predikende toon. En ook is in de wereld die wordt getoond onze eigen wereld duidelijk te herkennen. De lezer die zich voor dit verhaal de rust geeft, zal echter toch worden gepakt door de sfeer van de jaren zestig die in dit boek aanwezig is, de sfeer van de huidige New Age fantasy. En door de liefde waarmee Gijsen zich in zijn vrouwelijke hoofdpersoon inleeft. Nog meer dan fantasy is dit eerste deel een verhaal over emancipatie, hetgeen wellicht ook verklaart dat de trilogie opnieuw is uitgebracht in de eXperience-reeks, die zich op vrouwen lijkt te richten.
Het abrupte einde van dit eerste deel lijkt aan te geven dat Gijsen twee delen op het oog had, zoals dat bij zijn eerste vier boeken ook het geval was, maar dat de uitgever het eerste deel in tweeën heeft geknipt. Nu de hele trilogie als goedkope pockets beschikbaar is, maakt dat minder uit: je koopt ze allemaal en leest gewoon door.
1
Reageer op deze recensie