Lezersrecensie
Gruwelijk
Op de achterflap wordt dit boek aangeduid als een ‘psycho-historische thriller over een van de bloedigste hoofdstukken uit Nederlands maritieme geschiedenis.’ Dat klopt ten dele. De aanduiding thriller kan mensen op het verkeerde been zetten en is natuurlijk een slimmigheidje van de uitgever. In feite is ‘De ondergang van de Batavia’ een indrukwekkende, geschiedkundige reconstructie die leest als een zeer spannend, maar ook gruwelijk verhaal.
De geschiedenis van de in 1628 gebouwde Oost-Indiëvaarder Batavia is al vaker geboekstaafd, o.a. door Johan Fabricius en Antony van Kampen. Maar nog nooit zo bloedstollend en vooral gedetailleerd als door de Britse historicus Mike Dash. Neem alleen maar het aantal bladzijden met noten: maar liefst 132 op een totaal van 464 pagina’s.
Bij vertrek van het schip naar Indië is de kern van een groot conflict al aan boord. De gewichtigste twee personen, VOC opperkoopman Francisco Pelsaert en schipper Ariaen Jacobsz., kunnen niet met elkaar overweg. Het loopt zo hoog op dat Jacobsz. plannen voor een muiterij beraamt. De onderkoopman aan boord, de gestoorde ex-apotheker Jeronimus Cornelisz., wordt zijn bondgenoot. Maar voordat de muiterij begint, loopt de Batavia met haar bemanning van 332 koppen op 4 juni 1629 bij heldere maan op een koraalrif voor de westkust van Australië.
Een groot aantal opvarenden weet het vege lijf te redden op enkele van de zeer onherbergzame koraaleilandjes, die bekend staan als de Houtman Abrolhos. De schipper en de koopman besluiten met een aantal bemanningsleden in een sloep naar Batavia te varen om een reddingsschip te charteren. Een tocht van 1400 kilometer.
Wat er in de tussentijd op de eilandjes gebeurt, tart elke vorm van menselijke beschaving. Onderkoopman Jeronimus Cornelisz. ontpopt zich als een charismatische, maar ook psychopathische en manipulatieve leider die een waar schrikbewind uitoefent. Meer dan 120 opvarenden, waaronder vrouwen, kinderen, ja zelfs baby's worden op een gruwelijke manier afgeslacht.
Als opperkoopman Pelsaert uiteindelijk met een reddingsschip terugkeert, worden de muiters ingerekend en streng berecht. Hun afgrijselijke einde wordt tot in de kleinste detail beschreven door Dash. Zo kende men in die tijd nog geen galgen met een valluik, maar hingen de veroordeelden soms urenlang te bungelen in een strop.
Ik heb dit boek met soms stijgende ontzetting, maar ook met veel plezier gelezen. Want naast allerlei weerzinwekkende gebeurtenissen verschaft het ook zeer veel interessante informatie over het leven in de ‘Gouden Eeuw’.
Lang geleden – toen mijn zoon nog een kleine jongen was - heb ik een replica van de Batavia in Lelystad bezocht. Ik heb toen nooit bevroed hoe verschrikkelijk het leven aan boord van zo’n schip kon zijn en ook niet hoe het er uiteindelijk mee afliep.
De geschiedenis van de in 1628 gebouwde Oost-Indiëvaarder Batavia is al vaker geboekstaafd, o.a. door Johan Fabricius en Antony van Kampen. Maar nog nooit zo bloedstollend en vooral gedetailleerd als door de Britse historicus Mike Dash. Neem alleen maar het aantal bladzijden met noten: maar liefst 132 op een totaal van 464 pagina’s.
Bij vertrek van het schip naar Indië is de kern van een groot conflict al aan boord. De gewichtigste twee personen, VOC opperkoopman Francisco Pelsaert en schipper Ariaen Jacobsz., kunnen niet met elkaar overweg. Het loopt zo hoog op dat Jacobsz. plannen voor een muiterij beraamt. De onderkoopman aan boord, de gestoorde ex-apotheker Jeronimus Cornelisz., wordt zijn bondgenoot. Maar voordat de muiterij begint, loopt de Batavia met haar bemanning van 332 koppen op 4 juni 1629 bij heldere maan op een koraalrif voor de westkust van Australië.
Een groot aantal opvarenden weet het vege lijf te redden op enkele van de zeer onherbergzame koraaleilandjes, die bekend staan als de Houtman Abrolhos. De schipper en de koopman besluiten met een aantal bemanningsleden in een sloep naar Batavia te varen om een reddingsschip te charteren. Een tocht van 1400 kilometer.
Wat er in de tussentijd op de eilandjes gebeurt, tart elke vorm van menselijke beschaving. Onderkoopman Jeronimus Cornelisz. ontpopt zich als een charismatische, maar ook psychopathische en manipulatieve leider die een waar schrikbewind uitoefent. Meer dan 120 opvarenden, waaronder vrouwen, kinderen, ja zelfs baby's worden op een gruwelijke manier afgeslacht.
Als opperkoopman Pelsaert uiteindelijk met een reddingsschip terugkeert, worden de muiters ingerekend en streng berecht. Hun afgrijselijke einde wordt tot in de kleinste detail beschreven door Dash. Zo kende men in die tijd nog geen galgen met een valluik, maar hingen de veroordeelden soms urenlang te bungelen in een strop.
Ik heb dit boek met soms stijgende ontzetting, maar ook met veel plezier gelezen. Want naast allerlei weerzinwekkende gebeurtenissen verschaft het ook zeer veel interessante informatie over het leven in de ‘Gouden Eeuw’.
Lang geleden – toen mijn zoon nog een kleine jongen was - heb ik een replica van de Batavia in Lelystad bezocht. Ik heb toen nooit bevroed hoe verschrikkelijk het leven aan boord van zo’n schip kon zijn en ook niet hoe het er uiteindelijk mee afliep.
1
Reageer op deze recensie