thaise keuken

John Chantarasak heeft Brits-Thaise roots en beschouwt zichzelf als ‘mixed race’. Na enkele jaren een kantoorbaan te hebben gehad, wilde hij zijn passie voor koken volgen en ging hij naar Bangkok. Daar kon hij zijn eerste ervaring opdoen in Le Cordon Bleu waar hij kennismaakte met de Franse keuken. Later ging hij ook nog aan de slag bij het gerenommeerde sterrenrestaurant Nahm. In zijn restaurant AngloThai in London, dat hij samen met zijn vrouw uitbaat, serveert hij de beste Thaise en fusion gerechten.

Kin Thai betekent ‘eet Thais’ en dit is waar het in dit boek allemaal om draait: de Thaise keuken. In een korte inleiding heeft de auteur het over zijn eigen familiegeschiedenis en hoe de liefde voor de Thaise keuken hem werd doorgegeven via zijn grootmoeder. Wie ooit in Thailand was weet hoe belangrijk de Thaise eetcultuur is, op iedere straathoek zijn er tientallen streetfood stalletjes terug te vinden. Ook hierover zal de auteur kort toelichting geven. Verder zal hij ook vertellen hoe hij ertoe gekomen is om zijn eigen restaurant in Londen op te starten. Hij omschrijft zijn eigen kookstijl als ‘Anglo-Thai’, waarbij hij de ingrediënten voor traditionele Thaise gerechten vaak vervangt door Britse ingrediënten die hij bij de lokale boeren vindt. Hij wil dan ook vooral nieuwe recepten brengen met enkele onconventionele ingrediënten.

In het volgende deel zal de auteur het hebben over de verschillende regio’s in Thailand, hun specialiteiten en de Britse eilanden en wat de lokale specialiteiten daar zijn. Dit omdat hij vooral Thaise recepten uit de verschillende regio’s zal weergeven in het boek, klaargemaakt met ingrediënten die hij op de Britse eilanden vindt. Voordat hij begint met de uiteindelijke recepten heeft hij het eerst nog over enkele belangrijke weetjes zoals het gebruik van het kookboek, de verschillende ingrediënten, verse Aziatische kruiden en het gebruik van Aziatisch keukengerei. Deze laatste verschilt soms toch wat van wat we in onze Westerse keuken gewoon zijn te gebruiken.

Hierna wordt het boek handig opgedeeld in verschillende hoofdstukken zoals: salades, gegrild, relish, stoofgerechten, curry’s, snacks, zoetigheden en basics. Achteraan bevindt zich ook een ingrediënt register, maar er is geen receptenregister, wat ook wel handig zou zijn geweest.

Bij elk recept staat een mooie kleurrijke foto die je het water in de mond laat lopen. Er is ook telkens een korte inleiding waarbij de auteur uitlegt vanwaar het gerecht oorspronkelijk komt. Hiernaast geeft hij ook tips over hoe je het eventueel vegan zou kunnen maken of welke ingrediënten je zou kunnen vervangen door andere. De ingrediënten lijst en de hoeveelheden worden duidelijk weergegeven en heel wat van deze benodigdheden zijn enkel terug te vinden in de toko of Aziatische supermarkt.

Sommige zijn ook redelijk specifiek en als je er nog niet eerder mee hebt gekookt zou je ze ook verkeerd kunnen gebruiken. Het kan dus zijn dat je hier en daar wat moet zoeken om een ingrediënt terug te vinden. Dit is een eerste reden waarom ik dit boek niet echt geschikt vind voor de doorsnee hobby kok. De recepten zelf worden op een duidelijke manier uitgelegd, doch zijn er ook complexere gerechten in dit boek terug te vinden. Ikzelf heb bitter weinig uit dit kookboek klaargemaakt omdat de meeste recepten toch wel een redelijk hoog fusion-gehalte hebben. Ik hou van de traditionele Thaise keuken en vind dat je aan klassiekers niet dient te prutsen, tenzij je ze beter kan maken. De korte inhoud op de backcover geeft dan ook niet correct weer waarover dit boek gaat. Daar heeft men het over een verzameling van Thaise gerechten, maar al vanaf de eerste pagina waarbij de auteur zijn kookfilosofie uit te doeken doet weet je onmiddellijk dat hij Anglo-Thai fusion kookt en dat dit ook hetgeen is wat hij met dit kookboek wil brengen. Een beetje jammer dat dit niet reeds op de backcover weergegeven wordt, want nu was dit boek voor mij een kleine teleurstelling. Maar smaken verschillen nu eenmaal en ik ben zeker dat heel wat mensen die wel van fusion houden dit kookboek wel zullen smaken en goed vinden.

Van mij krijgt dit kleurrijke, smakelijke boek toch nog een 3 sterren.