Lezersrecensie
Een betoverend en gelaagd eilandverhaal
In Aelin neemt Arienne Bolt de lezer mee naar een eenzaam eiland waar fantasie, taal en verlangen naar verbondenheid samensmelten tot een poëtisch en meeslepend geheel.
De elfjarige Aelin woont samen met Oli en Lud, (Loed) twee zonderlinge vuurtorenwachters, in een wereld die op het eerste gezicht stil en afgelegen lijkt. De onderlinge band tussen de mannen en het meisje is mysterieus, ze lijken helemaal niet op elkaar, misschien zijn ze familie, maar Aelin weet zeker van niet. Net zo zeker weet ze dat ze van een andere planeet komt. Die gedachte dat ze een ‘alien’ is, waarom heet ze anders Aelin, zet haar aan tot het bouwen van een bijzonder apparaat: een manier om in contact te komen met haar buitenaardse afkomst. Zo begint haar RuimteCommunicatieProject.
Het verhaal krijgt steeds meer lagen, zeker wanneer een hond Fenra (maar Aelin noemt hem Mormel) en een aangespoelde surfer, Hunakai genaamd, haar leven binnenwandelen.
Wat dit boek zo bijzonder maakt, is de liefde voor taal die uit elke bladzijde spreekt. De naam ‘Aelin’ zelf is al onderdeel van een subtiel taalspel, maar ook de hoofdstuktitels – vol originele zee-woorden als bijvoorbeeld ‘zeemeeuwsneeuw’, zeevlam’ en ‘zeezwart’ verraden de fraaie taalgevoeligheid van de auteur en haar vermogen er zo creatief mee om te gaan. Naast die unieke hoofdstuktitels verschijnen er al vrij snel (blauwe) zinnetjes die zomaar oppoppen in Aelin’s hoofd. Droomt ze die? Hoort ze die? De zinnetjes groeien in de loop van het verhaal uit tot mysterieuze dichtregels. Deze poëtische fragmenten vormen een schitterende rode draad en geven Aelins zoektocht extra diepgang.
En dan de zee. Die zee is overal voelbaar in dit boek – niet alleen als decor, maar zelfs als liefdevol karakter op zich. Oli en Lud zijn er volledig mee vergroeid, Hunakai kan niet zonder, maar Aelin wil er helemaal niets van weten. Waarom is zij zo huiverig voor de zee?
Aelin is een prachtig, betoverend en gelaagd verhaal dat geschreven is in een meeslepende sfeer waar het literaire taalplezier vanaf spat. Het zal ongetwijfeld velen weten te raken. De korte hoofdstukken maken het toegankelijk en hebben tegelijkertijd zo’n diepgang dat je als lezer na de ontroerende afloop nog even stil wil zijn.
De schitterende illustraties (die allemaal een kleurnuance van de zee hebben, geweldige vondst!) van Mark Janssen versterken dat gevoel. Zijn beelden versterken het verhaal, vullen het aan, vangen moeiteloos de melancholie, de magie en het mysterie en maken het boek tot een kunstwerk op zich.
Aelin is een ode aan verbeelding, aan de kracht van woorden en aan het zoeken naar wie je bent – en waar je thuis hoort. Een absolute aanrader voor lezers vanaf 10 jaar, maar zeker ook voor iedereen die houdt van betoverende, mysterieuze verhalen die blijven nazinderen.
Susanne Koster
De elfjarige Aelin woont samen met Oli en Lud, (Loed) twee zonderlinge vuurtorenwachters, in een wereld die op het eerste gezicht stil en afgelegen lijkt. De onderlinge band tussen de mannen en het meisje is mysterieus, ze lijken helemaal niet op elkaar, misschien zijn ze familie, maar Aelin weet zeker van niet. Net zo zeker weet ze dat ze van een andere planeet komt. Die gedachte dat ze een ‘alien’ is, waarom heet ze anders Aelin, zet haar aan tot het bouwen van een bijzonder apparaat: een manier om in contact te komen met haar buitenaardse afkomst. Zo begint haar RuimteCommunicatieProject.
Het verhaal krijgt steeds meer lagen, zeker wanneer een hond Fenra (maar Aelin noemt hem Mormel) en een aangespoelde surfer, Hunakai genaamd, haar leven binnenwandelen.
Wat dit boek zo bijzonder maakt, is de liefde voor taal die uit elke bladzijde spreekt. De naam ‘Aelin’ zelf is al onderdeel van een subtiel taalspel, maar ook de hoofdstuktitels – vol originele zee-woorden als bijvoorbeeld ‘zeemeeuwsneeuw’, zeevlam’ en ‘zeezwart’ verraden de fraaie taalgevoeligheid van de auteur en haar vermogen er zo creatief mee om te gaan. Naast die unieke hoofdstuktitels verschijnen er al vrij snel (blauwe) zinnetjes die zomaar oppoppen in Aelin’s hoofd. Droomt ze die? Hoort ze die? De zinnetjes groeien in de loop van het verhaal uit tot mysterieuze dichtregels. Deze poëtische fragmenten vormen een schitterende rode draad en geven Aelins zoektocht extra diepgang.
En dan de zee. Die zee is overal voelbaar in dit boek – niet alleen als decor, maar zelfs als liefdevol karakter op zich. Oli en Lud zijn er volledig mee vergroeid, Hunakai kan niet zonder, maar Aelin wil er helemaal niets van weten. Waarom is zij zo huiverig voor de zee?
Aelin is een prachtig, betoverend en gelaagd verhaal dat geschreven is in een meeslepende sfeer waar het literaire taalplezier vanaf spat. Het zal ongetwijfeld velen weten te raken. De korte hoofdstukken maken het toegankelijk en hebben tegelijkertijd zo’n diepgang dat je als lezer na de ontroerende afloop nog even stil wil zijn.
De schitterende illustraties (die allemaal een kleurnuance van de zee hebben, geweldige vondst!) van Mark Janssen versterken dat gevoel. Zijn beelden versterken het verhaal, vullen het aan, vangen moeiteloos de melancholie, de magie en het mysterie en maken het boek tot een kunstwerk op zich.
Aelin is een ode aan verbeelding, aan de kracht van woorden en aan het zoeken naar wie je bent – en waar je thuis hoort. Een absolute aanrader voor lezers vanaf 10 jaar, maar zeker ook voor iedereen die houdt van betoverende, mysterieuze verhalen die blijven nazinderen.
Susanne Koster
2
Reageer op deze recensie