Meer dan 6,5 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Breedvoerige politieke analyse

TomD 06 april 2021
Europa 1903-1914. Met de moord op de Servische koning Alexandar en koningin Draga in 1903, begon voor het land een nieuw hoofdstuk in hun politieke geschiedenis. De troon ging naar koning Petar, die zich lang voordien onderscheiden had om Servië van de Ottomaanse heersers te bevrijden. Hij streefde heel andere doelen na dan wijlen Alexander met zijn pro-Weense beleid. In het epicentrum van de machtswissel stond een jonge getalenteerde Servische luitenant, gekend als Apis (1). Uitgerekend hij zou 11 jaar later een belangrijke rol spelen bij de moord op de Habsburgse kroonprins Franz Ferdinand en prinses Sophie. Wat er zich in dat cruciale tussenliggende decennium afspeelde op het politieke toneel, daar draait dit boek om.

Na de regeringswissel van 1903 werd Nikola Pasic de dominante staatsman. Apis verwierf een onaantastbare positie binnen het leger. Pasic streefde naar Servische expansie, aaneensluiting van alle gebieden op de Balkan waar Serviërs woonden. Hij was voorheen in ballingschap in Sint-Petersburg. Daar bouwde hij vruchtbare contacten op met de Russische regering. Van meet af aan verkeerden het nieuwe Servische regime en Rusland op goede voet.
Rond 1907 begonnen de contouren van de 2 kampen in Europa zich af te tekenen. Een cruciale polarisatie voor de oorlog van 1914. Enerzijds de Tripple Alliance tussen Oostenrijk-Hongarije, Duitsland en Italië, anderzijds de Triple Entente tussen Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland, in wiens mandje Servië zijn eieren had gelegd. Als een lid van de Triple Alliantie de strijdkrachten mobiliseerde, zouden zowel Frankrijk als Rusland in actie schieten zodat Duitsland tegelijk op het oostelijke en westelijke front moest strijden.
In 1908 annexeerde het Oostenrijks-Hongaarse Rijk Bosnië-Herzegovina. Dit gebied, dat formeel nog steeds tot het Ottomaanse Rijk behoorde, werd reeds lang door zowel Serviërs als Habsburgers gegeerd. Het was reeds sinds 1878 door Oostenrijk bezet. De annexatie van 1908 zorgde voor grote opschudding in Europa en een keerpunt in de geopolitiek in de Balkan. Rusland voelde zich de pas afgesneden in hun toegang tot de Bosporus en Dardanellen, de zogenaamde “Turkse Zeestraten”.
Met het afkalven van de macht van het Ottomaanse Rijk, ontstond een coalitie van Balkanstaten om de Turken uit de Balkan te verdrijven, resulterend in de Eerste Balkanoorlog (okt 1912-mei 1913). Servië, Montenegro, Bulgarije en Griekenland verdreven samen de Ottomanen uit Albanië, Macedonië en Thracië. Kort daarop volgde de Tweede Balkanoorlog (juni 1913-aug 1913), waarin Servië, Montenegro, Griekenland en Roemenië het opnamen tegen Bulgarije. Dit was een strijd om de buit van de Eerste Balkanoorlog ten nadele van Bulgarije. Servië kwam groter en sterker uit beide oorlogen en was nu de voorpost van Rusland in de Balkan. De Oostenrijkers waren vastbesloten om de territoriale ambities van Servië in toom te houden.
Crisissen kwamen en gingen met een cumulatief effect. In de ochtend van 28 juni 1914 kwam door de moord op aartshertog Franz Ferdinand in Sarajevo de druppel die de emmer deed overlopen. In het moordcomplot zagen ze grote betrokkenheid van de Servische regering. Pasic’ sympathie voor de Groot-Servische zaak was gekend. En Apis, hoofd van de Servische militaire inlichtingendienst… hij was het eigenlijke brein achter de samenzwering, toch!? De moorden hadden een onmiddellijke en diepgaande impact op de Oostenrijks-Hongaarse besluitvormende elite. Zij waren het er binnen de paar dagen over eens dat het probleem van de betrekkingen met Servië alleen met militaire actie was op te lossen. Aan Servië werd een ultimatum gesteld waarin o.a. stond om actie te ondernemen tegen de personen en netwerken die verwikkeld waren met de misdaden. Servië liet elk initiatief na, wat de facto een afwijzing van het ultimatum was. Op 28 juli 1914 ondertekende keizer Frans Jozef de oorlogsverklaring aan Servië.
Een Derde Balkanoorlog zou het worden. Maar die bleef ditmaal niet beperkt tot een lokaal conflict. Rusland ging zich mengen als bondgenoot van Servië, Duitsland bemoeide zich, Frankrijk schoot onvermijdelijk zijn bondgenoten te hulp en Groot-Brittannië keek niet werkloos toe hoe Frankrijk door Duitsland werd aangevallen. De Derde Balkanoorlog ontaardde in de Eerste Wereldoorlog.

In dit lijvige boek laat Christopher Clark zien hoe de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Van meet af aan stelt hij duidelijk dat het niet zijn betrachting is om een “schuldige” aan te duiden. Aan de hand van een indrukwekkend scala aan bronnen (correspondentie, memoranda, toespraken, memoires, krantenberichten, getuigenverklaringen, notulen, telegrammen,…) belicht hij het gedrag van de politieke besluitvormende elite. Naast de ontwikkelingen op de Balkan of in de betrokken Europese landen, verruimt hij de blik naar het grote wereldtoneel. Het was immers niet alleen in Europa, maar ook in Azië en Afrika, dat de belangen van de hoofdrolspelers - meestal koloniale mogendheden – botsten met elkaar. De gewone bevolking komt totaal niet aan bod. Dat zou misschien wat meer vaart en couleur locale hebben kunnen leveren. Hoewel Clark met pittige en persoonlijke details zijn betoog kleurt (b.v. de heersers die elkaar onderling aanspreken met Willy (keizer Wilhelm II) en Nicky (tsaar Nicolaas II)), is het al bij al een taaie, breedvoerige, traag vorderende politieke analyse. Dit standaardwerk over de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog bracht me tal van nieuwe inzichten maar niet zo veel leesplezier.

(1) Dragutin Dimitrijevic, bijgenaamd Apis, omdat zijn zware bouw herinnerde aan de breedgeschouderde stiergod van het oude Egypte.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van TomD