Lezersrecensie
Waarheden of leugens?
Vlaanderen en Holland, 2de helft 11de eeuw. Robrecht de Fries leek een tweederangs-figuur te worden. Zelfs zijn geboortedatum is onbekend, Als tweede zoon van de Vlaamse graaf Boudewijn V was hij niet voorbestemd om zijn vader op te volgen. Om “Fries” genoemd te worden? Ook niet. Maar de geschiedenis besliste anders! In 1071 kwam hij in Vlaanderen aan het roer en sinds 1063 had hij Holland – toen nog gekend als West-Frisia - onder zijn voogdij. Langs waar liep dat parcours? Welke gebeurtenissen speelden een sleutelrol?
Met zijn zwager Willem de Veroveraar kon hij het niet goed vinden; zijn neef, de Franse koning Philip I vond hij een betere partij. Vlaanderen, waar hij de teugels strak in handen hield, kende voorspoed en economische bloei onder zijn bewind. Met dit machtige graafschap onderhielden koningen, graven en hertogen graag connecties. Holland was een ander paar mouwen. Daar had Duits keizer Hendrik IV bisschoppen en hertogen voorzien die de keizer trouw waren en de grafelijke macht serieus ondermijnden. Hoe loste Robrecht de Fries dat op?
Kees Nieuwenhuijsen (1954), die de middeleeuwse Lage Landen door en door kent, wijdde een biografie aan Robrecht de Fries. Deze man, even bedreven in het opleggen van zijn wil als in het smeden van politieke allianties, stond als geen ander in het zenit van de ontwikkelingen in het laat-11de-eeuwse Holland en Vlaanderen. Niet alleen Robrecht zelf wordt belicht. Zijn uitgebreide familie (aanschouwelijk geïllustreerd door schematisch weergegeven stambomen), kleurrijke figuren met een prominente positie, de dames in diens omgeving (streng en sturend als Richilde van Henegouwen en Mathilde van Canossa of stil aan de zijlijn zoals Gertrude van Saksen) en zijn omvangrijke netwerk (de paus in Rome, de Byzantijnse keizer in Constantinopel, …) krijgen een rol van betekenis.
Nieuwenhuijsen vindt zijn weg in een wereld waarin geschreven documenten schaars waren. Niettegenstaande dat, hangt hij een aanschouwelijk beeld op van het 11de-eeuwse Holland en Vlaanderen: Holland zonder steden, met bijna geen stenen gebouwen; Zeeland als eilandgroep met koppige, eigengereide bewoners; Vlaanderen dat zich uitstrekte tot een heel eind in het huidige Frankrijk, Antwerpen toen het nog slechts een burcht was,… Interessante, laagdrempelige weetjes kruiden het geheel: welke ouderdom middeleeuwers bereikten, hoe toenmalige legers eruitzagen, langs welke weg de geletterdheid onze streken binnenkwam,… Legenden, kronieken, levensbeschrijvingen, heldendaden, tegenstrijdige berichten, anekdotes en zelfs roddels neemt hij mee in zijn betoog. Waarheden of leugens? De auteur toont zich bijzonder bronnen-kritisch, houdt ze tegen het daglicht, beoordeelt ze op hun waarheidswaarde en argumenteert waarom hij de ene of de andere lijn volgt. Daarnaast integreert hij resultaten uit b.v. archeologisch en isotopenonderzoek. Aan wie meer wil weten, geeft hij nog een extra laagje info in kaderteksten.
Middeleeuwse instituties en vooral de Kerk krijgen bijzondere aandacht. Waarom keek de paus graag even de andere kant op toen Robrecht duidelijk over de schreef ging? Wie kreeg een banvloek over zich (1)? Hoe ging Robrecht om met de Gregoriaanse hervormingen (2)?
Het discours is breedvoerig en contextrijk, de materie complex maar didactisch en aanschouwelijk naar voor gebracht. Synthese en zorgvuldig gekozen herhalingen zorgen dat de lezer de draad niet verliest. De schrijver hanteert een soepel taalgebruik met hier en daar wat humor of een knipoog naar de aandachtige lezer. Waar het gaat over bisdommen, bisschoppen, abten en kapittels, wordt naar mijn gevoel te veel in detail getreden, hetgeen de verhaallijn vertraagt.
Tal van zwart-wit-illustraties, bestaand uit prenten en kaarten, zijn verwerkt in de tekstpagina’s. Binnenin bevindt zich een aparte kleurenkatern. Achterin zijn een tijdlijn, noten-, bronnen- en literatuurlijst alsook een index op persoons- en plaatsnamen opgenomen. Dit vergroot de documentaire waarde eens te meer.
Nieuwenhuijsen laat - net als Luit van der Tuuk, in wiens entourage hij zich bevindt - ons kennismaken met de razend-interessante middeleeuwse geschiedenis van de Lage Landen. Bij dit boek over Robrecht de Fries, die over Vlaanderen èn Holland heerste, zullen zowel Nederlandse als Vlaamse lezers die houden van goed onderbouwde en bevattelijke geschiedschrijving hun hart ophalen. Wat mij betreft 4* overwaard.
(1) De bekende Franse mediëvist Georges Duby (1919-1996) bracht in “Ridder, vrouw en priester” uit 1981 (1985 Nederlandse vertaling) o.a. de banvloek van de Franse koning Philip I naar voren. In tegenstelling tot Duby doet Nieuwenhuijsen dat op een veel bevattelijkere manier. Ik las Duby’s boek, raakte er moeizaam doorheen en kwam er niet toe om het te bespreken. Sorry Georges.
(2) Maria Jacques (1928-2009) haar roman “De heuvel van Meessen” speelt zich af in de abdij van Mesen (in het huidige West-Vlaanderen), waar zowel monniken als nonnen samen huisden met Ogiva (de zus van Robrecht de Fries) als abdis; de op gang zijnde Gregoriaanse hervormingen krijgen hierin een plaats.
****
Toegevoegd aan mijn lijst "Middeleeuwen", non-fictieboeken die ten minste voor een aanzienlijk deel de middeleeuwen (500-1500) belichten.
Met zijn zwager Willem de Veroveraar kon hij het niet goed vinden; zijn neef, de Franse koning Philip I vond hij een betere partij. Vlaanderen, waar hij de teugels strak in handen hield, kende voorspoed en economische bloei onder zijn bewind. Met dit machtige graafschap onderhielden koningen, graven en hertogen graag connecties. Holland was een ander paar mouwen. Daar had Duits keizer Hendrik IV bisschoppen en hertogen voorzien die de keizer trouw waren en de grafelijke macht serieus ondermijnden. Hoe loste Robrecht de Fries dat op?
Kees Nieuwenhuijsen (1954), die de middeleeuwse Lage Landen door en door kent, wijdde een biografie aan Robrecht de Fries. Deze man, even bedreven in het opleggen van zijn wil als in het smeden van politieke allianties, stond als geen ander in het zenit van de ontwikkelingen in het laat-11de-eeuwse Holland en Vlaanderen. Niet alleen Robrecht zelf wordt belicht. Zijn uitgebreide familie (aanschouwelijk geïllustreerd door schematisch weergegeven stambomen), kleurrijke figuren met een prominente positie, de dames in diens omgeving (streng en sturend als Richilde van Henegouwen en Mathilde van Canossa of stil aan de zijlijn zoals Gertrude van Saksen) en zijn omvangrijke netwerk (de paus in Rome, de Byzantijnse keizer in Constantinopel, …) krijgen een rol van betekenis.
Nieuwenhuijsen vindt zijn weg in een wereld waarin geschreven documenten schaars waren. Niettegenstaande dat, hangt hij een aanschouwelijk beeld op van het 11de-eeuwse Holland en Vlaanderen: Holland zonder steden, met bijna geen stenen gebouwen; Zeeland als eilandgroep met koppige, eigengereide bewoners; Vlaanderen dat zich uitstrekte tot een heel eind in het huidige Frankrijk, Antwerpen toen het nog slechts een burcht was,… Interessante, laagdrempelige weetjes kruiden het geheel: welke ouderdom middeleeuwers bereikten, hoe toenmalige legers eruitzagen, langs welke weg de geletterdheid onze streken binnenkwam,… Legenden, kronieken, levensbeschrijvingen, heldendaden, tegenstrijdige berichten, anekdotes en zelfs roddels neemt hij mee in zijn betoog. Waarheden of leugens? De auteur toont zich bijzonder bronnen-kritisch, houdt ze tegen het daglicht, beoordeelt ze op hun waarheidswaarde en argumenteert waarom hij de ene of de andere lijn volgt. Daarnaast integreert hij resultaten uit b.v. archeologisch en isotopenonderzoek. Aan wie meer wil weten, geeft hij nog een extra laagje info in kaderteksten.
Middeleeuwse instituties en vooral de Kerk krijgen bijzondere aandacht. Waarom keek de paus graag even de andere kant op toen Robrecht duidelijk over de schreef ging? Wie kreeg een banvloek over zich (1)? Hoe ging Robrecht om met de Gregoriaanse hervormingen (2)?
Het discours is breedvoerig en contextrijk, de materie complex maar didactisch en aanschouwelijk naar voor gebracht. Synthese en zorgvuldig gekozen herhalingen zorgen dat de lezer de draad niet verliest. De schrijver hanteert een soepel taalgebruik met hier en daar wat humor of een knipoog naar de aandachtige lezer. Waar het gaat over bisdommen, bisschoppen, abten en kapittels, wordt naar mijn gevoel te veel in detail getreden, hetgeen de verhaallijn vertraagt.
Tal van zwart-wit-illustraties, bestaand uit prenten en kaarten, zijn verwerkt in de tekstpagina’s. Binnenin bevindt zich een aparte kleurenkatern. Achterin zijn een tijdlijn, noten-, bronnen- en literatuurlijst alsook een index op persoons- en plaatsnamen opgenomen. Dit vergroot de documentaire waarde eens te meer.
Nieuwenhuijsen laat - net als Luit van der Tuuk, in wiens entourage hij zich bevindt - ons kennismaken met de razend-interessante middeleeuwse geschiedenis van de Lage Landen. Bij dit boek over Robrecht de Fries, die over Vlaanderen èn Holland heerste, zullen zowel Nederlandse als Vlaamse lezers die houden van goed onderbouwde en bevattelijke geschiedschrijving hun hart ophalen. Wat mij betreft 4* overwaard.
(1) De bekende Franse mediëvist Georges Duby (1919-1996) bracht in “Ridder, vrouw en priester” uit 1981 (1985 Nederlandse vertaling) o.a. de banvloek van de Franse koning Philip I naar voren. In tegenstelling tot Duby doet Nieuwenhuijsen dat op een veel bevattelijkere manier. Ik las Duby’s boek, raakte er moeizaam doorheen en kwam er niet toe om het te bespreken. Sorry Georges.
(2) Maria Jacques (1928-2009) haar roman “De heuvel van Meessen” speelt zich af in de abdij van Mesen (in het huidige West-Vlaanderen), waar zowel monniken als nonnen samen huisden met Ogiva (de zus van Robrecht de Fries) als abdis; de op gang zijnde Gregoriaanse hervormingen krijgen hierin een plaats.
****
Toegevoegd aan mijn lijst "Middeleeuwen", non-fictieboeken die ten minste voor een aanzienlijk deel de middeleeuwen (500-1500) belichten.
2
1
Reageer op deze recensie