Lezersrecensie
Het front liet zijn sporen na
Slovenië en Italië, 1919-1980. De Eerste Wereldoorlog had lelijk huisgehouden in het Sloveense Socadal. Pardon, Isonzodal! Sinds de Italianen er de lakens uitdeelden, was de Sloveense taal verboden en werd Soca Isonzo. Een idyllische plek was het allerminst (1) toen de twintiger Zora Ostan met haar ouders en broers in 1919 terug thuiskwamen in hun uitgestrekte woning in Bovec, in het berglandschap aan de smaragdgroene Soca. De oorlogsjaren hadden ze godzijdank doorgebracht in Ljubljana. Zora klaagde niet, maar pakte aan. Ze reed met een vrachtwagen en voerde puin naar de stortplaats. Haar broertje raakte gewond door achtergebleven oorlogsmunitie. Het front liet zijn sporen na. Ze spoedde zich met hem naar de eerstehulppost, bemand door een sympathieke Italiaanse medische officier. “Pietro del Buono,” stelde hij zich voor, “de jongste arts van heel Italië”. Het front liet zo zijn sporen na!
Aan deze bebrilde, rokende, 23-jarige roodharige Siciliaan gaf ze haar ja-woord. Hij was dokter geworden omdat hij alle zieken wou helpen. Met nadruk op alle. En dat klonk de antifascistische Ostans als muziek in de oren. Met Pietro trok Zora via het woelige Napels van de jaren 1920, naar Bari, waar Pietro zich als - ondertussen vooraanstaand - radioloog vestigde. Behalve hun gezin en hun politieke overtuiging, was hun waanzinnig grote luxueuze woning met dienstmeiden en inpandige kliniek hun gemeenschappelijke trots. Wie kreeg Pietro in zijn praktijk over de vloer? Hoe rijmde Zora haar rijkdom met haar communistische idealen?
Voor hun ogen ontvouwde zich de geschiedenis van Italië en Joegoslavië uit het midden van de 20ste eeuw. Het beroerde hen zo sterk, dat Zora meermaals de behoefte voelde om zelf in actie te komen. Want Zora klaagde niet, ze pakte aan. Hoe ging ze tewerk? Met welke impact? Wat voor dramatische gebeurtenissen kruisten het pad van de familie?
Met al die losse eindjes en contexten gaat auteur Zora del Buono (kleindochter van Zora Ostan) aan de slag. Ze vormen de uitgangspunten van haar roman, “De maarschalk”. De naam van het boek slaat niet op maarschalk Tito (president Joegoslavië 1953-1980), al is het verleidelijk om dat te denken. Lezers van de Duitstalige versie vernemen al uit de titel “Die Marschallin” dat een vrouwelijk personage wordt bedoeld. Omdat er geen standaard Nederlandse vrouwelijke vorm voor bestaat, ging de Nederlandstalige versie “De maarschalk” heten. Tito (2) krijgt hierin een figurantenrol.
De roman is een turbulente familiegeschiedenis waarin uitgesproken emoties van haat, jaloersheid en schuldgevoel contrasteren met felle wilskracht, vooruitgangsdenken en ondernemingszin. Binnen de chronologisch op elkaar volgende hoofdstukken, zijn de talrijke flash-backs contextverrijkend. Vanuit het standpunt van de Sloveense familie Ostan en de Italiaanse Del Buono’s krijgen we heel wat 20ste-eeuwse historiek van beiden landen, van een Italië met gevangeniseilanden (3) tot Tito’s Joegoslavië dat trots is op zijn onafhankelijkheid van Rusland. In het brandpunt van het verhaal staat Zora, even bepalend als mysterieus. Rondom haar cirkelen de familieleden Del Buono en Ostan. Zij wordt geëerd en gehaat, gevolgd en ontvlucht. Maar wie aanbidt ze zelf?
In een bijdehandse stijl vertelt de schrijfster haar geschiedenis, die volgens sommigen verzwegen had moeten blijven... Ze neemt de lezer vanaf Bovec mee naar Berlijn, Napels, Bari, gevangeniseilanden Ustica en San Domino, Castel del Monte, Monopoli en zelfs El Shatt in Egypte. Vanuit verschillende geografische en persoonlijke standpunten worden ontwikkelingen en gebeurtenissen belicht. Zo krijgen b.v. zowel de vader van Pietro (burgemeester van Ustica) als oorlogsvluchtelinge Poloncka (in El Shatt) een hoofdstuk toebedeeld. Maar de veelheid aan personages, de telkens opduikende nevenfiguren, vormen de grootste valkuil voor lezers die de pedalen niet willen kwijtraken. Een overzicht van de personages is opgenomen in het boek, maar wie alles wil overzien doet er goed aan op een groot blad een stamboom te tekenen en die te voorzien van namen, relaties en jaartallen.
“De maarschalk” is een veelkleurige roman die er mooi uitziet en prettig leest. Zowel de brute realiteit van WO I in het Socadal, het verfijnde luxeleven van een doktersgezin in Bari als de politieke spanningen worden voelbaar gemaakt. Het grote aantal personages maakt het verhaal erg complex. De vele gezichtspunten en de lange tijdspanne van 60 jaar die overschouwd wordt, geven deze familiegeschiedenis extra dimensies.
(1) 24 okt 1917 had de Slag bij Caporetto (Karfreit in het Duits, het latere Kobarid) plaatsgevonden. In deze veldslag aan het Italiaanse front in het huidige Slovenië nabij de Italiaanse grens wisten Oostenrijk-Hongaarse troepen, versterkt met Duitse eenheden, door de Italiaanse verdedigingslinies te breken. Daarbij werd een nieuw soort gas gebruikt met als resultaat (p. 25): “totale vernietiging van mens en dier, een volledige landstreek verstikt, alleen lijkvelden die overbleven en zwijgende bergen”. Zie ook Theo Toebosch (2023), "Kobarid: het dorp met te veel geschiedenis".
(2) Voor wie graag meer over Tito verneemt, is Ian Kershaw (2022) zijn non-fictieboek "Persoonlijkheid en macht: politieke leiders die het moderne Europa veranderden" aan te bevelen. Net als 11 andere grote 20ste-eeuwse heersers, heeft Josip Broz Tito hierin een hoofdstuk dat geheel aan hem gewijd is.
(3) Ustica (noordelijk van Palermo) en San Domino (Noord-Puglia) zijn 2 gevangeniseilanden waar criminelen, politiek andersgezinden of mensen met andere geaardheid naartoe werden gestuurd. Wie "Het eiland van Arturo" van Elsa Morante leest, ontdekt gevangeniseiland Procida (in de Baai van Napels).
****
Toegevoegd aan mijn lijst "Italië": Literatuur van Italiaanse auteurs of van niet-Italiaanse schrijvers waarin Italië een belangrijke rol speelt.
Toegevoegd aan mijn lijst "Balkan": literatuur van Balkanauteurs of van niet-Balkanschrijvers waarin de Balkanregio (Albanië, Bosnië&Herzegovina, Kosovo, Kroatië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Slovenië) een belangrijke rol speelt.
Aan deze bebrilde, rokende, 23-jarige roodharige Siciliaan gaf ze haar ja-woord. Hij was dokter geworden omdat hij alle zieken wou helpen. Met nadruk op alle. En dat klonk de antifascistische Ostans als muziek in de oren. Met Pietro trok Zora via het woelige Napels van de jaren 1920, naar Bari, waar Pietro zich als - ondertussen vooraanstaand - radioloog vestigde. Behalve hun gezin en hun politieke overtuiging, was hun waanzinnig grote luxueuze woning met dienstmeiden en inpandige kliniek hun gemeenschappelijke trots. Wie kreeg Pietro in zijn praktijk over de vloer? Hoe rijmde Zora haar rijkdom met haar communistische idealen?
Voor hun ogen ontvouwde zich de geschiedenis van Italië en Joegoslavië uit het midden van de 20ste eeuw. Het beroerde hen zo sterk, dat Zora meermaals de behoefte voelde om zelf in actie te komen. Want Zora klaagde niet, ze pakte aan. Hoe ging ze tewerk? Met welke impact? Wat voor dramatische gebeurtenissen kruisten het pad van de familie?
Met al die losse eindjes en contexten gaat auteur Zora del Buono (kleindochter van Zora Ostan) aan de slag. Ze vormen de uitgangspunten van haar roman, “De maarschalk”. De naam van het boek slaat niet op maarschalk Tito (president Joegoslavië 1953-1980), al is het verleidelijk om dat te denken. Lezers van de Duitstalige versie vernemen al uit de titel “Die Marschallin” dat een vrouwelijk personage wordt bedoeld. Omdat er geen standaard Nederlandse vrouwelijke vorm voor bestaat, ging de Nederlandstalige versie “De maarschalk” heten. Tito (2) krijgt hierin een figurantenrol.
De roman is een turbulente familiegeschiedenis waarin uitgesproken emoties van haat, jaloersheid en schuldgevoel contrasteren met felle wilskracht, vooruitgangsdenken en ondernemingszin. Binnen de chronologisch op elkaar volgende hoofdstukken, zijn de talrijke flash-backs contextverrijkend. Vanuit het standpunt van de Sloveense familie Ostan en de Italiaanse Del Buono’s krijgen we heel wat 20ste-eeuwse historiek van beiden landen, van een Italië met gevangeniseilanden (3) tot Tito’s Joegoslavië dat trots is op zijn onafhankelijkheid van Rusland. In het brandpunt van het verhaal staat Zora, even bepalend als mysterieus. Rondom haar cirkelen de familieleden Del Buono en Ostan. Zij wordt geëerd en gehaat, gevolgd en ontvlucht. Maar wie aanbidt ze zelf?
In een bijdehandse stijl vertelt de schrijfster haar geschiedenis, die volgens sommigen verzwegen had moeten blijven... Ze neemt de lezer vanaf Bovec mee naar Berlijn, Napels, Bari, gevangeniseilanden Ustica en San Domino, Castel del Monte, Monopoli en zelfs El Shatt in Egypte. Vanuit verschillende geografische en persoonlijke standpunten worden ontwikkelingen en gebeurtenissen belicht. Zo krijgen b.v. zowel de vader van Pietro (burgemeester van Ustica) als oorlogsvluchtelinge Poloncka (in El Shatt) een hoofdstuk toebedeeld. Maar de veelheid aan personages, de telkens opduikende nevenfiguren, vormen de grootste valkuil voor lezers die de pedalen niet willen kwijtraken. Een overzicht van de personages is opgenomen in het boek, maar wie alles wil overzien doet er goed aan op een groot blad een stamboom te tekenen en die te voorzien van namen, relaties en jaartallen.
“De maarschalk” is een veelkleurige roman die er mooi uitziet en prettig leest. Zowel de brute realiteit van WO I in het Socadal, het verfijnde luxeleven van een doktersgezin in Bari als de politieke spanningen worden voelbaar gemaakt. Het grote aantal personages maakt het verhaal erg complex. De vele gezichtspunten en de lange tijdspanne van 60 jaar die overschouwd wordt, geven deze familiegeschiedenis extra dimensies.
(1) 24 okt 1917 had de Slag bij Caporetto (Karfreit in het Duits, het latere Kobarid) plaatsgevonden. In deze veldslag aan het Italiaanse front in het huidige Slovenië nabij de Italiaanse grens wisten Oostenrijk-Hongaarse troepen, versterkt met Duitse eenheden, door de Italiaanse verdedigingslinies te breken. Daarbij werd een nieuw soort gas gebruikt met als resultaat (p. 25): “totale vernietiging van mens en dier, een volledige landstreek verstikt, alleen lijkvelden die overbleven en zwijgende bergen”. Zie ook Theo Toebosch (2023), "Kobarid: het dorp met te veel geschiedenis".
(2) Voor wie graag meer over Tito verneemt, is Ian Kershaw (2022) zijn non-fictieboek "Persoonlijkheid en macht: politieke leiders die het moderne Europa veranderden" aan te bevelen. Net als 11 andere grote 20ste-eeuwse heersers, heeft Josip Broz Tito hierin een hoofdstuk dat geheel aan hem gewijd is.
(3) Ustica (noordelijk van Palermo) en San Domino (Noord-Puglia) zijn 2 gevangeniseilanden waar criminelen, politiek andersgezinden of mensen met andere geaardheid naartoe werden gestuurd. Wie "Het eiland van Arturo" van Elsa Morante leest, ontdekt gevangeniseiland Procida (in de Baai van Napels).
****
Toegevoegd aan mijn lijst "Italië": Literatuur van Italiaanse auteurs of van niet-Italiaanse schrijvers waarin Italië een belangrijke rol speelt.
Toegevoegd aan mijn lijst "Balkan": literatuur van Balkanauteurs of van niet-Balkanschrijvers waarin de Balkanregio (Albanië, Bosnië&Herzegovina, Kosovo, Kroatië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Slovenië) een belangrijke rol speelt.
1
Reageer op deze recensie
