Lezersrecensie
Waar mensen zijn wordt “gemenst”
Hamburg en omgeving (D), 3de kwart 20ste eeuw. Siegfried Lenz (1926-2014) publiceerde in 1987 de verhalenbundel “Das Serbische Mädchen”, die 320 pagina’s omvat. Willy Wielek-Berg (1919-2004) vertaalde er 6 van de 15 uit de oorspronkelijke uitgave (1), waarmee deze verhalenverzameling afklokt op 96 bladzijden.
In “Het Servische meisje” beleven we de weergaloze odyssee van Dobrica, een jong naïef Servisch meisje dat haar vakantieliefje Achim in Hamburg gaat opzoeken. Gewapend met een halve lepel (waarvan Achim de wederhelft bezit), 2 foto’s, een brief en een woordenboek waagt ze de tocht door het IJzeren Gordijn. Met welke verhalen verbaast ze het thuisfront?
“Dode brieven” is het tweede verhaal. Daarin bekommert een ijverige postbeambte zich om een brief die niet besteld kan worden, noch voorzien is van een afzendadres. In dit uitzonderlijke geval, mag hij hem openen en aanknopingspunten zoeken om de boodschap alsnog aan de geadresseerde te kunnen bezorgen… Wat maakt deze zending zo aangrijpend?
Dan volgt “Een soort zelfverdediging”, waarin we kennismaken met een doorgewinterde schrijver van kortverhalen die een inbreker betrapt in zijn eigen huis. Waarmee confronteert hij de ongewenste gast?
Verhaal vier, “De usurpator”, brengt ons naar een bejaardentehuis in Hamburg-Blankenese. 2 hilarische mannen van 87 en 81 delen dezelfde kamer. Uiteenlopende karakters, of toch niet?
In de vijfde vertelling, “Het examen”, gaan we met het 2pk’tje van literatuurstudent Hartmut op bezoek in de nieuwbouwwoning van zijn prof, die Hartmut heeft gevraagd om zijn schriftelijk examen te komen toelichten. Maar wie opent daar de deur?
“Onze vertrouwensman” sluit de rij. Daarin wordt de veelvuldig geprezen Sobry als buitenlandcorrespondent naar Stockholm gestuurd. Met zijn aftandse Citroën onderneemt hij de reis die hem door desolate gebieden zal voeren alvorens zijn bestemming te bereiken. Hoe reageert de krantenredactie als hij na een inspannende tocht van zich laat horen?
Siegfried Lenz behoort tot de beste verhalenvertellers van het na-oorlogse Duitsland. En dat voel je meteen! Al bij de eerste zinnen werd ik meegetrokken en bleef lezen... In elk stuk (variërend tussen 10 en 20 pagina’s) voert de schrijver een beperkt aantal personages op, van de Pruisische moraalridder tot de versufte gebruiker. Op een uitgesproken manier en met een enorm inlevingsvermogen geeft hij hen gestalte. Alle vertellingen zijn inhoudelijk interessant, uit het leven gegrepen en gefocust op menselijke relaties. Want waar mensen zijn wordt “gemenst”. Precies dàt weet Lenz in deze bundel op een krachtige manier onder woorden te brengen, beeldend te beschrijven en invoelbaar uit te drukken. Sommige vertelsels munten uit door hun bijzonder vertelperspectief, hun maritieme sfeer, hun aparte literaire constructie of hun lichte absurditeit. Jaartallen vermeldt de auteur nergens, liever gebruikt hij b.v. titels van liedjes als tijdsindicaties; we kwamen dit eveneens reeds tegen in zijn andere werken.
Het eerste, tweede, derde en zesde verhaal geef ik 4,5*; het vierde 4 en het vijfde 3. Dat maakt een overtuigde 4* als globale beoordeling voor deze “dunne parel”.
(1) De 15 verhalen in de oorspronkelijke uitgave zijn: Der Redenschreiber - Fast ein Triumph - Tote Briefe - Zum Vorzugspreis - Trost - Motivsuche - Die Kunstradfahrer - Die Bergung - Das serbische Mädchen - Eine Art von Notwehr - Das Preisausschreiben - Ein Tauchversuch - Der Usurpator - Die Prüfung - Der Mann unseres Vertrauens.
****
Toegevoegd aan mijn lijst "Dunne parels (fictie)", dunne boeken (om en bij de 100 pagina's) maar echte pareltjes! Kostbare kleinoden die een bijzondere indruk nalaten.
In “Het Servische meisje” beleven we de weergaloze odyssee van Dobrica, een jong naïef Servisch meisje dat haar vakantieliefje Achim in Hamburg gaat opzoeken. Gewapend met een halve lepel (waarvan Achim de wederhelft bezit), 2 foto’s, een brief en een woordenboek waagt ze de tocht door het IJzeren Gordijn. Met welke verhalen verbaast ze het thuisfront?
“Dode brieven” is het tweede verhaal. Daarin bekommert een ijverige postbeambte zich om een brief die niet besteld kan worden, noch voorzien is van een afzendadres. In dit uitzonderlijke geval, mag hij hem openen en aanknopingspunten zoeken om de boodschap alsnog aan de geadresseerde te kunnen bezorgen… Wat maakt deze zending zo aangrijpend?
Dan volgt “Een soort zelfverdediging”, waarin we kennismaken met een doorgewinterde schrijver van kortverhalen die een inbreker betrapt in zijn eigen huis. Waarmee confronteert hij de ongewenste gast?
Verhaal vier, “De usurpator”, brengt ons naar een bejaardentehuis in Hamburg-Blankenese. 2 hilarische mannen van 87 en 81 delen dezelfde kamer. Uiteenlopende karakters, of toch niet?
In de vijfde vertelling, “Het examen”, gaan we met het 2pk’tje van literatuurstudent Hartmut op bezoek in de nieuwbouwwoning van zijn prof, die Hartmut heeft gevraagd om zijn schriftelijk examen te komen toelichten. Maar wie opent daar de deur?
“Onze vertrouwensman” sluit de rij. Daarin wordt de veelvuldig geprezen Sobry als buitenlandcorrespondent naar Stockholm gestuurd. Met zijn aftandse Citroën onderneemt hij de reis die hem door desolate gebieden zal voeren alvorens zijn bestemming te bereiken. Hoe reageert de krantenredactie als hij na een inspannende tocht van zich laat horen?
Siegfried Lenz behoort tot de beste verhalenvertellers van het na-oorlogse Duitsland. En dat voel je meteen! Al bij de eerste zinnen werd ik meegetrokken en bleef lezen... In elk stuk (variërend tussen 10 en 20 pagina’s) voert de schrijver een beperkt aantal personages op, van de Pruisische moraalridder tot de versufte gebruiker. Op een uitgesproken manier en met een enorm inlevingsvermogen geeft hij hen gestalte. Alle vertellingen zijn inhoudelijk interessant, uit het leven gegrepen en gefocust op menselijke relaties. Want waar mensen zijn wordt “gemenst”. Precies dàt weet Lenz in deze bundel op een krachtige manier onder woorden te brengen, beeldend te beschrijven en invoelbaar uit te drukken. Sommige vertelsels munten uit door hun bijzonder vertelperspectief, hun maritieme sfeer, hun aparte literaire constructie of hun lichte absurditeit. Jaartallen vermeldt de auteur nergens, liever gebruikt hij b.v. titels van liedjes als tijdsindicaties; we kwamen dit eveneens reeds tegen in zijn andere werken.
Het eerste, tweede, derde en zesde verhaal geef ik 4,5*; het vierde 4 en het vijfde 3. Dat maakt een overtuigde 4* als globale beoordeling voor deze “dunne parel”.
(1) De 15 verhalen in de oorspronkelijke uitgave zijn: Der Redenschreiber - Fast ein Triumph - Tote Briefe - Zum Vorzugspreis - Trost - Motivsuche - Die Kunstradfahrer - Die Bergung - Das serbische Mädchen - Eine Art von Notwehr - Das Preisausschreiben - Ein Tauchversuch - Der Usurpator - Die Prüfung - Der Mann unseres Vertrauens.
****
Toegevoegd aan mijn lijst "Dunne parels (fictie)", dunne boeken (om en bij de 100 pagina's) maar echte pareltjes! Kostbare kleinoden die een bijzondere indruk nalaten.
1
Reageer op deze recensie