Lezersrecensie
Van diepe duisternis naar licht aan de einder
Italië, 400-1000. “De geschiedenis van Europa begint in China.” Een uitgesproken slagzin om een boek over vroeg-middeleeuws Italië mee te beginnen. Meteen is de toon gezet: wat controversieel, beetje uitdagend, tikje mysterieus. Wie van een genuanceerde benadering houdt, verslikt zich en heeft de neiging om het volume terzijde te leggen. Of door te lezen! Wil je de geschiedenis van Italië vanaf de val van het West-Romeinse Rijk tot het jaar 1000 ècht kennen? Blijf dan lezen en laat je onderdompelen door dit stuk geschiedschrijving…
Hoe kon het schiereiland - ooit zo rijk voorzien van welvarende centra - verworden tot een desolaat ontstedelijkt gebied? Wie waren de opeenvolgende heersers? Wat brachten ze tot stand? Welke sporen lieten ze na? Wat was de onderlinge verhouding tussen de barbaarse bevolkingsgroepen ? Wat was hun relatie met de oorspronkelijke bewoners? Hoe kwam het dat de paus zo’n grote wereldse macht opbouwde? Op welke manier verscheen er na 6 eeuwen van chaos en duisternis opnieuw licht aan de Italiaanse einder?
In 42 relatief korte hoofdstukken vertellen Montanelli en Gervaso over de 6 donkerste eeuwen. We beleven de macht en onmacht van de keizers, lezen over hun kwaliteiten en blunders. Over mannen die zich omringden met eunuchen, hun beste generaals van kant lieten maken en daarmee hun eigen graf groeven. Barbaarse volkeren als Goten en Longobarden zien we steden plunderen, het land verwoesten en de bevolking uitputten. Onder aanvoering van hun stamhoofd of koning met namen als Attila of Alarik liepen ze Italië onder de voet, lieten niet veel heel maar stelden zich open voor de taal en de christelijke godsdienst. We voelen het gebrek aan centraal gezag en merken dat bisschoppen en pausen – verenigd door het katholieke geloof en honger naar wereldlijke macht – zich opwierpen als spilfiguren. Sterke kerkelijke leiders als Gregorius de Grote, legden politiek vernuft aan de dag en keerden het lot van Italië ten goede. Hoe de machtsovername door de Franken tot stand kon komen wordt keurig onthuld. Met Karel de Grote reizen we mee over de Alpen en gaan met hem langs bij de paus die hem de keizerskroon opzet. We maken het einde van de Karolingische dynastie mee en vernemen op welke manier de Ottonen zich vestigden... Zijsprongen naar het hof in Constantinopel, het kloosterwezen, historiek over tal van barbaarse bevolkingsgroepen en over de Arabieren, biografische schetsen van middeleeuwse kerkvaders als Augustinus van Hippo en Benedictus van Nursia zijn opgenomen, steeds in functie van hun bijdrage aan de geschiedenis van Italië.
“Italië, de donkere eeuwen 400-1000” is het eerste van de 22-delige reeks Storia d’Italia waarvan Indro Montanelli (1909-2001) in de jaren 1960 het initiatief nam. Hij koos Roberto Gervaso (1937-2020), net als Indro journalist, als mede-auteur. Alfons Caris, evenals vele Italië-liefhebbers op zoek naar een uitgebreid historisch werk over de Laars in onze taal, nam de vertaling voor zijn rekening. De originele tekst heeft hij hier en daar ingekort en stilistisch aangepast om het te moderniseren (dit deel verscheen in 1965) en dichter bij het Nederlandstalig lezerspubliek te brengen. Daar is hij vast in geslaagd.
Montanelli en Gervaso tonen zich doorgewinterde schrijvers die weten hoe ze hun discours aan de man moeten brengen. Prominente vrouwen en mannen stellen ze vaak centraal in hun betoog. Ze voorzien hen van markante typeringen, duiden hun historische betekenis en bespreken – met wat humor - hun persoonlijkheid, (on)hebbelijkheden en intriges. Hoewel de materie complex is, waken de auteurs erover dat de grote lijnen duidelijk zijn en uit de verf komen. Bij het begin van een hoofdstuk vatten ze veelal samen wat eerder ter sprake kwam, om daarop verder te bouwen. Frisse, vaak opmerkelijke inzichten gaan hand in hand met een heldere en gevatte verwoording. Zo’n half dozijn mooie kaarten, die onvertaald uit de Italiaanse versie zijn overgenomen, een chronologie en namenregister bevorderen de overzichtelijkheid. De vertaler koos ervoor om de bibliografie niet mee op te nemen.
Tijdens het lezen kwam de veelheid aan informatie, ondanks de ingebakken syntheses, meermaals overdonderend over. Ik kreeg het gevoel op een verhalentrein te zitten die maar bleef doorstomen. 6 eeuwen behandelen in 360 pagina’s is natuurlijk heel wat. Tevens viel het op dat de auteurs weinig bronnen-kritisch zijn, er althans nauwelijks melding van maken. Qua leesbeleving kon ik aanvankelijk niet hoger dan 3* geven; bij het “herkauwen” en herlezen van bepaalde passages, vielen meer puzzelstukjes in elkaar en werd de vernuftige opbouw duidelijk. Inhoudelijk verdient dit beslist 4*. Als globale beoordeling rond ik graag af naar 4. Voor een Italië-fan is het onmogelijk om dit niet te willen lezen.
****
Toegevoegd aan mijn lijst "Italië": literatuur van Italiaanse auteurs of van niet-Italiaanse schrijvers waarin Italië een belangrijke rol speelt
en aan mijn lijst "Middeleeuwen": non-fictieboeken die ten minste voor een aanzienlijk deel de middeleeuwen (500-1500) belichten.
Hoe kon het schiereiland - ooit zo rijk voorzien van welvarende centra - verworden tot een desolaat ontstedelijkt gebied? Wie waren de opeenvolgende heersers? Wat brachten ze tot stand? Welke sporen lieten ze na? Wat was de onderlinge verhouding tussen de barbaarse bevolkingsgroepen ? Wat was hun relatie met de oorspronkelijke bewoners? Hoe kwam het dat de paus zo’n grote wereldse macht opbouwde? Op welke manier verscheen er na 6 eeuwen van chaos en duisternis opnieuw licht aan de Italiaanse einder?
In 42 relatief korte hoofdstukken vertellen Montanelli en Gervaso over de 6 donkerste eeuwen. We beleven de macht en onmacht van de keizers, lezen over hun kwaliteiten en blunders. Over mannen die zich omringden met eunuchen, hun beste generaals van kant lieten maken en daarmee hun eigen graf groeven. Barbaarse volkeren als Goten en Longobarden zien we steden plunderen, het land verwoesten en de bevolking uitputten. Onder aanvoering van hun stamhoofd of koning met namen als Attila of Alarik liepen ze Italië onder de voet, lieten niet veel heel maar stelden zich open voor de taal en de christelijke godsdienst. We voelen het gebrek aan centraal gezag en merken dat bisschoppen en pausen – verenigd door het katholieke geloof en honger naar wereldlijke macht – zich opwierpen als spilfiguren. Sterke kerkelijke leiders als Gregorius de Grote, legden politiek vernuft aan de dag en keerden het lot van Italië ten goede. Hoe de machtsovername door de Franken tot stand kon komen wordt keurig onthuld. Met Karel de Grote reizen we mee over de Alpen en gaan met hem langs bij de paus die hem de keizerskroon opzet. We maken het einde van de Karolingische dynastie mee en vernemen op welke manier de Ottonen zich vestigden... Zijsprongen naar het hof in Constantinopel, het kloosterwezen, historiek over tal van barbaarse bevolkingsgroepen en over de Arabieren, biografische schetsen van middeleeuwse kerkvaders als Augustinus van Hippo en Benedictus van Nursia zijn opgenomen, steeds in functie van hun bijdrage aan de geschiedenis van Italië.
“Italië, de donkere eeuwen 400-1000” is het eerste van de 22-delige reeks Storia d’Italia waarvan Indro Montanelli (1909-2001) in de jaren 1960 het initiatief nam. Hij koos Roberto Gervaso (1937-2020), net als Indro journalist, als mede-auteur. Alfons Caris, evenals vele Italië-liefhebbers op zoek naar een uitgebreid historisch werk over de Laars in onze taal, nam de vertaling voor zijn rekening. De originele tekst heeft hij hier en daar ingekort en stilistisch aangepast om het te moderniseren (dit deel verscheen in 1965) en dichter bij het Nederlandstalig lezerspubliek te brengen. Daar is hij vast in geslaagd.
Montanelli en Gervaso tonen zich doorgewinterde schrijvers die weten hoe ze hun discours aan de man moeten brengen. Prominente vrouwen en mannen stellen ze vaak centraal in hun betoog. Ze voorzien hen van markante typeringen, duiden hun historische betekenis en bespreken – met wat humor - hun persoonlijkheid, (on)hebbelijkheden en intriges. Hoewel de materie complex is, waken de auteurs erover dat de grote lijnen duidelijk zijn en uit de verf komen. Bij het begin van een hoofdstuk vatten ze veelal samen wat eerder ter sprake kwam, om daarop verder te bouwen. Frisse, vaak opmerkelijke inzichten gaan hand in hand met een heldere en gevatte verwoording. Zo’n half dozijn mooie kaarten, die onvertaald uit de Italiaanse versie zijn overgenomen, een chronologie en namenregister bevorderen de overzichtelijkheid. De vertaler koos ervoor om de bibliografie niet mee op te nemen.
Tijdens het lezen kwam de veelheid aan informatie, ondanks de ingebakken syntheses, meermaals overdonderend over. Ik kreeg het gevoel op een verhalentrein te zitten die maar bleef doorstomen. 6 eeuwen behandelen in 360 pagina’s is natuurlijk heel wat. Tevens viel het op dat de auteurs weinig bronnen-kritisch zijn, er althans nauwelijks melding van maken. Qua leesbeleving kon ik aanvankelijk niet hoger dan 3* geven; bij het “herkauwen” en herlezen van bepaalde passages, vielen meer puzzelstukjes in elkaar en werd de vernuftige opbouw duidelijk. Inhoudelijk verdient dit beslist 4*. Als globale beoordeling rond ik graag af naar 4. Voor een Italië-fan is het onmogelijk om dit niet te willen lezen.
****
Toegevoegd aan mijn lijst "Italië": literatuur van Italiaanse auteurs of van niet-Italiaanse schrijvers waarin Italië een belangrijke rol speelt
en aan mijn lijst "Middeleeuwen": non-fictieboeken die ten minste voor een aanzienlijk deel de middeleeuwen (500-1500) belichten.
1
Reageer op deze recensie