Een pakkende thriller, geweldig hedendaags, met niet alleen een titel die je bijblijft maar ook een inhoud die er zeker mag wezen en die een schitterend vervolg is op de vorige boeken met de Leuvense speurders Leyssens en Van Cattendyck. De karakters en hersenspinsels van deze speurders worden verder uitgespit. Ook hun leven samen en hun leven samen met hun collega’s en familieleden wordt fijn beschreven, zodat je hen ongetwijfeld zou herkennen als je hen op straat zou tegenkomen... De manier waarop Leyssens de verdachten ondervraagt, is gewoon subliem. Vreselijk moet het zijn om zijn ondervraging te ondergaan en tegelijkertijd zou je het willen meemaken. Na dit vierde boek lijkt het echt alsof je Leyssens en Van Cattendyck persoonlijk kent en je voelt hen aan, niet als personages van een boek, maar als ménsen, mensen zoals jij en ik, mensen die écht bestaan. Super om dergelijk gevoel te kunnen overbrengen op de lezer!
Bij ‘Ik maak je kapot’ heeft de lezer geen idee wie de dader is, tast volkomen in het duister en leeft dus nog sterker mee met de speurders vanwege de drang om de dader te willen ontmaskeren. Gelukkig laat de ontknoping lang op zich wachten én is origineel en onverwacht.
Een pracht van een thriller met een vlijmscherpe titel, een adembenemende proloog, een beklemmende ontwikkeling, een verrassende ontknoping en een aandoenlijk slot. Wat kan je van een boek nog meer verwachten?