Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Ik ben, ik blijf op zoek en…

Jan Stoel 28 november 2018
Ik ben, ik blijf is de titel van de eerste dichtbundel van Anja van Biene (1964). Eerder verscheen van haar hand de roman Niet mijn familie (2016), het autobiografische verhaal over de breuk met haar twee dochters en een groot deel van haar familie. Vanuit Italië verhuist ze met haar man Fiorenzo D’Arsiè en zoon Lorenzo D’Arsiè naar Engeland en sinds 2017 woont Anja in Delft. Haar roman eindigde met de woorden ‘Ik ben, ik blijf’. Dat is de titel geworden van haar eerste dichtbundel. Het geeft meteen de relatie tussen de twee literaire werken aan.

Fiorenzo en Lorenzo hebben een rol gespeeld bij de vormgeving van de dichtbundel en maken zo deel uit van het louteringsproces dat Anja doormaakt. Ze staat er dus niet alleen voor. De gedichten zijn geplaatst op de rechterbladzijde en een foto die de poëzie ondersteunt, versterkt staat op de linkerpagina. Het levert prachtige combinaties op die de lezer even doen stilstaan, voor reflectie zorgen. Genieten van de foto en de tekst van het gedicht op je laten inwerken. Een voorbeeld is het gedicht Dekmantel met als foto opkomend schuimend water dat het woord ‘moeder’ dat in het zand van het strand geschreven is deels wegspoelt:

'op zoek naar moeder
tuur ik vragend in de golven
hoor haar schuimbekken
tot ze volledig is bedolven'

De rode draad in de dichtbundel is de zoektocht naar de aanvaarding van de breuk met haar familie en in het bijzonder met haar dochter(s). De dichteres is op zoek naar de schuldvraag, ligt die bij haarzelf of de ander? Is de breuk te diep om tot vergeving te komen? Hoe kun je verder gaan in je leven en kun je het verleden een plek geven? Het inktzwarte en het doorbrekende licht, het lentegevoel wedijveren met elkaar. Deze bundel gaat vooral over de confrontatie van Anja van Biene met zichzelf. De coverfoto en het eerste gedicht laten dat mooi zien:

'ik ben, ik blijf
mijn hart bemantelt alsof het verdoezelt
verpletterde ziel
(…)
escalerend onvermogen noopt aanvaarding
(…)
verpulverd blijf ik bonzen'

De twijfel, het gevoel van onmacht, de martelgang en de rouw, de gevoelens van spijt en woede, maar ook van bevrijding, teleurstelling, perspectief en , het overleven en doorzetten, het zoeken naar houvast (religie), de overtuiging en het samen verder gaan zijn thema’s die in de bundel naar voren komen. De lezer wordt deelgenoot van het proces dat de dichteres doormaakt met al haar emoties, gevoelens, gedachten die met elkaar om de meeste aandacht wedijveren. Dat proces verloopt niet lineair, maar lopen net als al die gevoelens door elkaar. Het zijn niet zomaar losse gedichten die bij elkaar staan; alles heeft zijn plek. Er is goed nagedacht over de compositie van de bundel, zodat er een eenheid ontstaat. Langzamerhand krijgt de lezer zicht op wat Anja is overkomen/beweegt:

'ik verhuis letters, woorden en luister
een levenstaak die wordt verricht
want het belichten van het duister
voelt als een dure plicht' (uit: Levenstaak)

De bundel sluit af met een hartenkreet. Dat is het enige gedicht waarin hoofdletters aan het begin van een zin gebruikt zijn en waarbij leestekens gebruikt worden. Dat maakt het onderscheidend, nog persoonlijker Alleen de titels van de gedichten beginnen met een kapitaal.

'Tot op het bot,
pijn!

Ik kan niet verder,
help!

Ik hou van je,
kind!

(…)

Wat mis ik je,
vreselijk!

Of moet dat,
botweg!'

De gedichten zijn in heldere, bondige taal, geschreven. Geen woord teveel. Anja van Biene gebruikt korte regels, die eigenlijk het beste te omschrijven zijn als de gedachten die continue door haar hoofd flitsen. Vaak korte woorden die al associërend, allitererend, ritmisch klinkend met elkaar een gedachte formuleren. Ze schrijft op zo’n manier dat er ruimte ontstaat waardoor de lezer kan interpreteren, zijn verbeelding aan het werk kan zetten.

Spelen met taal is een van de elementen van poëzie. Ook daar is Anja gevoelig voor. Bijvoorbeeld in het gedicht voeten met zinnen als: ‘wee degene die / voor mijn voeten loopt’, ‘want met mijn voeten kan ik uit de voeten / iets wat mijn hart benijden kan’, ‘hoe mooi is het / om op vrije voet te zijn, ‘ik volg mezelf op de voet’. Of in het gedicht ‘Drie gave peertjes’ waarin ‘het gras bezaaid is met gebakken peren’ en er drie gave overblijven: Anja, Fiorenzo en Lorenzo, al worden zij niet met name genoemd.

Contrasten spelen in veel van de gedichten een rol: somberte en hoop. Steeds komt op allerlei verrassende momenten de titel van de bundel terug. Het levert mooie combinaties op als ‘ik ben, ik blijf op zoek’, ‘ik ben, ik blijf integer’, ‘ik ben, ik blijf zielsgraag / een wervelende vlinder’, ‘ik ben, ik blijf verlicht’ , ik ben, ik blijf / bruut verscheurd’ en ‘ik ben, ik blijf moeder / al heb ik me in jou vergist’.

'verliezen is het treuren
over alles wat ook
vreugde gaf
en dát gaf je'

De titel van de bundel ‘ik ben, ik blijf’ geeft de kern van haar zoektocht weer. De dichteres vindt er allerlei metaforen voor. Soms worden personen als keien verbeeld (de mensen blijken keihard te zijn en ‘ik ben geworden / wie ik ben / mede door deze keien / ze vormen mijn pad). Dan weer is een trap metafoor voor het hoopvol naar de toekomst klimmen. Bijzonder treffend gebeurt het in een serie gedichten die geïnspireerd zijn op de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela waar de Heilige Jacob vereerd wordt, de beschermheilige van de pelgrims, de reizigers. En is de dichteres niet een reis door het leven aan het maken? Jacobs graf ligt aan de Camino de Santiago:

'onze strijd is gestreden
en de zielen zijn bevrijd
doortastend kunnen we verder
(…)
en het is hier
waar el Camino
begint'

Anja van Biene spaart zichzelf niet, soms is het bikkelhard. Er is moed voor nodig om je zo kwetsbaar op te stellen en zo op zoek te gaan naar wat je in je diepste beweegt. Poëzie kan ervoor zorgen dat je een vorm vindt voor het verwerken van je ervaringen. Hoewel de bundel enerzijds persoonlijk is is het anderzijds universeel. Het gaat om ervaringen die we als mens – de een meer dan de ander – hebben. Daarmee ontstijgt de poëzie van Anja het persoonlijke en wordt het literatuur. Anja kiest voor de toekomst, maar draagt altijd haar verleden mee.

'het is aan mij op tijd te schijnen
zodat regen boogt in kleur’
3

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jan Stoel