Het wilde festival

Woodstock, een roman geschreven door Els Quaegebeur. Het verhaal speelt zich af rond het muziekfestival in 1969. Het was een enorme happening, waar in plaats van 200.000, meer dan 400.000 bezoekers op af kwamen. En het hele gebeuren duurde ook een dag langer dan gepland en verliep ook zonder noemenswaardige incidenten. Het verhaal gaat niet om het festival op zich, maar het speelt zich af in het heden.
Het gaat om Nola en David. Ze zijn echt wel gek op elkaar, maar willen allebei verschillende dingen. Er wordt uitgebreid verteld op welke wijze hun ontmoeting plaatsvond, op een zeer aangename manier. Nola restaureert oude en antieke meubelen in haar eigen werkplaats, David schrijft (of doet daar pogingen toe) en wil ontzettend graag een kind met Nola. Daar heeft Nola echter nog geen zin in. Het verhaal wordt op realistische en humoristische wijze aan de lezer voorgeschoteld. En het moet gezegd: Je valt van de ene in de andere verrassende scène. Ze hebben allebei hun wensen, waaraan ze voor elkaar niet kunnen voldoen. En ook dat schept een band. Dan gaan ze voor de schrijverij van David naar Woodstock en verblijven daar voor een paar weken in een pension. Ook nog voor een andere rede. David wil ontzettend graag een baby met Nola, waar hard aan gewerkt gaat worden.
Alleen draait het verhaal niet puur om die twee. Er komt een andere dimensie bij: een verdronken jongetje, Nicky. Hij overleed tijdens het Woodstock-festival 40 jaar geleden. En zijn vader heeft in een gastenboek in het pension brieven aan zijn zoon geschreven, die Nola onder ogen krijgt. De brieven laten Nola niet ongemoeid, ook spreekt ze er niet over met David. Maar je voelt dat Nola zich de gebeurtenissen met Nicky erg aantrekt.
Op een gegeven moment komt David er achter, dat Nola nog steeds de pil slikt, terwijl hij juist dacht van niet. Hij voelt zich enorm bedrogen en is woest op Nola, die daarop vetrekt
Uiteindelijk loopt het verhaal af met een nare nasmaak. Er gebeurt eigenlijk niets meer, we eindigen weer bij het begin.