Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

'Water wast de zonden weg'

Ru de Groen (1957) is binnen het bedrijf Krikke Special Books uitgever van fraaie boeken in opdracht. Als romanschrijver debuteerde hij in 2014 met Anna. Ode aan een kattenstaart. In 2017 verscheen zijn roman Zonen van De Farao. Aan deze twee romans, geschreven in een soepele en ingetogen stijl heeft De Groen nu een derde, boeiende roman toegevoegd: Een dagje in de stad, verschenen op 20 juni 2018.

Net als in zijn tweede roman gaat de schrijver een flink eind terug in de tijd, naar de jaren vijftig van de vorige eeuw, naar de dag voorafgaande aan de Watersnoodramp van 1953. Het heden van het verhaal beslaat nog geen vierentwintig uur en begint op vrijdagavond 30 januari even voor elf uur, wanneer de 14-jarige Jaap samen met zijn zusje Anna, 7 jaar oud, aanklopt bij zijn oom Stoffer Picavet in Rotterdam. Zeven jaar eerder was hij nog havenmeester op het eiland Goeree-Overflakkee. Na een misstap in de ogen van de ‘fijne’ gelovigen op het eiland en vooral in de ogen van zijn eigen broer Willeboord, door iedereen ‘de boer’ genoemd, is Picavet van het eiland weggegaan. Als er al op het eiland over hem gesproken wordt, dan is dat in termen van ‘de duivel’ of ‘Lucifer’.

Picavet verneemt de reden van Jaaps vlucht, is verheugd dat de jongen hem, ondanks zijn reputatie, in vertrouwen neemt. Alvorens te besluiten wat er verder moet gebeuren wil hij de kinderen een mooie dag in de stad bezorgen. Daarvoor schakelt hij de hulp in van zijn vriendin Mimi.

Flashbacks maken stukje bij beetje duidelijk wat er op het eiland is voorgevallen. 

“[Jaap:] ‘Het ene moment dacht hij dat de boer dood was. Dan zou hij een vadermoordenaar zijn. Maar een seconde later leefde zijn vader nog en leidde hij zelf de zoektocht naar zijn dochter en zijn moordenaar. Nee, dat ging niet: op zoek naar je moordenaar. Moordenaar? Ja, de boer was dood, hij wist het zeker. Het was een harde klap geweest.’”


In contrast met de akelige herinneringen van Jaap en Anna staat het dagje in Rotterdam dat heel gezellig en rustig verloopt. Toch ook weer niet zó rustig. Omdat van tijd tot tijd terloops melding gemaakt wordt van de harde wind die met het uur in kracht toeneemt tot orkaankracht. Onzekerheid over het lot van Jaaps vader en dus ook over dat van Jaap én het wegtikken van de uren voor de aanstormende ramp die vooral op Goeree-Overflakkee veel slachtoffers heeft gemaakt, zorgen voor een constante spanning. En dan wil Jaap ook nog terug naar het eiland om zijn verantwoordelijkheid te nemen.

De dag eindigt met een geweldige cliffhanger: het is zaterdagavond 31 januari 1953, rond kwart over negen. Picavet en Jaap staan op de kade in Hellevoetsluis te wachten op de veerboot naar Middelharnis op Goeree-Overflakkee.

De Groen weet de sfeer van de jaren vijftig goed op te roepen door taal-en woordgebruik, zoals een radio op een dressoir, ‘ijskast’ wanneer koelkast bedoeld wordt en door gezegdes die nu niet meer zo vaak gehoord worden. Aardig zijn ook de details die Rotterdam ‘levend’ maken, de Kuip en Blijdorp, typisch Rotterdamse uitdrukkingen, het noemen van een in die tijd bekende speler van Feyenoord en de eigenaardige naam van Picavets hond, Van Brienenoord. Met zijn ongedwongen schrijfstijl en de bijzondere wijze waarop zwaardere thema’s, zoals religie en seksueel misbruik, en andere, minder zware thema’s, zoals familiebanden, broedertwist en liefde, verweven zijn met de grootste natuurramp in de Nederlandse geschiedenis, heeft de auteur opnieuw een mooie roman afgeleverd. De redactie heeft helaas wat steekjes laten vallen. De cover daarentegen is prachtig: een foto van een aandoenlijk meisje met hond. De hond als symbool van waakzaamheid en trouw, wat de kerktorens van Goeree, “fiere wachters (…) tegen het kwaad”, aldus de boer, het meisje niet konden bieden. 

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Angèle van Baalen