Lezersrecensie
Taal, arbeid en verzet in het plezierdistrict.
Vakschool voor meisjes van plezier van Kiyoko Murata is geen klassieke historische roman met een sterk uitgewerkte plot. Het boek leest eerder als een zorgvuldige observatie van een afgesloten wereld: die van de Japanse plezierdistricten aan het begin van de twintigste eeuw. Centraal staat de vijftienjarige Ichi Aoi, die door haar familie wordt verkocht aan een exclusief bordeel in Kumamoto. Haar persoonlijke verhaal fungeert vooral als toegangspoort tot een bredere sociale werkelijkheid.
Murata beschrijft het bordeel als een samenleving op zichzelf, met strikte regels, duidelijke hiërarchieën en een eigen moraal. De vrouwen worden niet beoordeeld op wie zij zijn, maar op wat zij opleveren. Seks is arbeid, nauwkeurig gereguleerd en administratief vastgelegd. Zelfs onderwijs heeft hier een dubbelzinnige functie: leren lezen, schrijven en rekenen vergroot niet de vrijheid van de meisjes, maar hun economische waarde.
Toch schuilt in datzelfde onderwijs ook een kiem van verzet. In de lessen van Tetsuko, een oudere prostituee die nu lesgeeft, leren de meisjes hun ervaringen onder woorden te brengen. Vooral Ichi’s dagboekfragmenten springen eruit. In deze korte, persoonlijke passages krijgt haar stem ruimte en ontstaat er iets wat binnen het bordeel zeldzaam is: een gevoel van autonomie. Taal wordt zo meer dan een instrument van controle; ze wordt een middel om grip te krijgen op het eigen bestaan.
Murata is duidelijk meer geïnteresseerd in context dan in dramatische ontwikkeling. De roman verloopt traag en fragmentarisch en veel personages blijven op de achtergrond. Dat maakt het verhaal soms afstandelijk, maar het benadrukt ook Murata’s focus op het collectief. Dit is geen heldinnenverhaal, maar een portret van vrouwen die gevangen zitten in een systeem dat hen structureel uitbuit.
Het morele en historische zwaartepunt van de roman ligt bij de aanloop naar de courtisanenstaking van 1904. Deze staking, geïnspireerd door bredere arbeidersbewegingen, laat zien hoe solidariteit ontstaat in omstandigheden van gedeelde onderdrukking. Murata presenteert dit moment niet als een spectaculaire ommekeer, maar als een voorzichtige, kwetsbare daad van verzet – juist daardoor geloofwaardig.
Vakschool voor meisjes van plezier vraagt om aandachtig en geduldig lezen. De stijl is sober en soms droog, en de roman zal lezers die op zoek zijn naar emotionele intensiteit of narratieve vaart waarschijnlijk minder aanspreken. Daar staat tegenover dat Murata overtuigt door haar intellectuele en morele scherpte. Juist door de afstandelijke toon en de nadruk op structuur boven individu wordt de systematische uitbuiting helder en invoelbaar. Het resultaat is een sobere maar indringende roman die geen ontroering nastreeft, maar inzicht biedt in een vergeten geschiedenis, en die vooral blijft hangen door wat zij laat zien, niet door wat zij dramatiseert.
Murata beschrijft het bordeel als een samenleving op zichzelf, met strikte regels, duidelijke hiërarchieën en een eigen moraal. De vrouwen worden niet beoordeeld op wie zij zijn, maar op wat zij opleveren. Seks is arbeid, nauwkeurig gereguleerd en administratief vastgelegd. Zelfs onderwijs heeft hier een dubbelzinnige functie: leren lezen, schrijven en rekenen vergroot niet de vrijheid van de meisjes, maar hun economische waarde.
Toch schuilt in datzelfde onderwijs ook een kiem van verzet. In de lessen van Tetsuko, een oudere prostituee die nu lesgeeft, leren de meisjes hun ervaringen onder woorden te brengen. Vooral Ichi’s dagboekfragmenten springen eruit. In deze korte, persoonlijke passages krijgt haar stem ruimte en ontstaat er iets wat binnen het bordeel zeldzaam is: een gevoel van autonomie. Taal wordt zo meer dan een instrument van controle; ze wordt een middel om grip te krijgen op het eigen bestaan.
Murata is duidelijk meer geïnteresseerd in context dan in dramatische ontwikkeling. De roman verloopt traag en fragmentarisch en veel personages blijven op de achtergrond. Dat maakt het verhaal soms afstandelijk, maar het benadrukt ook Murata’s focus op het collectief. Dit is geen heldinnenverhaal, maar een portret van vrouwen die gevangen zitten in een systeem dat hen structureel uitbuit.
Het morele en historische zwaartepunt van de roman ligt bij de aanloop naar de courtisanenstaking van 1904. Deze staking, geïnspireerd door bredere arbeidersbewegingen, laat zien hoe solidariteit ontstaat in omstandigheden van gedeelde onderdrukking. Murata presenteert dit moment niet als een spectaculaire ommekeer, maar als een voorzichtige, kwetsbare daad van verzet – juist daardoor geloofwaardig.
Vakschool voor meisjes van plezier vraagt om aandachtig en geduldig lezen. De stijl is sober en soms droog, en de roman zal lezers die op zoek zijn naar emotionele intensiteit of narratieve vaart waarschijnlijk minder aanspreken. Daar staat tegenover dat Murata overtuigt door haar intellectuele en morele scherpte. Juist door de afstandelijke toon en de nadruk op structuur boven individu wordt de systematische uitbuiting helder en invoelbaar. Het resultaat is een sobere maar indringende roman die geen ontroering nastreeft, maar inzicht biedt in een vergeten geschiedenis, en die vooral blijft hangen door wat zij laat zien, niet door wat zij dramatiseert.
1
Reageer op deze recensie
