Lezersrecensie
Hoe makkelijk jongeren te beïnvloeden zijn
Beklemmend – dat is het woord dat Kevin Prengers ‘Van kinderwieg tot soldatengraf’ in één woord typeert.
Prenger is hoofdredacteur van Traces of War. ‘Van kinderwieg tot soldatengraf. Onderwijs en indoctrinatie in Hitlers Duitsland’ is zijn negende boek. Hij beschrijft hierin hoe de nationaalsocialisten de Duitse jeugd in alle levensgebieden wisten te bereiken en te indoctrineren. Slechts heel weinig jongeren bleken daartegen bestand. Prenger citeer Alfons Heck, die jaren bevriend was geweest met een Joods leeftijdsgenootje: ‘binnen de tijd van zes jaar maakte de constante nazi-indoctrinatie me geheel onverschillig voor hun lot en ik accepteerde de deportatie als een juiste maatregel.’
De nazi’s beseften terdege dat zij door het winnen van de jeugd verzekerd zouden zijn van hun macht in Duitsland. Daarom bouwden zij al in de jaren twintig een compleet programma op dat het hele dagelijks leven bestreek: van lesboeken tot liederen, van radioprogramma’s tot zomerkampen, voor jongens en meisjes in alle leeftijden. Via de HitlerJugend en de Bund Deutsche Mädel – waarvan het lidmaatschap in de jaren dertig vrijwel niet meer viel te ontkomen – werd de Duitse jeugd geleerd het eigen volk lief te hebben, de natuur in te trekken, ‘foute elementen’ te haten en de Führer blindelings te vereren. Zachtzinnig ging het er daarbij niet aan toe; sommige kinderen overleden zelfs tijdens de oefeningen. De boodschap dat een meisje dat als gevolg van een longontsteking, die zij had opgelopen tijdens een oefening bij een zomerkamp, overleden was, werd door haar familie ontvangen met de mededeling dat ze er wel overheen zouden komen. Het meisje was immers ‘gestorven in uniform – zoals een echte soldaat – voor de Führer’, aldus haar tante.
Prenger laat duidelijk zien dat de jarenlange indoctrinatie ervoor zorgde dat zelfstandig denken werd uitgeschakeld en zelfs verdacht werd. Schokkend is dat dit ook op universiteiten het geval was. Niet de colleges van de meest erudiete professoren, maar die van de professoren met een hoge positie binnen de partij werden het meest bezocht. Vandaar dat het boek beklemmend is: het idee dat er slecht zo weinigen zelfstandig in staat bleken om zelf te denken en een objectieve maatstaf van goed en fout te hanteren, stemt niet positief.
Die grote zorgen over de Duitse jeugd deelde ook George Ziemer. Deze Amerikaans was tijdens de jaren dertig directeur en docent van de Amerikaanse school in Berlijn. Hij was er al toen de nazi’s aan de macht kwamen en zag voor ogen gebeuren hoe het land veranderde. Als docent en journalist wilde hij inzicht krijgen in de ideeën en methodes van de nazipropaganda. Daarom onderzocht hij lesmethodes, bezocht zomerkampen en bijeenkomsten van de Hitlerjugend en interviewde Duitse autoriteiten. In de zomer van 1939 emigreerden de Ziemers naar Amerika, net voordat de oorlog uitbrak. Ziemer publiceerde in 1941 zijn verslag van zijn onderzoek, met de treffende titel‘Education for Death’. Dit boek is de basis van een Disney-animatiefilm, waarin het lieve, blonde jongetje Hans uitgroeit tot een gemene Wehrmachtsoldaat, door de aanhoudende nazidenkbeelden die hij over zich krijgt uitgestort. ‘His education… for death’ zegt de commentator, als Hans’ helm in de slotscène verandert in een kruis op een graf.
Onder meer door deze publicaties was er in Amerika veel bezorgdheid over de toekomst van Duitsland na de oorlog. Hoe moest deze generatie gehersenspoelden ooit na de oorlog in een democratie gaan leven? Prenger laat overtuigend zien dat, hoewel het besef van de misdaden van de nazi’s bij veel Duitsers na de oorlog pas langzaam groeide, de wil tot leven in vrede, democratie en geluk wel sterk was. Het lukte daarom velen die vanaf hun vroegste jeugd vrijwel volledig op de nazi-idealen betrokken waren geweest, weer relatief snel om hun leven te herpakken en van koers te veranderen. Bovendien was er in de jaren veertig in Duitsland ook weer een generatie opgegroeid die door de nazi’s niet meer goed bereikt was: door de oorlog vielen teveel lessen uit, door de honger en de oorlogsellende kwam de boodschap van een hoopvolle toekomst ook minder over. Dat er toch een democratie mogelijk bleek na zo’n periode van grondige indoctrinatie, geeft bij alle beklemming toch moed voor de lezer die parallellen in het heden bespeurt.
Prenger is hoofdredacteur van Traces of War. ‘Van kinderwieg tot soldatengraf. Onderwijs en indoctrinatie in Hitlers Duitsland’ is zijn negende boek. Hij beschrijft hierin hoe de nationaalsocialisten de Duitse jeugd in alle levensgebieden wisten te bereiken en te indoctrineren. Slechts heel weinig jongeren bleken daartegen bestand. Prenger citeer Alfons Heck, die jaren bevriend was geweest met een Joods leeftijdsgenootje: ‘binnen de tijd van zes jaar maakte de constante nazi-indoctrinatie me geheel onverschillig voor hun lot en ik accepteerde de deportatie als een juiste maatregel.’
De nazi’s beseften terdege dat zij door het winnen van de jeugd verzekerd zouden zijn van hun macht in Duitsland. Daarom bouwden zij al in de jaren twintig een compleet programma op dat het hele dagelijks leven bestreek: van lesboeken tot liederen, van radioprogramma’s tot zomerkampen, voor jongens en meisjes in alle leeftijden. Via de HitlerJugend en de Bund Deutsche Mädel – waarvan het lidmaatschap in de jaren dertig vrijwel niet meer viel te ontkomen – werd de Duitse jeugd geleerd het eigen volk lief te hebben, de natuur in te trekken, ‘foute elementen’ te haten en de Führer blindelings te vereren. Zachtzinnig ging het er daarbij niet aan toe; sommige kinderen overleden zelfs tijdens de oefeningen. De boodschap dat een meisje dat als gevolg van een longontsteking, die zij had opgelopen tijdens een oefening bij een zomerkamp, overleden was, werd door haar familie ontvangen met de mededeling dat ze er wel overheen zouden komen. Het meisje was immers ‘gestorven in uniform – zoals een echte soldaat – voor de Führer’, aldus haar tante.
Prenger laat duidelijk zien dat de jarenlange indoctrinatie ervoor zorgde dat zelfstandig denken werd uitgeschakeld en zelfs verdacht werd. Schokkend is dat dit ook op universiteiten het geval was. Niet de colleges van de meest erudiete professoren, maar die van de professoren met een hoge positie binnen de partij werden het meest bezocht. Vandaar dat het boek beklemmend is: het idee dat er slecht zo weinigen zelfstandig in staat bleken om zelf te denken en een objectieve maatstaf van goed en fout te hanteren, stemt niet positief.
Die grote zorgen over de Duitse jeugd deelde ook George Ziemer. Deze Amerikaans was tijdens de jaren dertig directeur en docent van de Amerikaanse school in Berlijn. Hij was er al toen de nazi’s aan de macht kwamen en zag voor ogen gebeuren hoe het land veranderde. Als docent en journalist wilde hij inzicht krijgen in de ideeën en methodes van de nazipropaganda. Daarom onderzocht hij lesmethodes, bezocht zomerkampen en bijeenkomsten van de Hitlerjugend en interviewde Duitse autoriteiten. In de zomer van 1939 emigreerden de Ziemers naar Amerika, net voordat de oorlog uitbrak. Ziemer publiceerde in 1941 zijn verslag van zijn onderzoek, met de treffende titel‘Education for Death’. Dit boek is de basis van een Disney-animatiefilm, waarin het lieve, blonde jongetje Hans uitgroeit tot een gemene Wehrmachtsoldaat, door de aanhoudende nazidenkbeelden die hij over zich krijgt uitgestort. ‘His education… for death’ zegt de commentator, als Hans’ helm in de slotscène verandert in een kruis op een graf.
Onder meer door deze publicaties was er in Amerika veel bezorgdheid over de toekomst van Duitsland na de oorlog. Hoe moest deze generatie gehersenspoelden ooit na de oorlog in een democratie gaan leven? Prenger laat overtuigend zien dat, hoewel het besef van de misdaden van de nazi’s bij veel Duitsers na de oorlog pas langzaam groeide, de wil tot leven in vrede, democratie en geluk wel sterk was. Het lukte daarom velen die vanaf hun vroegste jeugd vrijwel volledig op de nazi-idealen betrokken waren geweest, weer relatief snel om hun leven te herpakken en van koers te veranderen. Bovendien was er in de jaren veertig in Duitsland ook weer een generatie opgegroeid die door de nazi’s niet meer goed bereikt was: door de oorlog vielen teveel lessen uit, door de honger en de oorlogsellende kwam de boodschap van een hoopvolle toekomst ook minder over. Dat er toch een democratie mogelijk bleek na zo’n periode van grondige indoctrinatie, geeft bij alle beklemming toch moed voor de lezer die parallellen in het heden bespeurt.
2
Reageer op deze recensie