Lezersrecensie
Nog steeds op zoek naar opus 26...

24 augustus 2015
Een waanzinnig leesfeest. Anders kan ik dit boek niet omschrijven. Waar de tijgers thuis zijn neemt je mee naar het hedendaagse Brazilië. Naar het langs de kust gelegen Alcântara, mooi van vergane glorie, naar Fortaleza met zijn stranden, nachtclubs en sloppenwijken en naar het regenwoud van Mato Grasso. En tussendoor neemt een Jezuïtische pater je aan de hand mee op een tijdreis door het Duitsland en Italië van de 16de en 17de eeuw.
In Alcântara woont Eléazard von Wogau, sinds een half jaar gescheiden van zijn vrouw Elaine. Zij woont sindsdien in Brasilia, maar is zojuist vertrokken is naar de jungle van Mato Grasso om deel uit te gaan maken van een expeditie op zoek naar fossielen. Hun dochter Moéma woont en 'studeert' in Fortaleza, omdat ze noch bij haar vader noch bij haar moeder wilde blijven. Het is via Eléazard, dat je kennis maakt met de Jezuïtische pater Athanasius Kircher. Eléazard is namelijk gevraagd om een net boven water gekomen biografie van het Frans naar het Duits te vertalen en daar een toelichting bij te schrijven.
In Waar de tijgers thuis zijn worden de lotgevallen van Eléazard, Elaine, Moéma en Athanasius Kircher gevolgd, waardoor er een verhaal van verhalen in verhalen ontstaat. Wat dat betreft doet het een beetje denken aan Het leven een gebruiksaanwijzing van Georges Perec, waar een een vleugje Umberto Eco door geschreven is, opgepept met hier en daar wat Dan Brown. Alles bij elkaar, met alle die verhalen die elkaar ook nog raken, zou dit een ingewikkeld, tamelijk onleesbaar boek hebben kunnen opleveren, maar dat is absoluut niet aan de orde. De belevenissen van de diverse hoofdpersonen zijn duidelijk gescheiden.
Door de lotgevallen van de personages te volgen, geniet je op het ene moment van de Forrómuziek, dan dwaal je met verwondering door Villa Palagonia, om vervolgens een Omulu-rite bij te wonen, via touwtjesliteratuur het verhaal van de 'held' Lampiâo te vernemen, om vervolgens een vuurspuwende Etna te beklimmen, dan weer naar opus 26 van Stravinsky te luisteren, om er daarna achter te komen dat Bernini's fontein op het Piazza della Minerva uit de Hypnerotomachia is gekopieerd (zie pagina 38), het feest van Yemanjá bij te wonen.
In het begin stuitte het taalgebruik mij zo nu en dan tegen borst: 'mijn reputatie zal me al heel lang een worst zijn'; Eléazard die bedenkt dat Loredana 'hem nog nooit zo aantrekkelijk had geleken' tijdens hun eerste ontmoeting; de afschuwelijke uitdrukking 'zeg maar' die door Brazilianen (?!) wordt gebruikt. Het doet in dat deel van het boek ook regelmatig wat gezwollen aan, met lange zinnen die in een enkel geval ook niet lopen. Maar deze (uiteindelijk kleine) ergernissen verdwijnen verderop in het boek. Wat dan overblijft is dat al eerder genoemde waanzinnige leesfeest. Uiteindelijk kun je er echt niet meer omheen en moet je bekennen dat Kircher's motto in uno omnia door Blas de Roblés perfect is gebruikt in deze roman. Een boek om te herlezen en dan te ontdekken dat er nog veel meer in is verstopt. Bij die herlezing hoop ik dan de aanwijzingen te ontdekken die me helpen om het muziekstuk genaamd 'opus 26', gecomponeerd door Stravinsky (??) te achterhalen. Ik weet helemaal niet of het zo bedoeld is door Blas de Roblés, maar dat 'mysterie' zou ik nog graag willen oplossen. Gelezen en gerecenseerd in april 2010 Hoeveel indruk Anastasia Kircher gemaakt op mij gemaakt heeft, mag blijken uit het feit dat ik het boek Athanasius Kircher's Theatre of the World, His Life, Work, and the Search for Universal Knowledge van Joscelyn Godwin direct op mijn wishlist plaatste toen het uitkwam en het vervolgens dat jaar van een zeer dierbare vriendin voor mijn verjaardag kreeg. Ik neus er regelmatig in, nog steeds ... verbazingwekkende man. Uitermate verbazingwekkende, intelligente man.
In Alcântara woont Eléazard von Wogau, sinds een half jaar gescheiden van zijn vrouw Elaine. Zij woont sindsdien in Brasilia, maar is zojuist vertrokken is naar de jungle van Mato Grasso om deel uit te gaan maken van een expeditie op zoek naar fossielen. Hun dochter Moéma woont en 'studeert' in Fortaleza, omdat ze noch bij haar vader noch bij haar moeder wilde blijven. Het is via Eléazard, dat je kennis maakt met de Jezuïtische pater Athanasius Kircher. Eléazard is namelijk gevraagd om een net boven water gekomen biografie van het Frans naar het Duits te vertalen en daar een toelichting bij te schrijven.
In Waar de tijgers thuis zijn worden de lotgevallen van Eléazard, Elaine, Moéma en Athanasius Kircher gevolgd, waardoor er een verhaal van verhalen in verhalen ontstaat. Wat dat betreft doet het een beetje denken aan Het leven een gebruiksaanwijzing van Georges Perec, waar een een vleugje Umberto Eco door geschreven is, opgepept met hier en daar wat Dan Brown. Alles bij elkaar, met alle die verhalen die elkaar ook nog raken, zou dit een ingewikkeld, tamelijk onleesbaar boek hebben kunnen opleveren, maar dat is absoluut niet aan de orde. De belevenissen van de diverse hoofdpersonen zijn duidelijk gescheiden.
Door de lotgevallen van de personages te volgen, geniet je op het ene moment van de Forrómuziek, dan dwaal je met verwondering door Villa Palagonia, om vervolgens een Omulu-rite bij te wonen, via touwtjesliteratuur het verhaal van de 'held' Lampiâo te vernemen, om vervolgens een vuurspuwende Etna te beklimmen, dan weer naar opus 26 van Stravinsky te luisteren, om er daarna achter te komen dat Bernini's fontein op het Piazza della Minerva uit de Hypnerotomachia is gekopieerd (zie pagina 38), het feest van Yemanjá bij te wonen.
In het begin stuitte het taalgebruik mij zo nu en dan tegen borst: 'mijn reputatie zal me al heel lang een worst zijn'; Eléazard die bedenkt dat Loredana 'hem nog nooit zo aantrekkelijk had geleken' tijdens hun eerste ontmoeting; de afschuwelijke uitdrukking 'zeg maar' die door Brazilianen (?!) wordt gebruikt. Het doet in dat deel van het boek ook regelmatig wat gezwollen aan, met lange zinnen die in een enkel geval ook niet lopen. Maar deze (uiteindelijk kleine) ergernissen verdwijnen verderop in het boek. Wat dan overblijft is dat al eerder genoemde waanzinnige leesfeest. Uiteindelijk kun je er echt niet meer omheen en moet je bekennen dat Kircher's motto in uno omnia door Blas de Roblés perfect is gebruikt in deze roman. Een boek om te herlezen en dan te ontdekken dat er nog veel meer in is verstopt. Bij die herlezing hoop ik dan de aanwijzingen te ontdekken die me helpen om het muziekstuk genaamd 'opus 26', gecomponeerd door Stravinsky (??) te achterhalen. Ik weet helemaal niet of het zo bedoeld is door Blas de Roblés, maar dat 'mysterie' zou ik nog graag willen oplossen. Gelezen en gerecenseerd in april 2010 Hoeveel indruk Anastasia Kircher gemaakt op mij gemaakt heeft, mag blijken uit het feit dat ik het boek Athanasius Kircher's Theatre of the World, His Life, Work, and the Search for Universal Knowledge van Joscelyn Godwin direct op mijn wishlist plaatste toen het uitkwam en het vervolgens dat jaar van een zeer dierbare vriendin voor mijn verjaardag kreeg. Ik neus er regelmatig in, nog steeds ... verbazingwekkende man. Uitermate verbazingwekkende, intelligente man.
3
1
Reageer op deze recensie