Meer dan 6,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Aanklacht tegen de psychiatrie verpakt in een mooie roman

Gea Kuipers 04 augustus 2025 Hebban Team

Tijdens een college krijgt student Josephine een onbedwingbare, hysterische lachbui. Het is niet gepast binnen de conventies van de Oxford-universiteit halverwege de twintigste eeuw, en het leidt tot een opname in een psychiatrische kliniek. Als Josephine eindelijk van de gesloten afdeling komt en weer mag proeven van de ‘echte wereld’ ontmoet ze Alasdair, eveneens patiënt. Hij maakt gevoelens los bij Josephine, maar zorgt ook voor verwarring omtrent haar diagnose en behandeling.

Jennifer Dawson (1929-2000) debuteerde in 1961 met De Ha-Ha, waarvoor ze in hetzelfde jaar de James Tait Black Memorial Prize ontving, een van de oudste literaire onderscheidingen in het Verenigd Koninkrijk. Dawson schreef in totaal negen boeken. In haar oeuvre komt ze op voor gemarginaliseerde groepen. Het betreft zowel mensen met een psychiatrische aandoening, als vrouwen, immigranten en minder bedeelden. Dawson’s debuut stoelt deels op haar eigen ervaringen – ze werd tijdens haar studie aan Oxford opgenomen in het Warneford Hospital vanwege een mentale inzinking – en is tevens een aanklacht tegen de destijds heersende sociale en maatschappelijke stigma’s rond psychische problematiek.

“Zij waren het, de zuster, de dokter en de maatschappelijk werker, die over de terugkeer naar de ‘echte wereld’ spraken alsof er twee werelden waren: een goede en een die je moest vermijden.”

De Ha-Ha start op het moment dat Josephine op de open afdeling wordt geplaatst en direct door de afdelingszuster, die zich opvallend opdringerig opstelt, tot een zogenaamd gezellig kletspraatje wordt gedwongen. Vanuit dit nieuwe nu volgt Josephine’s verhaal deels in de vorm van a stream of consciousness. Heden en meerdere tijdlijnen in het verleden wisselen elkaar af. Al snel rijst de vraag of Dawson hiermee de problematiek van Josephine benadrukt, of juist wil laten zien hoe normaal het hoofdpersonage eigenlijk is. Stukje bij beetje leer je Josephine’s achtergrond kennen en begrijp je als lezer wat er vooraf ging aan en leidde tot haar hysterische lachbui. De auteur noemt niet voor niets de twee werelden die binnen de muren van de psychiatrische instelling gelden. Josephine had geen idee dat zelfs de ‘echte wereld’ bestond uit verschillende werelden die gezamenlijk het leven van een mens vormen, waarin de grenzen niet altijd even scherp zijn en de regels niet overal hetzelfde.

Josephine ontmoet Alasdair in de haha, de uitdieping in de droge gracht achter de muur van de kliniek. Hij praat veel, weet veel, neemt Josephine op sleeptouw, mee op avontuur. Maar hij speelt ook met haar, maakt misbruik van haar en brengt haar in verwarring door haar diagnose te benoemen zonder dat zij die officieel gehoord had. De auteur beschrijft op beeldende wijze hoe de ontmoetingen tussen deze twee veranderen, de vriendschap groeit en hoe krachtig Josephine zich ontwikkelt. Tegelijkertijd laat Dawson zien hoe kneedbaar een naïeve jonge vrouw als Josephine is en hoe breekbaar een leven kan zijn als er niet zorgvuldig mee omgesprongen wordt. Het belangrijkste wellicht is dat ze haar hoofdpersonage voorziet van onvermoede veerkracht.

In de periode waarin De Ha-Ha zich afspeelt, werd er niet diepgaand gediagnosticeerd, en werd een patiënt in een van de best passende, maar weinige diagnosehokjes geperst. De behandelmethoden waren rechtlijnig, waarbij insuline en elektroshocks de boventoon voerden. Bovendien was er die bijna onoverbrugbare kloof tussen de psychiatrische kliniek en de ‘echte wereld’. Dawson verzette zich hiertegen met dit boek. Het was, zoals ze het zelf zegt in het nawoord, “een kleine kreet na de Mental Health Act (1959)”.

De Ha-Ha van Jennifer Dawson zal door de thematiek en de tijd waarin het boek zich afspeelt waarschijnlijk een beperkt aantal lezers bereiken, maar zij zullen het boek op waarde weten te schatten. De schrijfstijl, de gelaagdheid en de mooie, consequente vertaling door Arie Storm dragen daar zeker aan bij.

1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Gea Kuipers