Meer dan 6,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Het spoor loopt nog niet dood

Gea Kuipers 22 mei 2025 Hebban Team

Zaterdag 17 mei 2025 stond in het Dagblad van het Noorden een artikel over de dertig cold cases in de drie noordelijke provincies. Een daarvan is de vermissing van Willeke Dost, het vijftienjarig meisje dat in 1992 spoorloos verdween vanuit het huis van haar pleegouders in Koekange. Deze zaak trok een aantal jaren geleden de aandacht van roman- en non-fictieauteur Marja West (1965), die na jaren van omzwervingen in binnen- en buitenland samen met haar man neerstreek in het oosten van Nederland. West verwachtte zo’n half jaar te werken aan het verzamelen van feiten voor en het schrijven van het boek Het meisje dat spoorloos verdween, het werden ruim vier jaren.

Het is geen sinecure om een leesbaar en representatief boek samen te stellen uit stapels dossiers, uren aan audio- en beeldmateriaal en bijna driehonderd gesprekken met betrokkenen. Toch is West hierin geslaagd. Ze weet feiten in toegankelijke taal te schrijven, dwarsverbanden te leggen, vraagtekens te zetten en een persoonlijke noot toe te voegen. Dit laatste doet ze als ervaringsdeskundige, want de auteur weet wat het is om een kwetsbare puber met een onveilige thuissituatie te zijn. Op haar vijftiende vertrok ze voor de derde keer van huis om er vervolgens nooit meer te wonen. De situatie van Willeke was totaal anders, maar het gevoel om niet gewenst te zijn is hetzelfde, evenals het ontwikkelen van een hechtingsstoornis. Willeke’s ouders overleden toen het meisje nog geen jaar oud was. Opvang bij haar grootouders en later bij haar tante liepen niet goed af. Nog voor haar zesde jaar krijgt Willeke een plekje in De Ruyterstee, een jeugdpsychiatrische instelling in Smilde, het is dan al haar zesde ‘thuis’. Vier jaar later wordt ze in het pleeggezin van Herna en Piet Mulders en hun zoon Wout in Koekange geplaatst. Hier woont Willeke tot haar verdwijning in 1992.

West maakt van alle feiten geen chronologisch verhaal. Dat is voor de lezer enerzijds aangenaam, want het voorkomt een droge opsomming. Anderzijds is het af en toe schakelen en terughalen over welk personage er op dat moment geschreven wordt en wat de relatie met Willeke is. Het is dan ook prettig dat er voorin het boek een lijst met alle personages staat die geraadpleegd kan worden. Wat duidelijk wordt, is hoe onbetrouwbaar getuigenissen kunnen zijn. In dit geval gaat het niet om verhalen van ooggetuigen in verband met Willeke’s verdwijning, want die waren er niet, wel om die van getuigen rondom en in haar leven. De auteur legt daarin regelmatig de vinger op de zere plek en zet vraagtekens bij inconsequenties, aannames en oordelen. Zo zou Willeke weggelopen zijn, maar welk vijftienjarig meisje loopt weg zonder portemonnee, treinabonnement, paspoort en kleding? Ook werd er gezegd dat Willeke zwanger was, misbruikt werd in het pleeggezin en door een of meerdere gezinsleden is vermoord. Vanaf het moment dat Willeke verdween, kwam de politie bij de Mulders’ over de vloer. Huis, erf en omgeving zijn direct onderzocht zonder dat er enige aanwijzingen waren om met een vinger richting het pleeggezin te wijzen. De onderzoeken in het eerste jaar liepen op niets uit, net zoals een tv-oproep een jaar later en een item in Vermist in 1996 niets opleverden, behalve nieuwe speculaties. Cold case-teams, detectives, zowel professioneel als amateur, zoekgroepen, speuracties met honden, bodemscans en graafacties – de laatste was in 2023 en daarbij was West aanwezig - niets bracht in ruim dertig jaar iets omtrent Willeke’s verdwijning aan het licht.

Dit zou een triest, maar logisch einde kunnen zijn van Wests zoektocht om alles boven tafel te krijgen, ware het niet dat er binnen een jaar na de laatste graafactie drie diverse aanwijzingen op haar pad komen. Een daarvan is de naam van een oudere jongen die Willeke kort voor haar verdwijning heeft ontmoet en wiens naam ze aan haar pleegouders heeft genoemd. West heeft in het begin geprobeerd deze jongen te vinden, maar dat liep op niets uit en de naam zakte uit haar geheugen. Drie jaar later komt de naam niet alleen weer bovendrijven, hij blijkt te horen bij een man die destijds in de dertig was en die in 1996 bekend heeft zijn vrouw te hebben vermoord. Tunnelvisie bij de politie heeft er voor gezorgd dat meerdere bekentenissen van zijn kant geen aandacht kregen. Het is een al jarenlang gefrustreerde agent die hierover in 2024 contact opneemt met West en daarmee zorgt voor een sprankje hoop voor de biologische familie van Willeke.

“Hoewel Willeke nog altijd niet gevonden is, heeft Marja ons iets gegeven wat onbetaalbaar is: de hoop dat die dag ooit zal komen.”

Marja West geeft in haar dankwoord aan dat ze hoopt dat haar boek leidt tot een doorbraak, en dat zich opnieuw een cold case-team zal buigen over de zaak Willeke Dost.

“Zolang ik aan de bel blijf trekken, zolang er mensen aan de bel blijven trekken, is er een kans dat iemand het belang van Willeke en haar familie boven dat van zichzelf zal stellen en het meisje geeft wat ze verdient: gerechtigheid.”

Zou er binnenkort dan eindelijk na meer dan dertig jaar een artikel in het Dagblad van het Noorden verschijnen met de kop ‘Verdwijningszaak Willeke Dost opgelost’? Als lezer gun je het Willeke, haar biologische- en pleegfamilie en zeker ook Marja West. Zij heeft met haar feitenonderzoek voor Het meisje dat spoorloos verdween niet alleen letterlijk en figuurlijk gegraven in Willeke’s leven, maar eveneens geconcludeerd dat het spoor nog niet doodloopt.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Gea Kuipers

Gesponsord

Een Nederlander en een Française, twee talen, twee culturen. Twee werelden. Een arts en een studente kunstgeschiedenis. Louter tegenstellingen, maar één grote liefde. Groot genoeg?

Als rechercheur Emmy Clifton de verdwijning van twee tienermeisjes onderzoekt, realiseert ze zich dat ze hen nooit écht heeft gekend. Schrijf je nu in voor de Hebban Leesclub.