Lezersrecensie
Geweld in vele vormen
Een klodder spuug die hij als 10-jarige op zijn gezicht krijgt,
tekent de jeugd van Eddy Bellegueule. Een jeugd in een Noord-Frans
dorp, waar geweld de norm is voor mannen en waar vrouwen moeders
moeten worden. Een dorp waar weinig ruimte voor
verschillen was (p.79) en waar de levensloop van de bewoners
paste in een geheel van volkomen logische, bijna vooraf
bepaalde, meedogenloze mechanismen (p.61).
De bange, homoseksuele Eddy, met zijn andere manieren, valt volledig uit de toon en wordt daarom ernstig vernederd en vrijwel dagelijks mishandeld door twee jongens op school. En net als de rest van de dorpsbewoners zitten ook de ouders van Eddy gevangen in de bekrompenheid van het dorp, verhard door armoede, alcoholisme en geweld. De vraag is of Eddy uit deze cirkel komt.
Weg met Eddy Bellegueule, de autobiografische debuutroman van de jonge schrijver Edouard Louis (1992), verscheen in januari van dit jaar in Frankrijk en is daar ingeslagen als een bom. De roman was binnen de kortste keren een bestseller, ontving literaire prijzen en is inmiddels in meer dan 20 talen vertaald.
Bij zoveel lof is een kritische blik gewenst, maar dit verhaal weerstaat die kritiek glansrijk. Zo vermijdt Louis de voor de hand liggende valkuil van een te emotioneel relaas. Hij weet afstand te bewaren, terwijl je door alles heen de emoties voelt. Zo is de beschrijving van zijn ouders prachtig. Natuurlijk zijn ze een product van hun milieu, maar wat doen ze ook hun best voor hun afwijkende zoon. Ze schamen zich, maar zijn ook trots, teleurgesteld en ontredderd, maar soms ook onbeholpen lief.
In het beschreven arbeidersmilieu komt geweld in vele verschijningsvormen voor. Zeker voor iemand als Eddy is het meedogenloos, maar eigenlijk geldt dat voor iedereen.
Louis maakt veelvuldig gebruik van de directe rede, wat het gevoel van machteloosheid versterkt. Vaak lijkt het alsof zijn personages nauwelijks ademhalen, ze praten maar door en door. Zo slaat de vader zijn gezin niet; als hij boos wordt, slaat hij op de muren. ‘Hij verontschuldigde zich Ik maak me wel kwaad, maar jullie moeten niet bang zijn, niet bang voor me zijn, ik hou van jullie,…‘(p.36)
Ook in de structuur, de herhaling bijvoorbeeld van het beeld van de pesters die Eddy elke dag opwachten in een verlaten gang op school, wordt het terugkomende geweld voelbaar, de vaste patronen, de meedogenloze mechanismen.
Een belangrijk verhaal, een veelbelovende schrijver.
De bange, homoseksuele Eddy, met zijn andere manieren, valt volledig uit de toon en wordt daarom ernstig vernederd en vrijwel dagelijks mishandeld door twee jongens op school. En net als de rest van de dorpsbewoners zitten ook de ouders van Eddy gevangen in de bekrompenheid van het dorp, verhard door armoede, alcoholisme en geweld. De vraag is of Eddy uit deze cirkel komt.
Weg met Eddy Bellegueule, de autobiografische debuutroman van de jonge schrijver Edouard Louis (1992), verscheen in januari van dit jaar in Frankrijk en is daar ingeslagen als een bom. De roman was binnen de kortste keren een bestseller, ontving literaire prijzen en is inmiddels in meer dan 20 talen vertaald.
Bij zoveel lof is een kritische blik gewenst, maar dit verhaal weerstaat die kritiek glansrijk. Zo vermijdt Louis de voor de hand liggende valkuil van een te emotioneel relaas. Hij weet afstand te bewaren, terwijl je door alles heen de emoties voelt. Zo is de beschrijving van zijn ouders prachtig. Natuurlijk zijn ze een product van hun milieu, maar wat doen ze ook hun best voor hun afwijkende zoon. Ze schamen zich, maar zijn ook trots, teleurgesteld en ontredderd, maar soms ook onbeholpen lief.
In het beschreven arbeidersmilieu komt geweld in vele verschijningsvormen voor. Zeker voor iemand als Eddy is het meedogenloos, maar eigenlijk geldt dat voor iedereen.
Louis maakt veelvuldig gebruik van de directe rede, wat het gevoel van machteloosheid versterkt. Vaak lijkt het alsof zijn personages nauwelijks ademhalen, ze praten maar door en door. Zo slaat de vader zijn gezin niet; als hij boos wordt, slaat hij op de muren. ‘Hij verontschuldigde zich Ik maak me wel kwaad, maar jullie moeten niet bang zijn, niet bang voor me zijn, ik hou van jullie,…‘(p.36)
Ook in de structuur, de herhaling bijvoorbeeld van het beeld van de pesters die Eddy elke dag opwachten in een verlaten gang op school, wordt het terugkomende geweld voelbaar, de vaste patronen, de meedogenloze mechanismen.
Een belangrijk verhaal, een veelbelovende schrijver.
1
Reageer op deze recensie