Lezersrecensie
Fabels in een modern jasje
Jean de La Fontaine werd iets meer dan 400 jaar geleden geboren. Ter gelegenheid daarvan verschijnt er een nieuwe, frisse editie met prachtige illustraties van Rébecca Dautremer. In deze uitgave vinden we 26 fabels.
Een schildpad, een raaf, een lam, een mier, een vos en een kikker die graag wil …
Die graag wát wil eigenlijk? Tja, dat vraagt de illustrator, Rébecca Dautremer zich ook af.
Fabels, Wie is er niet mee opgegroeid? Zoveel bekende figuren die onze verbeelding bevolken, komen regelmatig weer naar boven en die hebben we allemaal te danken aan het fantastische talent van meneer de La Fontaine. Die in 1657 uitgenodigd werd door Nicolas Fouquet, de beheerder van de koninklijke schatkist. Hij werd al snel de beschermheer van de La Fontaine, zodat die zorgeloos van zijn schrijfkunst kon leven. Jammer genoeg raakt Fouquet in het gevang, zodat Fontaine alsnog op zoek moet naar een nieuwe beschermheer. In 1665 haalde hij eindelijk succes met de publicatie van zijn verhalen en novellen. Vooral het eerste deel van Fabels deed het goed. Toen hij in 1695 stierf, had hij 240 fabels gepubliceerd.
Jean de La Fontaine was de prins der dichters, hij die een oud literair genre uit volksverhalen wist om te zetten in een uitzonderlijke kunst, die het oor betovert en tegelijkertijd de geest verrukt. Door dieren te laten praten kon La Fontaine kritiek uitoefenen op de maatschappij, het hof en de koning zonder zelf gevaar te lopen. Onder Lodewijk XIV was de vrije meningsuiting ver te zoeken en oh wee, als je in ongenade viel.
‘’De sterkste heeft altijd gelijk, dat is maar al te waar. Uit wat je nu gaat lezen, blijkt dat zonneklaar (uit de wolf en het lam)’’
In Frankrijk maken fabels nog steeds deel uit van het nationale leerplan. De leerlingen lezen de verhalen, leren ze uit het hoofd en dragen ze vervolgens voor aan hun klasgenoten om de taalvaardigheid te vergroten.
Gelukkig lezen we hier fabels grotendeels voor onze lol en vaak op wat oudere leeftijd vanwege het dubbelzinnige karakter. Zo is er een fabel waarin een vos tegen de raaf zegt, die een groot stuk kaas in zijn snavel heeft, dat hij er geweldig uitziet en dat de vos zijn stem wil horen. Als de vogel iets zegt, valt de kaas uit zijn snavel en vervolgens steelt de vos de kaas. De moraal van het verhaal moge duidelijk zijn. Al kan je de boodschap ook ander interpreteren. Je zou ook kunnen denken dat je dingen van mensen kunt stelen door ze complimenten te geven. Je bent nooit te oud om te leren. ;)
Ik heb aardig wat uitvoeringen van Fabels, in het Nederlands en Frans, maar dit boek is echt Fabels in een fris, modern jasje. Rébecca Dautremer (ik ben groot fan) heeft geweldige illustraties gemaakt, voor omslag en boek, en daarnaast een leuk voorwoord geschreven over La Fontaine.
De fabels zijn op rijm (zoals het hoort), maar Ed Franck heeft een fijne (her)vertaling gedaan, zonder afbreuk te doen aan de geschiedenis. Zoals het een fabel betaamt, eindigt elk verhaal met een moraal. Het evenwicht tussen leerzaam, absurd en vilein.
Een schildpad, een raaf, een lam, een mier, een vos en een kikker die graag wil …
Die graag wát wil eigenlijk? Tja, dat vraagt de illustrator, Rébecca Dautremer zich ook af.
Fabels, Wie is er niet mee opgegroeid? Zoveel bekende figuren die onze verbeelding bevolken, komen regelmatig weer naar boven en die hebben we allemaal te danken aan het fantastische talent van meneer de La Fontaine. Die in 1657 uitgenodigd werd door Nicolas Fouquet, de beheerder van de koninklijke schatkist. Hij werd al snel de beschermheer van de La Fontaine, zodat die zorgeloos van zijn schrijfkunst kon leven. Jammer genoeg raakt Fouquet in het gevang, zodat Fontaine alsnog op zoek moet naar een nieuwe beschermheer. In 1665 haalde hij eindelijk succes met de publicatie van zijn verhalen en novellen. Vooral het eerste deel van Fabels deed het goed. Toen hij in 1695 stierf, had hij 240 fabels gepubliceerd.
Jean de La Fontaine was de prins der dichters, hij die een oud literair genre uit volksverhalen wist om te zetten in een uitzonderlijke kunst, die het oor betovert en tegelijkertijd de geest verrukt. Door dieren te laten praten kon La Fontaine kritiek uitoefenen op de maatschappij, het hof en de koning zonder zelf gevaar te lopen. Onder Lodewijk XIV was de vrije meningsuiting ver te zoeken en oh wee, als je in ongenade viel.
‘’De sterkste heeft altijd gelijk, dat is maar al te waar. Uit wat je nu gaat lezen, blijkt dat zonneklaar (uit de wolf en het lam)’’
In Frankrijk maken fabels nog steeds deel uit van het nationale leerplan. De leerlingen lezen de verhalen, leren ze uit het hoofd en dragen ze vervolgens voor aan hun klasgenoten om de taalvaardigheid te vergroten.
Gelukkig lezen we hier fabels grotendeels voor onze lol en vaak op wat oudere leeftijd vanwege het dubbelzinnige karakter. Zo is er een fabel waarin een vos tegen de raaf zegt, die een groot stuk kaas in zijn snavel heeft, dat hij er geweldig uitziet en dat de vos zijn stem wil horen. Als de vogel iets zegt, valt de kaas uit zijn snavel en vervolgens steelt de vos de kaas. De moraal van het verhaal moge duidelijk zijn. Al kan je de boodschap ook ander interpreteren. Je zou ook kunnen denken dat je dingen van mensen kunt stelen door ze complimenten te geven. Je bent nooit te oud om te leren. ;)
Ik heb aardig wat uitvoeringen van Fabels, in het Nederlands en Frans, maar dit boek is echt Fabels in een fris, modern jasje. Rébecca Dautremer (ik ben groot fan) heeft geweldige illustraties gemaakt, voor omslag en boek, en daarnaast een leuk voorwoord geschreven over La Fontaine.
De fabels zijn op rijm (zoals het hoort), maar Ed Franck heeft een fijne (her)vertaling gedaan, zonder afbreuk te doen aan de geschiedenis. Zoals het een fabel betaamt, eindigt elk verhaal met een moraal. Het evenwicht tussen leerzaam, absurd en vilein.
1
Reageer op deze recensie