Een gewoon gezin

Andreas, Inge en hun zoons Finn en Olaf vormen een doorsnee Nederlands gezin. Ze hebben zo hun ups en downs.
Als Andreas op een dag de Amstel inrijdt en verdrinkt staat het leven van Inge en de jongens op hun kop.
Inge gaat gebukt onder schuldgevoel, zij had Andreas vlak voor zijn dood verteld over haar overspel met Erik, een collega van Andreas.
Olaf vertrouwt het niet en probeert achter de werkelijke toedracht van het ongeluk te komen.
Finn bekeert zich tot moslim en trekt zich steeds verder terug in zijn eigen wereld.

De auteur schrijft het verhaal vanuit het perspectief van Inge, afgewisseld met het perspectief van de jongens. Zo krijgt de lezer inzicht in de gedachten en gevoelens van de verschillende personages, en in wat hen drijft. Dit is het fundament van het boek, het laat de lezer begrijpen waarom de personages keuzes maken die leiden tot fatale gebeurtenissen.

De lezer leeft mee met Inge, wier basis door haar eigen schuld onder haar voeten is weggeslagen, met puber Oscar die impulsief handelt en grenzen opzoekt en met Finn die door zijn introverte en gevoelige karakter beïnvloedbaar is voor"broeders" uit een ander milieu.

Een leuk detail voor boekenwurmen is het feit dat Inge bij de bibliotheek werkt, er komen verschillende titels van bekende boeken voorbij.
Ook de straattaal die Olaf gebruikt is een herkenbare toevoeging voor ouders met pubers.

Uiteindelijk draait alles om keuzes waarbij de lezer zich kan afvragen "wat zou ik doen?"