Lezersrecensie
Zoeken naar waarheid
‘Nooit meer slapen’ van Willem Frederik Hermans is een reisverhaal en een ideeënroman. Hermans weet thema’s als moedwil en misverstand, paranoia, pech en toeval tot een noodlotsdrama te verenigen in een passend decor van menselijke nietigheid. De roman speelt zich af in het Hoge Noorden, een sadistisch universum van moerassen, muggen en rotsen. Het helse licht schijnt altijd en leidt tot slapeloosheid. Hermans geeft een sfeervolle typering van de ruige ruimte vol dwergberkjes, mossen en poolwilgen. Niet toevallig, want hij heeft als geograaf zelf zo’n reis gemaakt.
Alfred Issendorf is geoloog en vertrekt voor zijn promotieonderzoek naar Noorwegen. Hij wil nagaan of sommige gaten in de bodem ontstaan zijn door meteorietinslagen, een onwaarschijnlijk idee van professor Sibbelee. Alfred wordt niet door nieuwsgierigheid, maar door ambitie gedreven. Hij wil een beroemde wetenschapper worden en een ontdekking op zijn naam schrijven. Het is zijn vader nooit gelukt, want hij overleed bij een expeditie. Alfred was liever fluitist geworden. Het zijn slechte voortekens voor het hele onderzoek.
In Oslo ontmoet Alfred professor Nummedal die hem aan luchtfoto’s moet helpen. Maar Nummedal heeft ze niet en verwijst hem naar de geologische dienst in Trondheim, waar ze hem evenmin kunnen helpen. De mensen zeggen maar wat, want al deze ontmoetingen en gesprekken hebben geen enkel resultaat. Kafka in Noorwegen.
Zonder foto’s gaat Alfred toch op pad met zijn expeditieleden Arne, Mikkelsen en Qvigstad. Hij kan ze moeilijk bijhouden, want hij heeft geen conditie. De muggen laten hem geen moment met rust en ’s nachts doet hij geen oog dicht. Alfred struikelt over een steen, maar opgeven doet hij niet.
Op een dag ontdekt Alfred dat Mikkelsen de luchtfoto’s heeft waarnaar hij op zoek was. Hij vermoedt een complot, wordt kwaad en mag de foto’s bekijken, maar daarop valt niets te ontdekken. Later gaan Mikkelsen en Qvigstad hun eigen weg naar de berg Vuorje. Alfred wordt paranoïde en denkt dat ze om hem vertrokken zijn.
Alfred en Arne zetten de dooltocht verder, ze zijn bevriend en praten veel samen. Alfred bewondert hem om zijn ervaring en handigheid en denkt dat Arne hem een softie vindt. Toch blijven ook Alfred en Arne niet samen, daar zijn ze te eigenwijs voor. Als Alfred zijn kompas verliest en ontdekt dat hij de verkeerde kant is opgegaan, loopt hij terug naar het punt waar hij Arne voor het laatst zag. Hij ziet dat Arne van een rots is gevallen en dood is: ‘Maar dit is geen slapen, dit is nooit meer slapen’. Alfred vindt Arne’s aantekeningen waaruit blijkt dat hij hem juist bewonderde om zijn doorzettingsvermogen.
Met een uiterste krachtsinspanning weet Alfred de bewoonde wereld te bereiken en wil terug naar Nederland. Hij slaapt eindelijk 24 uur aan één stuk en besluit er gewoon mee op te houden. Maar juist dan gebeurt het: hij ziet een lichtschijnsel en hoort een klap. In het vliegtuig leest hij dat het een meteorietinslag zou kunnen zijn en dat geologen het gaan onderzoeken. Hij was er toevallig op het verkeerde moment. Van zijn moeder krijgt Alfred een cadeautje dat voor zijn promotie bestemd was: twee manchetknopen gemaakt van een meteoriet die zijn vader nog voor hem gekocht had. Het vervult hem met diepe smart dat alles op niets is uitgedraaid.
We zijn in de jaren 60, zoals blijkt uit de verwijzingen naar de Nederlandse expeditie naar de Nilgiri-bergen in Nepal (1962). In de roman bewondert de hoofdpersoon zijn vriend Brandel, een mannetjesputter die aan de expeditie deelneemt en met bevroren voeten afdaalt. In werkelijkheid was de Nilgiri-expeditie succesvol en probleemloos.
Hermans schrijft zakelijk en objectief, hij heeft geen neiging tot mooischrijverij of gekunsteldheid. Een stijl die goed past bij de thematiek van ‘Nooit meer slapen’. Soms schrijft hij honend of sarcastisch over gedragingen en gesprekken. God en Nederland moeten het ontgelden en Alfred besluit: ‘Ik besef plotseling dat ik in een voortdurende vrees leef te moeten bestaan in een maatschappij waar iedereen iedereen voor de gek houdt.’
‘Nooit meer slapen’ is een zoektocht naar waarheid en kennis. Nummedal zegt het zo: ‘Wat is wetenschap? Wetenschap is de titanische poging van het menselijk intellect zich uit zijn kosmische isolement te verlossen door te begrijpen!’ Zijn interesse voor meteorieten heeft vast met de doorbreking van dat isolement te maken, maar van de verlossing door begrip is in de roman niets te merken. Wetenschap blijkt evenzeer door menselijke factoren en het toeval vertroebeld te zijn als het leven. Je zou van minder slapeloze nachten krijgen.
Meer over Nepal? Lees 'Nepal: hoop en wanhoop in de Himalaya' op dewereldmorgen.be
Alfred Issendorf is geoloog en vertrekt voor zijn promotieonderzoek naar Noorwegen. Hij wil nagaan of sommige gaten in de bodem ontstaan zijn door meteorietinslagen, een onwaarschijnlijk idee van professor Sibbelee. Alfred wordt niet door nieuwsgierigheid, maar door ambitie gedreven. Hij wil een beroemde wetenschapper worden en een ontdekking op zijn naam schrijven. Het is zijn vader nooit gelukt, want hij overleed bij een expeditie. Alfred was liever fluitist geworden. Het zijn slechte voortekens voor het hele onderzoek.
In Oslo ontmoet Alfred professor Nummedal die hem aan luchtfoto’s moet helpen. Maar Nummedal heeft ze niet en verwijst hem naar de geologische dienst in Trondheim, waar ze hem evenmin kunnen helpen. De mensen zeggen maar wat, want al deze ontmoetingen en gesprekken hebben geen enkel resultaat. Kafka in Noorwegen.
Zonder foto’s gaat Alfred toch op pad met zijn expeditieleden Arne, Mikkelsen en Qvigstad. Hij kan ze moeilijk bijhouden, want hij heeft geen conditie. De muggen laten hem geen moment met rust en ’s nachts doet hij geen oog dicht. Alfred struikelt over een steen, maar opgeven doet hij niet.
Op een dag ontdekt Alfred dat Mikkelsen de luchtfoto’s heeft waarnaar hij op zoek was. Hij vermoedt een complot, wordt kwaad en mag de foto’s bekijken, maar daarop valt niets te ontdekken. Later gaan Mikkelsen en Qvigstad hun eigen weg naar de berg Vuorje. Alfred wordt paranoïde en denkt dat ze om hem vertrokken zijn.
Alfred en Arne zetten de dooltocht verder, ze zijn bevriend en praten veel samen. Alfred bewondert hem om zijn ervaring en handigheid en denkt dat Arne hem een softie vindt. Toch blijven ook Alfred en Arne niet samen, daar zijn ze te eigenwijs voor. Als Alfred zijn kompas verliest en ontdekt dat hij de verkeerde kant is opgegaan, loopt hij terug naar het punt waar hij Arne voor het laatst zag. Hij ziet dat Arne van een rots is gevallen en dood is: ‘Maar dit is geen slapen, dit is nooit meer slapen’. Alfred vindt Arne’s aantekeningen waaruit blijkt dat hij hem juist bewonderde om zijn doorzettingsvermogen.
Met een uiterste krachtsinspanning weet Alfred de bewoonde wereld te bereiken en wil terug naar Nederland. Hij slaapt eindelijk 24 uur aan één stuk en besluit er gewoon mee op te houden. Maar juist dan gebeurt het: hij ziet een lichtschijnsel en hoort een klap. In het vliegtuig leest hij dat het een meteorietinslag zou kunnen zijn en dat geologen het gaan onderzoeken. Hij was er toevallig op het verkeerde moment. Van zijn moeder krijgt Alfred een cadeautje dat voor zijn promotie bestemd was: twee manchetknopen gemaakt van een meteoriet die zijn vader nog voor hem gekocht had. Het vervult hem met diepe smart dat alles op niets is uitgedraaid.
We zijn in de jaren 60, zoals blijkt uit de verwijzingen naar de Nederlandse expeditie naar de Nilgiri-bergen in Nepal (1962). In de roman bewondert de hoofdpersoon zijn vriend Brandel, een mannetjesputter die aan de expeditie deelneemt en met bevroren voeten afdaalt. In werkelijkheid was de Nilgiri-expeditie succesvol en probleemloos.
Hermans schrijft zakelijk en objectief, hij heeft geen neiging tot mooischrijverij of gekunsteldheid. Een stijl die goed past bij de thematiek van ‘Nooit meer slapen’. Soms schrijft hij honend of sarcastisch over gedragingen en gesprekken. God en Nederland moeten het ontgelden en Alfred besluit: ‘Ik besef plotseling dat ik in een voortdurende vrees leef te moeten bestaan in een maatschappij waar iedereen iedereen voor de gek houdt.’
‘Nooit meer slapen’ is een zoektocht naar waarheid en kennis. Nummedal zegt het zo: ‘Wat is wetenschap? Wetenschap is de titanische poging van het menselijk intellect zich uit zijn kosmische isolement te verlossen door te begrijpen!’ Zijn interesse voor meteorieten heeft vast met de doorbreking van dat isolement te maken, maar van de verlossing door begrip is in de roman niets te merken. Wetenschap blijkt evenzeer door menselijke factoren en het toeval vertroebeld te zijn als het leven. Je zou van minder slapeloze nachten krijgen.
Meer over Nepal? Lees 'Nepal: hoop en wanhoop in de Himalaya' op dewereldmorgen.be
7
Reageer op deze recensie