Meer dan 6,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Het ultieme werk

Peter B 27 juli 2023
Door min of meer toevallige omstandigheden kon ik me recentelijk drie klassiekers van het horrorgenre tweedehands aanschaffen, die kort achter elkaar in de periode eind jaren ’60 begin jaren ’70 zijn geschreven en verfilmd, de periode waarin dergelijke thrillers heel populair en nog goed waren ook.
1. “Rosemary’s Baby” van Ira Levin (1967), verfilmd in 1968 door Roman Polanski, met Mia Farrow in de hoofdrol (de film die haar ook beroemd maakte !)
2. “De Exorcist” van William Peter Blatty (1971), verfilmd in 1973 door William Friedkin, met o.a. Max von Sydow in één van de paterrollen
3. “Carrie” van Stephen King (1974, zijn eerste roman, waarmee hij ook beroemd werd !), verfilmd in 1976 door Brian De Palma, met Sissy Spacek in de hoofdrol (de film waarmee ze doorbrak !)

Het leek me dan ook een prima gelegenheid om deze klassiekers kort na elkaar te lezen, in de zelfde volgorde dat ze geschreven en in de bioscoopzalen uitgebracht zijn, als een soort van trilogie van het summum van horrorverhalen.

Een korte inhoud voor deze King is vermoedelijk niet nodig, zowat “nagenoeg iedereen” kent de verfilming van 1976 of heeft hem zelf gezien (met Sissy Spacek in de persoon van Carrie White).

Het gaat dus over de fameuze Carrie : Carrie is een (niet zo erg) lelijk en mensenschuw meisje, dat thuis gebukt gaat onder het juk van een ultra-(bijna-fundamentalistisch)-religieuze moeder. Op de high school van Chamberlain is het niet veel beter, daar moet Carrie elke schooldag doorbrengen in het uiterst pesterige en toxische atmosfeertje dat door haar “klasgenoten” rondom haar is opgetrokken omwille van haar wereldvreemde excentriciteit.

Want “excentriek” is het minste wat men over haar kan zeggen : reeds tijdens haar peuterjaren bleek ze over telekinetische en telepathische krachten te beschikken, die in, al dan niet door haar moeder gegenereerde, gestresseerde omstandigheden naar boven komen. Op school bleven de “klasgenoten” voorlopig van deze occulte krachten gespaard.

Carrie weet nauwelijks iets van het werkelijke leven : als ze op een dag na de turnles onder de douche haar eerste regels krijgt, barst het jolijt onder de rest van de klas los, die haar onder een regen van zeep en tampons de vernedering van haar leven bezorgen.
Als het incident ter ore van de directie komt worden er collectieve maatregelen genomen. Bij sommigen zoals Chris worden wraakgevoelens jegens Carrie opgewekt, omgekeerd krijgen anderen zoals Sue spijt tegenover het uiterst kwetsbare meisje.
De maatregelen kunnen verstrekkende gevolgen hebben : het verbod om op het nakende jaarlijkse schoolbal nog te mogen verschijnen, hét bal alwaar het beste (dansende) koppel tot koningin en koning van het jaar wordt verkozen.

Voor Carrie lijkt het uitgesloten dat ze daar ooit van z’n leven haar neus kan laten zien.
Echter, Sue zal zich opofferen door zelf niet te gaan, en haar vriend (en populairste jongen van de hele school) Tommy te overhalen om Carrie voor het bal uit te nodigen.

Verbijstering bij Chris, maar hierin ontdekt deze ook de uitgelezen kans om definitief wraak te nemen op de arme Carrie.
En wanneer ze haar duivels plan op het bal uiteindelijk ten uitvoer brengt, zullen bij Carrie op haar beurt duivelse krachten losbreken, die de gemeenschap van Chamberlain nog lang zullen heugen … .

“Carrie” heeft tot hiertoe drie verfilmingen gekend.
Na de beroemde Brian De Palma-film van 1976 (met Sissy Spacek als Carrie, en Piper Laurie als de moeder Margaret White) (dus onmiddellijk nadat het boek een bestseller werd),
kwam in 2002 een televisiefilm uit onder regie van David Carson, met Angela Bettis als Carrie en Patricia Clarkson als Margaret White (deze laatste had tevoren al in “The Green Mile” van 1999 gespeeld, ook een verfilming van een Stephen King).
De remake van de 1976-film kwam in 2013, onder regie van Kimberly Peirce, met Chloë Moretz als Carrie, en een schitterende Julianne Moore als Margaret White.

De “making of” van “Carrie” (het boek wel te verstaan) is een verhaal op zich, het is namelijk het debuut van Stephen King.

Tot in de vroege jaren ’70 leefden King en zijn vrouw Tabitha “Tabby” in relatieve armoede in een caravan, hij gaf Engelse les in een school in Hampden terwijl zij shifts draaide bij de broodjesfirma Dunkin’ Donuts.
King schreef toen zijn eerste short stories voor mannendagbladen als Cavalier. Omdat dergelijke verhalen nogal macho van inslag waren, suggereerde een vriend dat King ook eens iets zou schrijven over vrouwen.

King nam de uitdaging aan, geïnspireerd door twee meisjes op de school waar hij lesgaf : de ene kwam uit een familie die zo arm was dat zij maar één outfit bezat om dagelijks mee op school te verschijnen en waarvoor zij duchtig gepest werd; de andere kwam uit een familie die zo religieus was dat zij uiterst timide was in de dagelijkse omgang op school.
(Beide meisjes zijn bij het latere verschijnen van het boek inmiddels niet langer in leven; de eerste overleed vroegtijdig aan een (hart)aanval, de tweede overleed door zelfdoding …)

Het eerste concept van “Carrie” bevatte van in het begin de fameuze douche-scène; King had problemen om zich te verplaatsen in de gevoelswereld van meisjes, en na amper drie bladzijden gooide hij z’n eerste schrijfsel al in de prullenmand.
Niet naar de zin van “Tabby”, die de volgende dag het prille manuscript er terug uitviste, en King ervan overtuigde het verhaal te schrijven, met haar ondersteuning van adviezen over wat vrouwen in werkelijkheid allemaal denken en hun gevoeligheden. Door Tabitha’s aansporing en inzet werd het ook aan (vele) mogelijke uitgevers aangeboden (Tabitha schreef zelf poëzie, beiden hadden elkaar in de jaren ’60 ontmoet op de universiteit van Maine).
Uiteindelijk slaagde een bevriende redacteur er in om uitgeverij Doubleday te overtuigen het manuscript te aanvaarden, een eerste hardback-editie met een oplage van 30.000 prints verscheen in april 1974, waarvoor King een voorschot van 2.500 $ ontving, een eerste belangrijke boost voor zijn tot dan toe nog steeds belabberde inkomen. In mei van het zelfde jaar bracht New English Library een paperback-editie uit, en in april 1975 volgde New American Library met Signet books; deze keer ging het over miljoenen-oplages, King’s voorschot bedroeg inmiddels 200.000 $ … .

Toen King in 2003 de Medal of Distinguished Contribution to American Letters won (op dat ogenblik de 19de best verkopende auteur van alle tijden), sprak hij tijdens de National Book Awards niet over het succes of de financiële verdiensten van het schrijverschap, maar wel over zijn “Tabby” die “Carrie” van de afvalbak had gered en bij hem had aangedrongen te blijven doorgaan : in het andere geval, zei hij, als zijn vrouw hem met liefde en zachtheid had gesuggereerd om zijn dromen en risico’s opzij te schuiven en zijn familie te onderhouden, dan had hij dat ook gedaan, en dan zou hij daar nooit op de Book Awards hebben gestaan.

Het is om die reden dat men vooraan in elke editie van “Carrie” de opdracht kan lezen :
“This is for Tabby, who got me into it—and then bailed me out of it.”

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Peter B

Gesponsord

Terwijl Emmy probeert de raadsels op te lossen die door twee verdwenen tienermeisjes zijn achtergelaten, realiseert ze zich dat ze hen nooit écht heeft gekend. Elke tiener heeft geheimen, maar wie zou ervoor willen moorden?

Twee zussen groeien op in de meedogenloos snel veranderende miljoenenstad Singapore met de hoge verwachtingen van hun moeder. Schrijf je nu in voor de Hebban Leesclub.

Een sinister geheim bedreigt de bekendste Amerikaanse presidentsverkiezingen. De erfgenamen van A.C. Porter is de zesde winnaar van de Hebban Thrillerprijs