Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

De wortels van de sirtaki

Peter B 31 januari 2023
Nikos Kazantzakis (°1883, Heraklion, Kreta †1957 Duitsland) was één van de belangrijkste Griekse schrijvers van de 20e eeuw. Verscheidene keren genomineerd voor de Nobelprijs literatuur. Bekendste werk “De laatste verzoeking van Christus”.

In 1946 schrijft hij “Víos kai Politeía tou Aléxē Zorbá” / “Life and Times of Alexis Zorbas” (dus in de oorspronkelijke titel mét de voornaam, en de achternaam zonder s).
“Zorba the Greek” wordt in 1964 verfilmd door Cacoyannis, met Anthony Quinn in de hoofdrol als het titelpersonage, Alan Bates als de jonge intellectueel, en Irene Papas als de weduwe.
Mikis Theodorakis zorgt voor filmmuziek, meer bepaald de instrumentale compositie van “Zorba’s Dans”, die dankzij de film wereldberoemd wordt als “de sirtaki”.
De sirtaki is in werkelijkheid gebaseerd op de populaire stadsmuziek “rebetiko”, gespeeld door Griekse muzikanten met Turkse “makam”-melodieën (sic Wikip.). In een scène in de film leert Anthony Quinn “Zorba” zijn jeugdige vriend “de sirtaki” dansen op een strand in Kreta. Zo wordt er een “nieuwe dans” geboren, die weliswaar gebaseerd is op een trage “hasapiko” en een snellere “hasaposerviko” (sic Wikip.), maar die buiten Griekenland verkeerdelijk als een “traditionele Griekse dans” wordt aanzien. Aldus wordt de sirtaki razend populair, en het uithangbord van Griekenland voor de toeristen, die niet beter weten dan die éne dans en die éne melodie.

Omwille van de achtergrond van de schrijver en de reputatie van het filmdansje wordt je aandacht getrokken om dan maar ’s dat boek te gaan lezen, temeer omdat je zelf een warme voorliefde koestert voor Griekenland, en al menig interessante werken hebt gelezen die zich daar afspelen.

Maar via het nawoord van de vertaler (Hero Hokwerda, wereldbibliotheek, 2018) kom je meer te weten dan via het boek zelf.
Er zijn veel autobiografische elementen in dit verhaal (onder de figuur van de ik-verteller), de schrijver was in zijn leven een overtuigd communist, maar óók een gelovig man (zijn wens herbegraven te worden in Kreta, met een houten kruis op zijn graf). Filosofisch leunde hij aan bij Nietzsche en Boeddha (sic …). In 1919 had hij de leiding over de commissie voor de repatriëring van Griekse vluchtelingen die, op de loop voor de oorlog in het Turkse gedeelte van Klein-Azië, in de Kaukasus en Zuid-Rusland waren terecht gekomen (wat ook in dit boek aan bod komt via een verre vriend van de ik-verteller).
Het boek wil nogal filosofisch overkomen, doch met een verhaal dat gedateerd, of beter gezegd overdreven, aandoet.

De ik-verteller is een jonge intellectueel die met de oudere Zorbás op Kreta een bruinkoolmijn wil uitbaten, maar er loopt vanalles mis (ook dit is gebaseerd op Nikos Kazantzakis’ slechte ervaringen met een poging tot hout-exploitatie van de berg Athos (Macedonië) in 1915, en een poging met een arbeider genaamd George Zorbás (!) tot bruinkool-exploitatie in Prastova, Mani (Peloponnesos) in 1917).

Zorbás vindt dat zijn jeugdige vriend het leven veel te “au sérieux” neemt, “laat al die papieren liggen”, en wees “vrij”.
De “vrije Zorbás“ in het verhaal dat zich in de jaren ’30 in de vorige eeuw afspeelt, zou anno 21e eeuw worden aanzien als een simpele (of zelfs simplistische) losbol. Zorbás blijkt ook niet altijd even betrouwbaar te zijn (als hij bijvoorbeeld door de jonge exploitant met geld naar Heraklion wordt gestuurd om daar een en ander te gaan regelen …).
De “Zorbás die van het leven geniet” doet dat dan ook met (heel veel) vrouwen, en dan op zulkdanige wijze dat dit hem vandaag de naam van een promiscue seksist zou opleveren, daar hij zich tegelijkertijd erg denigrerend over diezelfde vrouwen uitlaat. “Zorbás wil ze allemaal”.
Zorbás is kok en ingenieur tegelijkertijd : hij “ontwerpt” een kabelbaan om het bos bovenop de berg te ontginnen in het geval de bruinkool onderaan de berg niet zou opbrengen; de notabelen en priesters van het dorp komen de installatie voor de ingebruikname inwijden, en dan gebeurt er wat [spoiler].
De weduwe van het dorp wordt scheef bekeken omwille van haar vermeende onfatsoenlijke gedrag (Zorbás dus duidelijk niet, want hij is “vrij”). Op een zeker ogenblik, wanneer de weduwe uit de plaatselijke kerk komt waar ze een kaars is gaan branden (!), wordt ze door een opgetrommelde toegestroomde menigte, in regelrechte IS-stijl, heel zwaar en afschuwelijk aangepakt en tenslotte [spoiler], en dit op een groot Grieks eiland waar ogenschijnlijk geen politieagent in de omgeving te bespeuren valt die ook maar iets opmerkt …
Het komt allemaal een beetje over als een slecht Grieks drama met veel overacting, doorspekt met dromen, nachtmerries, en filosofische uitweidingen vanwege de ik-persoon.

Het boek heb ik uitgelezen omwille van de eventuele historische waarde die er aan gehecht wordt (“een groots werk uit de wereldliteratuur in een schitterende nieuwe en complete vertaling”) en de nieuwsgierigheid naar een mogelijke plot, maar soms was het verhaal wat vervelend en soms ronduit ongeloofwaardig.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Peter B