Lezersrecensie
Een “goede strijd” is van elke tijd.
De in 1963 overleden Marten Veenstra, kon niet bevroeden dat zijn aantekeningen met betrekking tot zijn werkzaamheden als rechercheur bij de Amsterdamse politie ooit nog eens in boekvorm zouden worden uitgegeven. Dat dit toch gebeurde is een verdienste van zijn kleindochter Moos. Evenals bij Peter M. de Vries, die het voorwoord schreef, ging er bij mij als oud politieman ook een bijzondere wereld open. Een wereld van herkenning over een tijd zonder computers en internet. Portofoons en camera’s waren er nog niet. Aantekeningen werden met de hand geschreven en later op een typemachine uitgewerkt. Ook een tijd dat men niet bij de voornaam werd aangesproken. Grappig om te lezen dat Veenstra toentertijd de beschikking had over een revolver, terwijl dat inmiddels een pistool is geworden. Ondanks het missen in die tijd van de huidige technieken zag Veenstra toch kans om met de arrestaties van veel criminelen successen te boeken.
HET TESTAMENT VAN AGENT 1218, bevat de memoires van MARTEN VEENSTRA, rechercheur bij de Amsterdamse politie tussen 1915 en 1955. De later gevonden manuscripten liet zijn kleindochter MONIQUE (Moos) VEENSTRA vormgeven. Het werd in 2020 uitgegeven bij Uitgeverij Bondia Coraggio. In de slotwoorden merkt Martin Veenstra onder andere op dat hij geen schrijver is en dat blijkt ook wel. Wat overigens niets aan de door Veenstra geschreven sfeervolle verhalen afdoet.
HET TESTAMENT VAN AGENT 1218, bevat de memoires van MARTEN VEENSTRA, rechercheur bij de Amsterdamse politie tussen 1915 en 1955. De later gevonden manuscripten liet zijn kleindochter MONIQUE (Moos) VEENSTRA vormgeven. Het werd in 2020 uitgegeven bij Uitgeverij Bondia Coraggio. In de slotwoorden merkt Martin Veenstra onder andere op dat hij geen schrijver is en dat blijkt ook wel. Wat overigens niets aan de door Veenstra geschreven sfeervolle verhalen afdoet.
1
Reageer op deze recensie