Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Eerbetoon aan de ouders en de Balinese kunstenaars

Roosje de Vries 25 november 2022
De Kampschilders, alweer het drie-en-dertigste boek van Jan Brokken - wat een productie heeft die man! - is in zeker zin een vervolg op De tuinen van Buitenzorg. In dit boek stonden vooral Brokkens moeder Olga en de muziek centraal; haar muziek en die van haar moeder en die van componisten uit Indië en/of die door het Rijk van Insulinde geïnspireerd werden. Zijn vader blijft in dit boek niet buiten schot maar is wat minder prominent aanwezig.
Brokkens ouders en zijn oudere broers hadden een tijdlang in Indië gewoond, met name op Celebes, waar zijn vader zendeling was voor de Hervormde kerk en onderzoek deed naar islamitische bewegingen, en zijn moeder een aantal inheemse talen leerde.
Waar het in De tuinen van Buitenzorg ging om de muziek en de natuur, zeer aansprekend overigens, in De Kampschilders komt de beeldende kunst aan de orde.
Brokken vertelt het verhaal nooit lineair. Verschillende dimensies lopen door elkaar, maar wel gestructureerd; je bent als lezer nooit in het ongewisse waar je bent in plaats en tijd. Waar Brokken eveneens een kei in is, is het leggen van de verbinding tussen het algemene, de geschiedenis, het maatschappelijke en het persoonlijke, het individuele. In zijn laatste twee boeken staan Brokkens ouders centraal, en in zekere zin zijn broers. Zij delen met zijn vieren een verleden in Indië en in de oorlog, de internering in Japanse kampen. Jan Brokken is geboren in Nederland, na de oorlog. Deze laatste boeken zijn dus ook een persoonlijke zoektocht, maar dat is het zeker niet alleen. Het koloniale verleden in al zijn complexiteit wordt eveneens onderzocht. En de kunst! Eerder was het de muziek, die troost bood en verdieping, in dit boek is het de beeldende kunst, schilder- en tekenkunst van drie mensen, die op hun beurt de Balinese kunstenaars uit het begin van de twintigste eeuw vertegenwoordigen. Die drie mensen, een vrouw, haar man en een andere Nederlandse kunstenaar waren geïnterneerd in dezelfde kampen als de moeder en vader van Brokken. Het gaat om het echtpaar Maria en Willem Hofker en Rudolf Bonnet.

Het boek is overzichtelijk ingedeeld in drie hoofdstukken. Eerst vertelt Brokken over het kamp van moeder Olga Brokken en haar twee zoontjes, en Maria Hofker, Kampili op Celebes - tegenwoordig Sulawesi-. Er werd trouwens veel gezongen on het kamp, onder andere Russische liederen. Olga bespeelde ook het orgeltje. En Olga leerde bridgen. Maar ze was niet ingenomen met een aantal vrouwen in dat kamp.
Hoofdstuk twee gaat over vader Han Brokken en de mannelijke schilders in het mannenkamp, Parepare, ook op Celebes. Niet alleen waren de Japanse kampcommandanten sadisten maar met name de bombardementen van de geallieerden, willens en wetens, - ze wisten dat er vrouwen, kinderen en mannen gevangen waren maar dat was geen overweging voorzichtiger te bombarderen - zorgden voor blijvend leed bij de gevangenen. Han Brokken is daar een schrijnend voorbeeld van. Nooit heeft hij gesproken over zijn ervaringen in het jappenkamp. Moeder Olga was beter in staat om te gaan met haar nare ervaringen. Het gemeenschappelijke van tweedewereldoorlogslachtoffers is dat zij er nauwelijks over konden praten. En de kampslachtoffers uit bezet Indonesië en nazi-Duitsland (willekeurige volgorde)nog het minst.

Het laatste deel gaat over de verwarrende tijd na de overgave van Japan, het uitroepen van de republiek Indonesië en de felle gevechten van verschillende kanten en partijen. Het Nederlandse bestuur en de militairen spelen geen fraaie rol, maar ook de onderlinge gevechten van verschillende Indonesische groepen zorgden voor veel leed en slachtoffers. Zo wilden bij voorbeeld de oostelijke gebieden liever niet onder Javaans bestuur staan; meedogenloos werd de bevolking gemarteld en afgeslacht.

Het Nederlands bestuur en de regering komen er bepaald slecht af. Niet alleen waar het de politionele acties betreft maar ook aangaande de behandeling van de eigen bevolking, zoals Nederlandse dienstweigeraars of de mensen die in het kamp hadden gezeten en totaal berooid waren; ze kregen een kleine ondersteuning, maar die moesten ze later wel terugbetalen. Zoiets als de joden die na terugkeer uit de vernietigingskampen ook nog achterstallige belasting en huur moesten betalen over de periode dat zij in het kamp gezeten hadden. Daar zijn geen woorden voor!

De - koloniale - geschiedenis van Indië / Indonesië is ingewikkeld. Niet alle Nederlanders hadden slechte bedoelingen, al is het niet duidelijk in welke categorie zendelingen zouden moeten vallen. In ieder geval waren ook niet alle Nederlanders tegen een eigen Indonesisch bestuur.
Han en Olga en hun kinderen en Maria en Willem Hofker keerden eerder naar Nederland terug - tegen hun zin, dat wel - dan Rudolf Bonnet, totdat ook hij moest vertrekken. Niemand kon goed wennen bij terugkeer in het vaderland.

Ik ben in de ban van Indië / Indonesië, de - koloniale - geschiedenis, de dubbelheid, het verlangen naar dat prachtige land, de ongelooflijke botheid en verkeerde aanpak van het Nederlandse bestuur, maar ook van de intense en oprechte bewondering voor dit land van mensen als de ouders van Jan Brokken of natuurlijk ook van Multatuli en dergelijke denkers en doeners. Indië / Indonesië blijft in mijn aandacht en ik blijf erover lezen.

Prachtig zijn de in dit boek afgedrukte tekeningen en schilderijen van de kunstenaars. Veel is in het oorlogsgeweld verloren gegaan. Brokken schrijft er met groot inlevingsvermogen over. De prenten hadden van mij veel groter mogen zijn. Maar daar hangt natuurlijk een prijskaart aan.

Evenzo ben ik onder de indruk van Brokkens ‘Verantwoording en bronnen’, de hoeveelheid documenten en vooral ook de vele nabestaanden die hij gesproken heeft en die zich tot hem gewend hebben. Indrukwekkend en heel empathisch. Van mij mag er nog wel een Indië-boek van Jan Brokken verschijnen maar ik weet niet of dat er wel inzit.





Over de auteur:

Wikipedia:
Jan Brokken (Leiden, 10 juni 1949) is een Nederlandse schrijver.

Brokken werd op 10 juni 1949 in het Diaconessenhuis van Leiden geboren, niet zo lang na de terugkeer van zijn ouders uit Nederlands-Indië. Zijn vader, theoloog, had op Celebes en Salayer wetenschappelijk onderzoek gedaan naar islamitische bewegingen. "Mijn nieuwsgierigheid naar andere culturen en levenswijzen heb ik onmiskenbaar van mijn vader," zei Brokken in een interview, "mijn reislust en de behoefte om mijn indrukken op papier te zetten van mijn moeder." Met zijn kennis van de islam kon vader Brokken in het Nederland van de jaren vijftig weinig aan. Hij werd predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk.

Jeugd
Het grootste deel van zijn jeugd bracht Brokken in het Zuid-Hollandse dorp Rhoon door, het decor van zijn romans De provincie, Mijn kleine waanzin en De Vergelding. Hij doorliep de middelbare school in Rotterdam, studeerde aan de School voor Journalistiek in Utrecht en aan het Institut d’Etudes Politiques van de universiteit van Bordeaux in Frankrijk.
Jan was de jongste van drie kinderen. Zijn beide broers waren in Makassar geboren: "Als domineeszoon was ik een buitenstaander in het dorp. En thuis was ik ook een buitenstaander. Ik had als enige de oorlog niet meegemaakt, had als enige niet in een kamp gezeten en had als enige de tropenzon niet voelen steken."
Journalist[bewerken | brontekst bewerken]
In 1973 trad Brokken in dienst van dagblad Trouw. Drie jaar later stapte hij over naar weekblad Haagse Post. Voor Trouw schreef hij reportages, voor HP interviews en portretten die gebundeld werden in Het volle literaire leven (1979), Schrijven (1980), Met musici (1987) en Spiegels (1993).
In Bordeaux trouwde Brokken met Marie-Claude Hamonic, die in 1972 haar studie in de Franse literatuur van de middeleeuwen afrondde. Frankrijk werd Brokkens tweede vaderland: hij maakte er tal van reportages en interviews, die uitgeverij Atlas in 2004 bijeenbracht onder de titel Zoals Frankrijk was.

Schrijver
In 1984 debuteerde Brokken met de roman De provincie. In Het laatste oordeel maakt een vader samen met zijn zoon een keuze uit de boeken die hij mag meenemen naar het bejaardentehuis. Uit de veertig strekkende meter boeken moet hij één meter kiezen. Door de boeken die hij uiteindelijk meeneemt, ontstaat een portret van de man. Ieder van die boeken vertelt een episode uit zijn leven. Joost Zwagerman nam het verhaal op in zijn in 2004 verschenen bloemlezing van de beste korte verhalen uit de Nederlandse literatuur.
In 1988 ontving Brokken voor zijn verhalenbundel De zee van vroeger de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. Twee jaar eerder had hij de journalistiek vaarwel gezegd: "De reguliere journalistiek dan. Voor mij maakt het etiket niet veel uit. (...) Mijn eerste boek, de biografie Mata Hari, de waarheid achter de legende, schreef ik tussen de korte stukjes voor de krant door. Het verscheen in 1975, een jaar voordat ik redacteur van HP werd. Bij mijn sollicitatie speelde het een belangrijke rol. Uiteindelijk bleven nog drie kandidaten over; ik werd gekozen omdat ik een boek had geschreven: het beste bewijs dat ik werk van langere adem kon leveren. Het is dus niet zo dat de journalistiek me bij de literatuur bracht, het is andersom."
Reizen[bewerken | brontekst bewerken]
Voor de verhalen uit De zee van vroeger koos hij de locaties Indonesië, China en Rusland. Het was het begin van een rusteloos bestaan. Brokken woonde en reisde gedurende zes jaar in West-Afrika en schreef romans en reisverhalen die in Burkina Faso, Ivoorkust en Gabon spelen: Zaza en de president, De moordenaar van Ouagadougou, De regenvogel en Nog een nacht.
Caribische tijd[bewerken | brontekst bewerken]
In 1992 verhuisde Brokken naar het Caribische gebied. Hij publiceerde Goedenavond, mrs. Rhys, over de jeugd van de op Dominica geboren schrijfster Jean Rhys, de bundel Vulkanen vanaf zee, met op Guadeloupe, Martinique en Curaçao gesitueerde verhalen, de grote zeeroman De blinde passagiers en de op Curaçao spelende roman De droevige kampioen. Vanuit Curaçao ondernam hij vele reizen naar Zuid-Amerika, die resulteerden in het non-fictieboek Jungle Rudy en de fictieroman Voel maar.
In De droevige kampioen beschreef Brokken met de sportheld Riki Marchena de teleurstelling van de eerste generatie zwarte opinieleiders op de Caribische eilanden. De roman werd niet genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs, maar de jury vermeldde in het perscommuniqué wel dat ze dit "razend knap vertelde verhaal" ook graag in de shortlist had opgenomen.
In Nederland[bewerken | brontekst bewerken]
De blinde passagiers werd genomineerd voor de Gouden Uil, Voel maar voor de Libris Literatuur Prijs. Met De blinde passagiers bereikte Brokken voor het eerst een groot publiek, ook in Duitsland.
Na vijftien jaar wonen en reizen in het buitenland keerde Brokken in 2002 naar Nederland terug. In 2004 verscheen zijn autobiografische roman Mijn kleine waanzin. Vier jaar later publiceerde Brokken de even persoonlijke roman In het huis van de dichter, over zijn vriendschap met de Russische meesterpianist Youri Egorov: "Mijn kleine waanzin vertelt de jaren vijftig en zestig op het Hollandse platteland, In het huis van de dichter de jaren zeventig en tachtig in Amsterdam. Dat was de opzet: een persoonlijke tijdsgeschiedenis van pakweg een halve eeuw in verhalende vorm." Voor Mijn kleine waanzin ontving Brokken de Icodo Prijs, uitgereikt door de gezamenlijke stichtingen hulp aan oorlogsslachtoffers.
Tussendoor publiceerde Brokken in 2005 Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin, een cultuurhistorische verkenning waarvoor hij tien jaar onderzoek had gedaan. Door de geschiedenis van de Caribische muziek te achterhalen, probeerde hij de wortels van de Antilliaanse samenleving bloot te leggen.
Recente jaren[bewerken | brontekst bewerken]
Brokken woont wisselend in Amsterdam en aan de Franse Atlantische kust, als hij niet op reis is. Toen hij In het huis van de dichter had voltooid en wachtte op de commentaren van zijn uitgever, schreef Brokken in enkele weken de novelle Feininger voorbij: "Ik had even zin in iets korts, iets bizars, iets luchtig..." In maart 2009 verscheen Feininger voorbij, een novelle over de confrontatie tussen Oost en West. De Vergelding verscheen in 2013. Dit boek behandelt de fusillade van zeven burgers door de Duitse bezetter bij de buurtschap Het Sluisje en een reconstructie van hoe het dorp met elkaar is omgegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In Zeedrift maakt Brokken de som op van vijfendertig jaar reizen. De eerste versie van het verhaal Woestijnkonijn schreef hij al in 1974. "De bijzondere momenten," vat Brokken Zeedrift samen. "De onverwachte ontmoetingen. De mensen en de dingen die ik me blijf herinneren van Egypte, Italië, Indonesië, China, Curaçao, Aruba, Guatemala en zoveel andere plekken."
In het huis van de dichter werd door Klassiek Centraal bekroond met een Gouden Label. Ingrid Kroon noemt Zaza en de president een beginpunt van een nieuw genre in de Nederlandse literatuur, een mengeling van persoonlijk reisverslag, fictie en documentaire: "Jan Brokken is geen 'literaire' schrijver in de klassieke zin des woords, doordat hij fictie met non-fictie verenigt. Maar zijn poging om verschillende schrijfculturen met elkaar te laten versmelten is bijzonder genoeg om dit als een verdienste voor de literatuur te erkennen. Hij heeft werkelijk een nieuw genre toegevoegd aan de Nederlandse literatuur.”



Bibliografie
1975 - Mata Hari
1978 - Het volle literaire leven
1980 - Schrijven
1982 - Over F.B. Hotz (ISBN 9062910920)
1984 - De provincie
1986 - De zee van vroeger
1988 - Met musici
1988 - Zaza en de president
1989 - De moordenaar van Ouagadougou, gevolgd door Een basiliek in het regenwoud
1991 - De regenvogel
1992 - Goedenavond, mrs. Rhys
1993 - Spiegels
1993 - Vulkanen vanaf zee
1995 - De blinde passagiers (ISBN 9025414613)
1997 - De droevige kampioen
1999 - Jungle Rudy
2001 - Voel maar
2001 - Afrika (de Afrika-boeken: Zaza en de president / De moordenaar van Ouagadougou & Een basiliek in het regenwoud / De regenvogel/ Nog een nacht). Amsterdam -Antwerpen: Atlas (ISBN 9045006960)
2004 - Mijn kleine waanzin (ISBN 9789045006796)
2006 - Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin (ISBN 9045014246)
2006 - De wil en de weg (ISBN 9045700999)
2008 - In het huis van de dichter (ISBN 9789045014821)
2009 - Feininger voorbij (ISBN 9789045012001)
2009 - Zeedrift (ISBN 9789045015682)
2010 - Baltische zielen
2011 - Het hoe (ISBN 9789045705330)
2013 - De vergelding (ISBN 9789045022710)
2015 - De kozakkentuin (ISBN 9789045030173)
2016 - De gloed van Sint-Petersburg (ISBN 9789045033303)
2016 - Johnny remember me (met Petra Kersten) uitg. De GeitenPers
2018 - De rechtvaardigen (ISBN 9789045036649)
2020 - Stedevaart (ISBN 9789045040141)
2021 - De tuinen van Buitenzorg
2022 - De kampschilders


Verfilmingen
Drie boeken van Brokken werden verfilmd:
De provincie, speelfilm, regie Jan Bosdriesz, met in de hoofdrollen Thom Hoffman, Pierre Bokma, Gijs Scholten van Aschat en Tamar van den Dop;
Goedenavond, mrs. Rhys, televisiedocumentaire, regie Jan Louter, onder de titel They destroyed all the roses, en
Jungle Rudy, een door Rob Smits geregisseerde documentaire bioscoopfilm.
Een vierde en vijfde boekverfilming zijn in voorbereiding: De droevige kampioen en In het huis van de dichter.





Bibliografie:
Titel: De kampschilders
Auteur: Jan Brokken
Uitgever: Atlas-Contact
Jaar van uitgave: 2022
Aantal pagina’s: 320; met platen
ISBN: 9789045924




4

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Roosje de Vries

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.