Lezersrecensie
"Je kunt vijf mensen graag zien, maar geen gans volk" (uitspraak Amoz Oz)
De keren dat ik tijdens het bekijken van een nieuwsuitzending tegen
mijn echtgenoot heb gezegd: “ wie kan daar nu nog aan uit … wie
begrijpt dat nog... dat Arabisch-Israëlitisch conflict, die
Palestijnse kwestie”, zijn haast ontelbaar. Na het lezen van de
roman “Schiet maar, ik ben toch al dood” van Julia Navarro durf ik
toch te zeggen dat ik geen specialist ter zake ben geworden, ik heb
daar ook geen behoefte aan, maar dat ik het niveau van leek toch
achter me heb gelaten.
Deze recent in het Nederlands vertaalde roman van deze schrijfster- journalist is vergelijkbaar naar opbouw met haar bestseller roman “Zeg me wie ik ben”. Ook in deze roman neemt de schrijfster je mee in het levensverhaal van een familie en dit over generaties heen. Je leert twee families kennen, vanaf het einde van de negentiende eeuw en de daarop volgende 100 jaar ben je deelgenoot van hun geschiedenis. Je bezoekt steden als Sint-Petersburg, Parijs, Jeruzalem!
In deze roman speelt zich niet één verhaal af maar het is een veelvoud aan verhalen, er schuilen in feite meerdere romans in deze vuistdikke roman. Door aan het leven van de families deel te nemen leer je langzaam maar zeker zicht krijgen op het Arabisch-Israëlitische conflict, je leert de visies, beweegredenen vanuit de twee partijen kennen. Knap is ook dat de roman zodanig geschreven is - dat het je wel aanzet tot nadenken - maar je nooit in een bepaalde richting duwt. De objectiviteit blijft tot op de laatste bladzijde behouden. En daarom durf ik te stellen dat, naast het gegeven dat je meer zicht krijgt op een conflict dat maar verder blijft duren, je vooral een roman leest over vriendschap. Aan de criticasters wil ik meegeven dat het geen historisch relevant naslagwerk is wat Julia Navarro hier heeft geschreven. Ook is het geen literair pareltje. Het is gewoon een erg goed boek voor iedereen die graag een historisch getinte familieroman gekruid met wat romantiek wil lezen. Enkele dagen na het lezen van deze roman las ik een interview met de Israëlitische schrijver Amos Oz. Hij deed de volgende uitspraken in dit interview: ‘Je kunt vijf mensen graag zien, maar geen gans volk’, “Ik heb het gevoel dat veel Israëli’s en Arabieren moe zijn. Dat is een zegen. Gedwongen liefde heeft nog nooit een oorlog beëindigd, uitputting wel”. De eerste uitspaak kan ik alleen maar onderschrijven, ze vat de hele roman “Schiet maar, ik ben toch al dood” in één zin samen. Wat betreft de tweede uitspraak wens en hoop ik dat ze waarheid mag worden, snel, liefst heel snel.
Deze recent in het Nederlands vertaalde roman van deze schrijfster- journalist is vergelijkbaar naar opbouw met haar bestseller roman “Zeg me wie ik ben”. Ook in deze roman neemt de schrijfster je mee in het levensverhaal van een familie en dit over generaties heen. Je leert twee families kennen, vanaf het einde van de negentiende eeuw en de daarop volgende 100 jaar ben je deelgenoot van hun geschiedenis. Je bezoekt steden als Sint-Petersburg, Parijs, Jeruzalem!
In deze roman speelt zich niet één verhaal af maar het is een veelvoud aan verhalen, er schuilen in feite meerdere romans in deze vuistdikke roman. Door aan het leven van de families deel te nemen leer je langzaam maar zeker zicht krijgen op het Arabisch-Israëlitische conflict, je leert de visies, beweegredenen vanuit de twee partijen kennen. Knap is ook dat de roman zodanig geschreven is - dat het je wel aanzet tot nadenken - maar je nooit in een bepaalde richting duwt. De objectiviteit blijft tot op de laatste bladzijde behouden. En daarom durf ik te stellen dat, naast het gegeven dat je meer zicht krijgt op een conflict dat maar verder blijft duren, je vooral een roman leest over vriendschap. Aan de criticasters wil ik meegeven dat het geen historisch relevant naslagwerk is wat Julia Navarro hier heeft geschreven. Ook is het geen literair pareltje. Het is gewoon een erg goed boek voor iedereen die graag een historisch getinte familieroman gekruid met wat romantiek wil lezen. Enkele dagen na het lezen van deze roman las ik een interview met de Israëlitische schrijver Amos Oz. Hij deed de volgende uitspraken in dit interview: ‘Je kunt vijf mensen graag zien, maar geen gans volk’, “Ik heb het gevoel dat veel Israëli’s en Arabieren moe zijn. Dat is een zegen. Gedwongen liefde heeft nog nooit een oorlog beëindigd, uitputting wel”. De eerste uitspaak kan ik alleen maar onderschrijven, ze vat de hele roman “Schiet maar, ik ben toch al dood” in één zin samen. Wat betreft de tweede uitspraak wens en hoop ik dat ze waarheid mag worden, snel, liefst heel snel.
2
Reageer op deze recensie