Van de ene nachtmerrie in de andere

Wat heeft Carmina een rotleven gehad. Ze overleeft als drie-jarige een moordaanslag van haar vader. Bij die moorden komen haar moeder, 2 zusjes, haar oma, haar twee tantes en een man die bij haar vader werkte om het leven. Zelf overleeft ze ternauwernood. Wanneer ze uit het ziekenhuis komt, komt ze bij haar opa terecht die zelf zoveel verdriet heeft om de dood van zijn vrouw en dochters, dat hij niet in staat is haar op te voeden.

Hij laat haar adopteren door een gezin dat et op zijn zachtst gezicht sekte-achtige diep christelijke gedachten op na houdt. Ze mag er niets, en wordt er geestelijk en lichamelijk mishandeld. De enige manier om er weg te geraken is door in te treden in een klooster. Maar ook daar vindt ze haar draai niet en de nonnen willen haar niet echt toelaten. Daarop komt ze in een boerderij terecht waar meisjes met problemen heropgevoed worden, met harde hand. Als ze 18 is gaat ze er weg.

Haar leven is tot dan toe een aaneenschakeling van ellende geweest, iedereen die ze vertrouwt verraad haar. Ze gaat terug naar haar opa en naar de plaats waar het allemaal gebeurd is.

Veel bewondering voor deze vrouw die ondanks alles toch door is blijven gaan.