* Literair vernieuwende jeugdroman
*
Over tijd, achterlaten en verdergaan
Hannah, Bram en Michiel zijn zestien, zeventien als ze letterlijk en figuurlijk tegen elkaar opbotsen. Met de fiets op weg naar de kermis zien ze een jongen met nepvleugels om zijn schouders, balancerend op de nok van het kerkschip. Ze botsen tegen elkaar op, gaan op zoek naar de ‘engel’ en komen bij elkaar uit. Michiel is op Hannah, Hannah vindt Bram het einde en Bram beseft dat hij op Michiel valt. In het midden van deze driehoek staat de veertienjarige jongen Elias. Hij heeft op een van de kerkzolders zijn eigen leefruimte ingericht. Hij herkent in allerlei mensen engelen die het einde der tijden zouden voorbereiden. Hij is de verhalen-verteller, de spiegel waarin de drie jongeren zichzelf leren begrijpen. Als Elias ziek wordt, bouwen zijn vrienden zijn ziekenkamer om tot een ruimtecapsule waarin hij terug in de tijd zal kunnen reizen…
Gie Laenen vertelt het verhaal na de gebeurtenissen door middel van allerlei documenten: herinneringen, verslagen, tekst op een bierviltje, brieven, muziek, dialogen, spelletjes. Een collage met veel ruimte voor de lezer. In deze compositie proberen de drie de voorbije tijd te begrijpen en te verwerken.
Heeft Elias echt bestaan of is hij een beeld van de voorbije kindertijd? In elk geval is dit boek een geheel nieuw geluid waarin de drie spelers op de hoeken van de driehoek een fuga vormen rond het leitmotiv van achterlaten en verdergaan.
*
Over tijd, achterlaten en verdergaan
Hannah, Bram en Michiel zijn zestien, zeventien als ze letterlijk en figuurlijk tegen elkaar opbotsen. Met de fiets op weg naar de kermis zien ze een jongen met nepvleugels om zijn schouders, balancerend op de nok van het kerkschip. Ze botsen tegen elkaar op, gaan op zoek naar de ‘engel’ en komen bij elkaar uit. Michiel is op Hannah, Hannah vindt Bram het einde en Bram beseft dat hij op Michiel valt. In het midden van deze driehoek staat de veertienjarige jongen Elias. Hij heeft op een van de kerkzolders zijn eigen leefruimte ingericht. Hij herkent in allerlei mensen engelen die het einde der tijden zouden voorbereiden. Hij is de verhalen-verteller, de spiegel waarin de drie jongeren zichzelf leren begrijpen. Als Elias ziek wordt, bouwen zijn vrienden zijn ziekenkamer om tot een ruimtecapsule waarin hij terug in de tijd zal kunnen reizen…
Gie Laenen vertelt het verhaal na de gebeurtenissen door middel van allerlei documenten: herinneringen, verslagen, tekst op een bierviltje, brieven, muziek, dialogen, spelletjes. Een collage met veel ruimte voor de lezer. In deze compositie proberen de drie de voorbije tijd te begrijpen en te verwerken.
Heeft Elias echt bestaan of is hij een beeld van de voorbije kindertijd? In elk geval is dit boek een geheel nieuw geluid waarin de drie spelers op de hoeken van de driehoek een fuga vormen rond het leitmotiv van achterlaten en verdergaan.