Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Vol prachtige tijds- en sfeerbeelden

Anneke Gieling 06 december 2011

John Lawton, stopte met zijn Amerikaanse filmproducties toen hij in 1995 de W.H. Smith Fresh Talent Award kreeg voor zijn eerste thriller. Hij werkte al met gevestigde auteurs als Norman Mailer, Scott Turow en Neil Simon, mogelijk hebben zij hem geïnspireerd. Inmiddels heeft Lawton een indrukwekkende schrijverscarrière opgebouwd. De celliste werd door de New York Times én de Los Angeles Times uitgeroepen tot een van de beste thrillers van 2010. Opmerkelijk als je bedenkt dat Lawton al in 2000 de droge heuvels van Arizona (Amerika) verruilde voor de natte van Derbyshire (Engeland). Lawton plaatst zijn boeken in de categorie "Historische, politieke thrillers met een vleugje romantiek, verpakt in een zwarte omslag". Zijn werk wordt wel vergeleken met dat van Philip Kerr en John le Carré.

Het is 1934. De nazidreiging hangt boven Europa. In een grimmig politiek klimaat groeit Méret op in Wenen. Op tienjarige leeftijd is zij al een briljant celliste. Vlak voordat Hitler Wenen inneemt, vlucht haar joodse muziekleraar naar Engeland. Hij schenkt haar nog snel zijn cello: een 'Mattio Goffriller' uit 1707. Mérets hart ligt in de muziek, maar ze is een stil, gevoelloos meisje. Als het gezin van haar joodse vriendinnetje noodgedwongen alle huisraad verkoopt, veranderen niet alleen buurtbewoners in aasgieren, maar koopt ook Méret voor een habbekrats de lievelingspop van de diepgekwetste Inge. Zonder morren draagt Méret in het jeugdorkest het Hitlerjugenduniform, tot woede van haar vader. Door een misverstand wordt ze op haar twintigste verjaardag, 14 februari 1944, opgepakt en ze belandt in Auschwitz, waar ze als celliste in het dodenorkest wordt aangesteld. Maar een aanwezige, oude cello voldoet niet en de kampcommandant laat de Mattio Goffriller uit Wenen overkomen. Méret overleeft Auschwitz dankzij de muziek. Als de Russen haar bevrijden, wordt ze spionne voor de Communistische Partij. Haar leerschool begint in Parijs, met eindbestemming Londen.

In een nagenoeg ander leven wordt de Hongaarse atoomgeleerde Szabo met duizenden anderen naar Amerika vervoerd. Na een vorstelijk onthaal wordt hij ingelijfd in het kernreactorteam van Uncle Sam. In Los Alamos werkt men in het diepste geheim aan de ontwikkeling van kernsplijtingsbommen. Als bij de ultieme test op 16 juli 1945 de gigantische, kleurrijke en opzwellende paddenstoelvorm met een bulderende explosie zijn 'dodendans danst' over de bergen van New Mexico, is Szabo diep geschokt. Het voltallige team ondertekent stante pede een petitie voor president Truman om deze bom nooit te gebruiken... Szabo wordt beloond met het Engelse staatsburgerschap en vertrekt naar Londen.

In de derde verhaallijn stuiten we op Troy, inspecteur bij Scotland Yard, geen onbekende in Lawtons boeken. Hij onderzoekt de 'metromoord' op een Poolse kunstenaar, Skolnik. Als geruchten rondgaan dat Skolnik voor Rusland spioneerde, krijgt Troy te maken met de Tsjechische maffia. Bovendien zit MI5 hem op de hielen in de persoon van Jordan, een chique, wat dandyachtige spion. Troy — in zijn vrije tijd een begenadigd jazzpianist — wordt door zijn pianoleraar uitgenodigd voor diens klassieke uitvoering van Schuberts Octet in F majeur in het intieme Wigmore Hall. Het concert is de aanloop naar stormachtige gebeurtenissen en intriges in het naoorlogse Londen aan de start van de Koude Oorlog.

Mérets personage in Auschwitz is gebaseerd op Anita Lasker, een joodse celliste die voor Mengele moest optreden. Lawton probeert niet met vals sentiment te scoren en laat geen horrortaferelen van Auschwitz toe. De slechts drieëntwintig hieraan gewijde pagina's maken wel indruk en het verbaast me niet dat Lawton er net zo lang over deed als over de rest van het boek. De auteur blinkt uit in het scheppen van tijds- en sfeerbeelden. Soepel meandert hij tussen plaatsen, omstandigheden en culturen en zet vooral een tastbaar beeld van het naoorlogse Londen en een opkrabbelend Europa neer. Een kleine greep uit de nostalgische tijdjuweeltjes: Engelse upper class, het aanstrijken van een lucifer in Bogart-stijl, verwijzingen naar Freud, Einstein, Peggy Lee, het zakje zout in een zak chips, Fabergé-eieren, de 33 1/3 toerenplaat, handmatig aangestoken straatlantaarns, futuristische gadgets als een antiaanbakpan en een telefoonantwoordapparaat — en even Fanny Blankers-Koen noemen, die in 1948 vier gouden medailles op de Olympische Spelen wint.

Lawtons liefde voor klassieke muziek is evident. De ruimhartige verwijzingen naar Debussy, Mozart, Casals, andere meesters en hun muziekstukken, vormen een fijnbesnaarde, rode draad. De toepasselijke, 'welklinkende' plot kon niet uitblijven. Hulde! Waarom geen vijf sterren? Het middenstuk zakt wat in en dan verslapt de aandacht voor wat in wezen een stijlvolle spionagethriller is — gelardeerd met fraaie, muzikale randjes. Liefhebbers van klassieke muziek zullen na De celliste naarstig in hun muziekvoorraad duiken.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Anneke Gieling

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.