Lezersrecensie
Voor de lezers van Pierre Martin en Richard Osman
Simon Mason (Sheffield, februari 1962) is een Engelse auteur van zowel fictie als non-fictie. Zijn boeken hebben op verschillende shortlists gestaan in Engeland en in 2017 won het tweede deel in de serie met Garvie Smith -Kid got shot- de Crimefest Prize for Best Crime Novel for Young Adults. Een moord in november is het eerste deel in de serie met het bijzondere rechercheurs duo Wilkins & Wilkins dat in Nederland uitkomt; Dennis Keesmaat is verantwoordelijk voor de vertaling naar het Nederlands.
In de prestigieuze Universiteit van Oxford wordt het lichaam van een dode vrouw gevonden. Rechercheur Ryan Wilkins, opgegroeid in een woonwagenkamp, is als eerste ter plaatse en weet bijna iedereen op de plaats delict tegen zich in het harnas te jagen met zijn onorthodoxe handelwijze en taalgebruik. Zijn partner Ray Wilkins is in alles zijn tegenpool: opgegroeid in een rijke Nigeriaans-Londense familie en Oxford-alumnus: beschaafd, beheerst en op de hoogte van alles ins- en outs van het leven op de universiteit. Dit levert uiteraard de nodige spanning tussen de beide Wilkins-heren op maar ze zullen samen moeten werken om de moord op de vrouw tot een goed eind te brengen.
Vanaf de eerste pagina is het duidelijk dat dit een boek is dat anders zal zijn. Dat begint met het taalgebruik. Kun je het oubollig noemen? Nee, dat is het niet. Het is gewoon… ánders:
Teksten als ‘Leonard voelde een golf van meesterlijke woede.’ en “Het gezicht van de agent was adembenemend geconcentreerd” zijn niet doorsnee. Geen idee wat “meesterlijke woede” is en hoe je gezicht eruit ziet als je “adembenemend geconcentreerd” kijkt. Wellicht dat dit toe te schrijven is aan de vertaling, maar bijzonder is het wel.
Naast dit bijzondere taalgebruik is het met name de prozaïsche schrijfstijl die opvalt: de auteur heeft de nodige aandacht aan het beschrijven van de setting. Aan de ene kant zorgt dit ervoor dat het je als lezer geen enkele moeite kost je de universiteit van Oxford voor te stellen en je de verloedering van het woonwagenkamp waar Ryan is opgegroeid voelt. Aan de andere resulteert dit erin dat het verhaal stroperig aanvoelt, waardoor je gedachten alle kanten op zouden kunnen dwalen. Dit wordt overigens gecompenseerd door de scherpe en van een heerlijk droge humor voorziene dialogen, zeker als Ryan één van de gesprekspartners is:
“En verder” ging de vrouw van de rector op haar rustige manier verder, “hoewel dit helemaal niet relevant is, was er een… klein incident toen de sjeik zich naar buiten begaf.” Kort beschreef ze het tonen van de blote billen.
“Studenten” zei de rector kortaf.
Er viel een korte stilte, gevolgd door Ryan die iets mompelde.
“Dat verstond ik niet,” zei de rector meteen, agressief.
“Volgens onze toekomstige premiers. Hilarisch”
“Ze kwamen trouwens niet van dit college”
“Hoe weet je dat? De vorm van hun kont?”
De botheid van Ryan en het niet buiten de lijntjes kleuren van Ray zorgt in ieder geval voor een toffe dynamiek. Dit, ondersteund door de integere, sympathieke vriendin van Ray (Diana) en het schattige zoontje van Ryan (Ryan jr), draagt het verhaal zonder enige twijfel. En dat komt simpelweg omdat Mason alle personages een zeer authentiek karakter heeft meegegeven en dat doet hij uitstekend!
Het verhaal zelf draait voor 80% om het oplossen van de moord en dit wil niet echt vlotten. De bijzondere opmerkingsgave van Ryan en de hieruit voortvloeiende sprongen in het onderzoek zijn de spreekwoordelijke lichtpuntjes in de toch wat kabbelende verhaallijn. Deze heeft richting het einde dan ook nog wat kunstgrepen nodig om tot een bevredigende ontknoping te komen. Gelukkig is er de tweede verhaallijn waarin we de privéomstandigheden van zowel Ryan als Ray beter leren kennen, waardoor enige verdieping ontstaat. De bijbehorende emoties variëren van ronduit ongeloofwaardig tot regelrechte tearjerkers. Dat maakt Een moord in november geen thriller a la Chris Carter maar zal de lezers van Pierre Martin of Richard Osman zeker aanspreken.
In de prestigieuze Universiteit van Oxford wordt het lichaam van een dode vrouw gevonden. Rechercheur Ryan Wilkins, opgegroeid in een woonwagenkamp, is als eerste ter plaatse en weet bijna iedereen op de plaats delict tegen zich in het harnas te jagen met zijn onorthodoxe handelwijze en taalgebruik. Zijn partner Ray Wilkins is in alles zijn tegenpool: opgegroeid in een rijke Nigeriaans-Londense familie en Oxford-alumnus: beschaafd, beheerst en op de hoogte van alles ins- en outs van het leven op de universiteit. Dit levert uiteraard de nodige spanning tussen de beide Wilkins-heren op maar ze zullen samen moeten werken om de moord op de vrouw tot een goed eind te brengen.
Vanaf de eerste pagina is het duidelijk dat dit een boek is dat anders zal zijn. Dat begint met het taalgebruik. Kun je het oubollig noemen? Nee, dat is het niet. Het is gewoon… ánders:
Teksten als ‘Leonard voelde een golf van meesterlijke woede.’ en “Het gezicht van de agent was adembenemend geconcentreerd” zijn niet doorsnee. Geen idee wat “meesterlijke woede” is en hoe je gezicht eruit ziet als je “adembenemend geconcentreerd” kijkt. Wellicht dat dit toe te schrijven is aan de vertaling, maar bijzonder is het wel.
Naast dit bijzondere taalgebruik is het met name de prozaïsche schrijfstijl die opvalt: de auteur heeft de nodige aandacht aan het beschrijven van de setting. Aan de ene kant zorgt dit ervoor dat het je als lezer geen enkele moeite kost je de universiteit van Oxford voor te stellen en je de verloedering van het woonwagenkamp waar Ryan is opgegroeid voelt. Aan de andere resulteert dit erin dat het verhaal stroperig aanvoelt, waardoor je gedachten alle kanten op zouden kunnen dwalen. Dit wordt overigens gecompenseerd door de scherpe en van een heerlijk droge humor voorziene dialogen, zeker als Ryan één van de gesprekspartners is:
“En verder” ging de vrouw van de rector op haar rustige manier verder, “hoewel dit helemaal niet relevant is, was er een… klein incident toen de sjeik zich naar buiten begaf.” Kort beschreef ze het tonen van de blote billen.
“Studenten” zei de rector kortaf.
Er viel een korte stilte, gevolgd door Ryan die iets mompelde.
“Dat verstond ik niet,” zei de rector meteen, agressief.
“Volgens onze toekomstige premiers. Hilarisch”
“Ze kwamen trouwens niet van dit college”
“Hoe weet je dat? De vorm van hun kont?”
De botheid van Ryan en het niet buiten de lijntjes kleuren van Ray zorgt in ieder geval voor een toffe dynamiek. Dit, ondersteund door de integere, sympathieke vriendin van Ray (Diana) en het schattige zoontje van Ryan (Ryan jr), draagt het verhaal zonder enige twijfel. En dat komt simpelweg omdat Mason alle personages een zeer authentiek karakter heeft meegegeven en dat doet hij uitstekend!
Het verhaal zelf draait voor 80% om het oplossen van de moord en dit wil niet echt vlotten. De bijzondere opmerkingsgave van Ryan en de hieruit voortvloeiende sprongen in het onderzoek zijn de spreekwoordelijke lichtpuntjes in de toch wat kabbelende verhaallijn. Deze heeft richting het einde dan ook nog wat kunstgrepen nodig om tot een bevredigende ontknoping te komen. Gelukkig is er de tweede verhaallijn waarin we de privéomstandigheden van zowel Ryan als Ray beter leren kennen, waardoor enige verdieping ontstaat. De bijbehorende emoties variëren van ronduit ongeloofwaardig tot regelrechte tearjerkers. Dat maakt Een moord in november geen thriller a la Chris Carter maar zal de lezers van Pierre Martin of Richard Osman zeker aanspreken.
1
Reageer op deze recensie
